Alle de gedichten. Deel 1(1662)–Jan Vos– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 197] [p. 197] Beeldt van de Botheidt Staat hier de Botheidt niet van witte marmer? neen: De Kunst vervloekt de handt, die deeze schoone steen Geheel verbrodt heeft. wie de Botheidt wil beschouwen, Ziet niet op 't beeldt: maar op de man die 't heeft gehouwen. Vorige Volgende