Alle de gedichten. Deel 1(1662)–Jan Vos– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Den Eed. Gestr. Heer Konstantin Huigens, Ridder, Heer van Zuilichem, Moniklandt, Seelhem, &c. Door Visscher gesneeden. Dus ziet men Zuilichem, de zon der hoofsche lichten: Maar 't brein wordt niet vertoont dan door zyn fenixveêr. Mint Nazo? strydt Virgiel? lacht Plautus? reist Homeer? Wat elk bezonder dicht weet hy alleen te dichten. De wysheidt maakt zich door haar eigen deugdt vermaart. Zoo wordt zyn Ridderschap, noch lauwerkrans, door 't zwaardt Bevochten: maar door 't spits van zyn geleerde schachten. Een schrandre pen verdient niet min dan helden krachten. Vorige Volgende