Alle de gedichten. Deel 1(1662)–Jan Vos– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 191] [p. 191] Den E. Heer Daniel de Vogelaar, &c. Dus ziet men Vogelaar, een van de hooftpilaaren Daar 't Beursgewelf, tot heil van Amsterdam, op rust. De handel is niet dan door wysheidt te bewaaren. Hy heeft de zee deurploegt van d'een tot d'andre kust. De zucht tot koopmanschap begeert de ruimste paalen. Wie dat de Beurs bezorgt verkrygt een heerlyk lof. De Noordtbeer, vol gestarnt, quam hem bywyl bestraalen, Daar hy den grooten Saar begroeten in zyn hof. Nu wordt hy aan het Y geroemt door schrandre pennen. Een wakker koopman is na 't leeven noch te kennen. Vorige Volgende