Alle de gedichten. Deel 1(1662)–Jan Vos– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 182] [p. 182] Mejuffrouw Joanna Six, Gemaalin van den Ed. Heer Pieter Six. Aan Ian Lievensen, &c. Wie dat Joanna maalt, moet verf met kunste paaren. Het schoon wordt best gekent van die vol oordel zyn: Maar bindt de blindtdoek van de min, om niet te staaren In 't schildren, voor uw oog. men kan de zonneschyn Nooit veiliger bezien, dan deur de bruine zwerken. Wie zich verzeekren wil moet teegens onheil werken. Als gy haar kaaken vormt, die booven daar de lente, Met haar bekoor1ykheên, komt brallen voor altoos, Dan moet gy roozeblaân op witte lelien ente': Maar doop uw puikpenseel in goddelyk ambrooz'. Weet gy geen raadt om 't zoet van 's hemels disch te haalen? Zoo meng uw verven vry met dauw van haar koraalen. Wilt gy uw zelve hier in haar perruik verhangen, Zoo mydt het blonde hair: Natuur heeft haar dit net, Vol kunst, om 't hooft gebreit, om harten in te vangen. Kupid' hadt zulk een pees op zyne boog gezet, Toen hy haar bruigoom schoot met zyn gescherpte straalen. Het zoet genot van min kan alle smart betaalen. Vertoon haar zuivre mondt met liefelyke lippen. Dit is de nekterzee, vol leevendt paarlemoêr, Daar Six staâgh schipbreuk lyt op twee robyne klippen; En vast moet blyven aan een dubbel paarelsnoer. [pagina 183] [p. 183] Wie zou de vryheidt voor zoo schoon een boeien kiezen? De minnaars winnen door hun vryheidt te verliezen. Als gy het blaakendt vuur van haar gezicht zult maalen, Waar dat de Zoomer op het heerelykst in woont, Gebruik dan voor penseel twee helle zonnestraalen. Betoon uw kunst aan een die gy aan veel betoont: Maar wacht u voor de vlam van haar betoovrendt oogen. Vraagt gy: waarom? de verf zou door de gloedt verdroogen. Men moet haar, dus gemaalt, met glinstrendt goudt omvatten. De puiksteen past in goudt. dit is de diamant Der vrouwen, die aan 't Y voor roembaar zyn te schatten: Dies hoor zoo schoon een beeldt niet minder met een randt Van goudt omringt te zyn, dan steenen ryk van straalen. Een schoone vrouw is waardt, om staâgh in goudt te praalen. Vorige Volgende