Alle de gedichten. Deel 1(1662)–Jan Vos– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Sybrandt Kamey, en Maria Koppen, Zyn Huisvrouw. Door Geeraarts geschildert. Dit 's Koppens, noch Kamey: maar Venus en Adoon. Heeft zy op haar perruik geen purpre roozekroon? Noch drilt zyn handt geen spriet om harten te verschrikken? Het is geen noodt: Zy draagt de roozen op haar koon, En hy vertoont de spriet, op 't scherpst, in zyne blikken. Zy blaakeren elkaâr door 't kuische minnevuur. Geen heeter toortsen dan de gaaven van Natuur. Vorige Volgende