Alle de gedichten. Deel 1
(1662)–Jan Vos– Auteursrechtvrij
[pagina 156]
| |
Wie zucht tot Vryheidt heeft betoont zijn dapperheeden.
Een eedelmoedigh hart ontziet noch staal, noch loodt.
Nu waakt hy aan het Y, op 't kussen, door zijn raaden.
Op zulk een hooftstijl rust het hooft der watersteên.
Hy heerst tot troost der goên, en straft tot schrik der quaaden.
Zijn grootste zorgen zijn tot welstandt van 't gemeen.
Zoo groet hy Prins en Vorst uit naam van Stadt en Staaten.
Wie wakker is bewaart het Recht der onderzaaten.
|
|