Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 232]
| |
Ga naar voetnoot* Garmt Stuiveling [geb. 1907]Levensloop: Tot zijn 25ste jaar woonachtig in Friesland; studeerde te Groningen Nederlands. Leraar te Hilversum, en van 1939 tot 1946 tevens privaatdocent aan de Universiteit te Utrecht. Sinds 1946 letterkundig medewerker bij de V.A.R.A.; sinds 1951 hoogleraar te Amsterdam. Redacteur van Het Boek van Nu [1947-1962]. Sinds 1953 ook van het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Sedert 1957 voorzitter van de Vereniging van Letterkundigen. Eredoctor van de Universiteit van Gent, 1965. Stuiveling debuteerde omstreeks 1930 als dichter van socialistische verzen en natuurlyriek. Zijn ontwikkeling was vrijwel buiten de letterkundige stromingen van die tijd omgegaan. Met andere jong-socialisten (o.w. Jef Last) publiceerde hij in de beide jaarboeken Tijdsignalen, waarvoor Henriëtte Roland Holst de inleiding schreef. Zijn poëzie uit die tijd is bijeengebracht in Elementen [1931]. In de jaren '30, toen de Europese cultuurwaarden van vrijheid en menselijke waardigheid op het spel stonden, ontwikkelde hij zich in algemeen humanistische richting, getuige het toneelspel Erasmus [1936]. Jeugdherinneringen en bezinning op het menselijk bestaan vormen de inspirerende kracht van zijn latere verzen, waaruit een verdiept dichterschap spreekt. Ze werden verenigd in Ego en Echo [1957], waarin verschillende eerdere uitgaafjes zijn opgenomen, o.a. de wijsgerige kwatrijnenreeks Wordend kristal. In 1965 verscheen: Eeuwig gaat voor ogenblik. Van groot belang zijn Stuivelings studies op het gebied van de literatuurgeschiedenis, o.a. De Nieuwe Gids als geestelijk brandpunt [1935], Een eeuw Nederlandse letteren [over de periode 1820-1920] en de biografie Het korte leven van Jacques Perk [1957], waarin definitief met de legendevorming van Kloos is afgerekend. Literair-historische essays zijn gebundeld in Rekenschap [1941] en Steekproeven [1950], terwijl Triptiek [1952] en Uren zuid [1960] een keuze bevatten uit zijn kritieken. Bovendien werden door Stuiveling of onder zijn leiding de verzamelde werken uitgegeven van Multatuli, Gorter, Couperus en Jacques Perk. |
|