Salmoneus(1685)–Joost van den Vondel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Tweede tooneel. Een uit den rey van Priesters, zijnde Wichelaars. CHaldêen, die van ontelbaare eeuwen, Naauw gaade sloegd op zang, en schreeuwen, Der voog'len; uit hun ingewand, Den zwaarnaspoorelijken stand, Der niet, of langgebeurde zaaken, Den menschen wist bekent te maaken, Uw tempelplicht werd wel geacht, Dien Cecrops eerst in Grieken bragt; Maar wijl in Elis vrucht, noch starren, Noch vogelvlugt, ons klaar ontwarren, Hoe 's Konings opzet zal vergaan, Die in der Goden rey wil staan, Den hemel wil 't ons klaar verkonden! Heeft hy zijn Priesters hier gezonden, Te Pise, om in dit kerkgewelf, 't Ontwijfelbaare Orakel zelf, Naar de uitslag van het stuk te vraagen, Het welk zijn Majesteit zal waagen, Daar treed, op staadig kerkgeluid, Den Hoogenpriester zelf voor uit. Vorige Volgende