| |
| |
| |
Bibliografie
Akkerman, F., ‘Jefta bij Buchanan en Vondel. Van vroeg-klassiek naar laatbarok’, in: Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 103 (1987), p. 270-289. |
Aristoteles, Poetica. Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door N. van der Ben en J.M. Bremer, Amsterdam 1986. Baskerville Serie. |
Aristotle's Theory of Poetry and Fine Art. Translated and with critical notes by S.H. Butcher, and a new introduction by J. Gassner. New York 1951. |
Bijbel, dat is de gansche Heilige Schrift [...]. Amsterdam enz. z.j. Statenvertaling. |
Bomhoff, J.G., Bijdrage tot de waardering van Vondels drama. Studie en pleidooi. Amsterdam 1950. |
Brandt, G., Het leven van Joost van de Vondel. Uitgegeven door P. Leendertz jr. 's-Gravenhage 1932. |
Bremer, J.M., Hamartia: Tragic Error in the Poetics of Aristotle and in Greek Tragedy. Amsterdam 1969. |
Claes, P., ‘Vondels “Jeptha” en Euripides' “Ifigenia in Aulis”’, in: Kleio 6 (1976), p. 122-130. |
Cooper, L., The Poetics of Aristotle. Its Meaning and Influence. Westport 1977. |
Duinkerken, A. van, ‘Ontgoocheld vaderschap?’, in: Idem, Verzamelde Geschriften. Dl. iii Historie en Kritiek. Utrecht enz. 1962, p. 418-424. |
Erenstein, R.L. (hoofdred.), Een theatergeschiedenis der Nederlanden. Tien eeuwen drama en theater in Nederland en Vlaanderen. Amsterdam 1996. |
Grootes, E.K., ‘Het Berecht voor Jeptha en de Prolegomena van Grotius' Phoenissae-vertaling’, in: S.F. Witstein en E.K. Grootes (red.), Visies op Vondel na 300 jaar. Een bundel artikelen ter gelegenheid van de driehonderdste sterfdag van Joost van den Vondel. Den Haag 1979, p. 236-246. |
Heinsius, D., On Plot in Tragedy. Translated by P.R. Sellin and J.J. McManmon. With introduction and notes by P.R. Sellin. Northridge 1971. |
Koch, W.A. (Hrsg.), Aristoteles De Poetica Liber. Daniel Heinsius recensuit, ordini suo restituit, Latine vertit, notas addidit. Accedit Daniel Heinius De tragoedia constitutione. Hildesheim enz. 1976. Documenta Semiotica, Serie ii, Litteraria. |
Konst, J.W.H., Woedende wraakghierigheidt en vruchtelooze weeklachten. De
|
| |
| |
hartstochten in de Nederlandse tragedie van de zeventiende eeuw. Assen enz. 1993. |
Konst, J.W.H., ‘Vadermoord en bloedschande: visies op Oedipus' vergrijpen tussen 1600 en 1850’, in: Nederlandse letterkunde 1 (1996), p. 138-155. |
Konst, J.W.H., ‘Nederlands toneel 1600-1730. Het onderzoek van de laatste twintig jaar’, in: Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 115 (1999), p. 201-217. |
Konst, J.W.H., Fortuna, Fatum en Providentia Dei in de Nederlandse tragedie 1600-1720. Hilversum 2003. |
Luserke, M. (red.), Die Aristotelische Katharsis. Dokumente ihrer Deutung im 19. und 20. Jahrhundert. Hildesheim 1991. Wege der Forschung 73. |
Meerwaldt, J.D., ‘Het persoonlijke element in Vondels vertalingen van de Griekse tragici’, in: Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 57 (1938), p. 110-136. |
Meijer Drees, M., ‘Toneelopvattingen in beweging: rivaliteit tussen Vos en Vondel in 1641’, in: De nieuwe taalgids 79 (1986), p. 453-460. |
Melles, J., Joost van den Vondel. De geschiedenis van zijn leven. Ingeleid door P.J.H. Vermeeren. Utrecht 1957. |
Meter, J.H., The Literary Theories of Daniel Heinsius. A Study of the Development and Background of his Views on Literary Theory and Criticism during the Period from 1602 to 1612. Assen 1984. Respublica Literaria Neerlandica 6. |
Noë S.J., J., De religieuze bezieling van Vondels werk. Tielt 1952. |
Ovidius, Metamorphosen. Vertaald door M. d'Hane-Scheltema. Amsterdam 1994. Grote Baskerville Serie. |
Parente, J.A., Religious Drama and the Humanist Tradition. Christian Theater in Germany and in the Netherlands 1500-1680. Leiden enz. 1987. Studies in the History of Christian Thought 39. |
Rens, L., Het priester-koningconflict in Vondels drama. Hasselt 1965. Bibliotheek voor Literatuurwetenschap. |
Smit, W.A.P., Van Pascha tot Noah. Een verkenning van Vondels drama's naar continuïteit en ontwikkeling in hun grondmotief en structuur. 3 dln. Zwolle 1956-1962. Zwolse Reeks van Taal- en Letterkundige Studies 5. |
Smits-Veldt, M.B., Samuel Coster, ethicus-didacticus. Een onderzoek naar dramatische opzet en morele instructie van Ithys, Polyxena en Iphigenia. Groningen 1986. Neerlandica Traiectina 29. |
Smits-Veldt, M.B., Het Nederlandse renaissancetoneel. Utrecht 1991. hes Literatuur 2. |
Spies, M., ‘Vondel in veelvoud. Het Vondel-onderzoek sinds de jaren vijftig’, in: Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 103 (1987), p. 235-269. |
| |
| |
Vondel, J. v.d., Jeptha of offerbelofte. Treurspel. Editie N.C.H. Wijngaards. Zutphen [1976]. Klassiek Letterkundig Pantheon 115. |
Vondel, J. v.d., Poëtologisch proza. Verzameld, ingeleid en toegelicht door L. Rens. Zutphen [1980]. Klassiek Letterkundig Pantheon 221. |
Vondel, J. v.d., De werken. Volledige en geïllustreerde tekstuitgave. Bewerkt door J.F.M. Sterck e.a. 10 dln. + register. Amsterdam 1927-1940. |
Worp, J.A., De invloed van Seneca's treurspelen op ons tooneel. Amsterdam 1892. |
|
|