Hierusalem verwoest(1620)–Joost van den Vondel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina II] [p. II] Aen mijn Broeder Op het Trevrspel der Ioden. Klinckert. EUripides die heeft d'aenschouwers langh voorhenen Ten oogen eenen vloed van Peerlen uytgedrukt, Als Hecuba bedroeft uyt haren throon geruckt Beschreyde Troijens val met zuchten en met stenen: Maer ghy, o Broeder! der Hierosolymitanen Droef Treurspel ons vernieuwt, en klaeghelijcke moord, Hoe deerlijck Titus heeft Ierusalem verstoort: Om wien de vyand zich niet spenen kost van tranen. Een wreed Barbarisch hert moet schricken als 't verstaet Hoe Sions Heerlijckheyd, en pracht te gronde gaet: Hoe Salomons gebouw met zijn vergulde daken, De maghtighste Pilaer van 't vruchtbaer Ioodsche land Is omgeworpen: hoe eens Moeders eygen hand Haer teeder kind uyt nood gaet tot spijsoffer maken. Guilhelmus Vondelius. Vorige Volgende