De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

[p. 682]

Aen den hooghedelen mevrou Jakoba Bikker
vryvrou van Zuitpolsbroek, op den oorsprongk van het geslacht der Bikkeren.aant.^*

⁺Heer Roemer Arent van den Anxter zagh men treeden,¹

Als Burgermeester, voor drie eeuwen, ruim getelt,

Om 's Burgermeesters stoel op 't out Stathuis te kleeden.³

Hy voerd' een rooden balk met eere in 't gouden velt.

De perkementen zelfs getuigen van dit zegel,

⁺Gelijk de witte balk van Henrik Willems Boel,⁶

In 't groene velt getuigt hoe hy der vadren regel

En 't recht des Schependoms bewaerde op Aemstels stoel.⁸

Zoo bloeide 't out geslacht van Bikker, niet vergeten
  Van zwaert- en spilzy, lang eer Keizer Maxmiljaen¹⁰
Heer Andries Boel beschonk met eene goude keten,¹¹

Om 't gout hem milt vereert van zulk een' onderdaen,

Waer door de schiltkroon op Stadts wapen quam te brommen.¹³
Aldus rust Bikkers huis op zulke twee kolommen.

* Van ? - Volgens de tekst in Vondel's Poëzy 1682 II, blz. 552.
Opschrift: Zie voor Jacoba Bikker deel 9, blz. 657 en 659. De mannelijke uitgangen hier zijn blijkbaar foutief door Brandt medegedeeld.

+ 1356

1 Roemer Arent van den Anxter: burgemeester van Amsterdam in 1357 (de voorafgaande jaren ontbreken bij Wagenaar, Amsterdam in zijn opkomst Amsterdam, 1767, blz. 295). Pieter Bicker (de eerste Bicker op de geneal. lijst achterin deel 8) was een zoon van Gerrit Dircksz. vsn den Anxter en van Machteld Pietersz. Bicker, die in 1476 trouwden.

3 stoel te kleeden: ambt te vervullen.

+ 1360

6 Henrik Willems Boel: in 1360 voor de eerste maal tot schepen gekozen (Wagenaar t.a.p., blz. 329). Ook van het geslacht Boel stamden de Bikkers af, zie geneal. lijst in deel 8.

8 't recht des Schependoms bewaerde: als schepen het recht handhaafde (vgl. het vorige gedicht, vs. 5).

10 zwaert- en spilzy: de mannelike en de vrouwelike linie.

11 Zie voor Andries Boel deel 5, blz. 873 en 909, en deel 6, blz. 89-90.

13 brommen: pronken.