De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

Op myne afbeeldinge door Filips de Koning.aant.^*

TANTO LAETUS HONORE.

Dus volgt de kunst het leven altyt nader.

Al zwyghtze stil, noch spreekt het stomme beelt,

Dat Koning Flips bekent voor zynen vader,

Geen' Koning, die noch Alexanders teelt,^3-4

Maer Koning door penseel en doek en verven.
Zoo blyft de mensch in 't leven na zyn sterven.

* Van 1662. - Volgens de tekst in Vondel's Poëzy 1682 I, blz. 587.
Opschrift: Zie over dit portret Gerson, Philips Koninck, blz. 125, no. 220, en Sterck, Icon. der portretten van Vondel, deel V, blz. 46, no. XVIII.
Het motto, ontleend aan Aeneïs VIII, 617, betekent in Vondel's vertaling (deel 6, blz. 868): Vermaeckt met de treffelijcke vereeringe.

3-4 Deze omzetting doelt op Philippus van Macedonië, vader van Alexander; bekent voor: erkent als. De woordspelling wordt in vs. 4-5 uitgelegd.