De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674
(1937)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendLauwerkrans ter eeuwige gedachtenisse Van zijne Excellentie den Grave Curtius Christoffer Koningsmark, Generael in Kandia.aant.Ga naar voetnoot*Genus insuperabile bello. Wat Duitsche Flakkus zet nu bestGa naar voetnoot1
Den heldentoon met schelle snaerenGa naar voetnoot2
Op dezen krijghshelt, die de vest
Van Kandie, ruim dertigh jaerenGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Bestormt, verdadighde in het endt,Ga naar voetnoot5
| |
[pagina 626]
| |
Een gantsche maent lang op de wallen
Van Sint Andries, doormynt, geschent,Ga naar voetnoot7
Gescheurt, geschokt, en ingevallen,
In 't midden van het blixemvier,
10[regelnummer]
Kortouwen, donderkloot, en donder.Ga naar voetnoot10
Dit eischt een koningklyke lier,
Een kryghstrompet. ô Wereltswonder!
Men zagh hier ooreloghsbeleit,
En raet en daet zich openbaeren,
15[regelnummer]
En moedt, en rype ervaerentheit
In 't hooft, met geene gryze haeren
Bezaeit. Laet Titus veder vryGa naar voetnoot17
Nu stillezwijgen van Romainen:
Wy streven Kurtius voorby.Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Die ridder moet geen' Duitsch verkleinen.Ga naar voetnoot20
Dempte een Romain de helsche pest
Vrywilligh, op het paert gezeten:
Dees heeft een' Etnaes brant gelescht,Ga naar voetnoot23
En Ottoman, op 't kruis gebeeten,
25[regelnummer]
In 't uiterste gewont, gestuit
Op 't eenigh punt van zynen degen,Ga naar voetnoot26
Gedwongen tot een vreêbesluit,
En wapenstilstant, trots verkregen,Ga naar voetnoot27-28
Venetie en heel Christenryck
30[regelnummer]
Ten dienst. Laet alle d'ouden stoffenGa naar voetnoot30
Op dapperen, der volken wyk:Ga naar voetnoot31
Zy zagen Hektor nederploffen,
En helt Achilles door 't geweerGa naar voetnoot33
Van Paris, een half man, verslagen.
35[regelnummer]
Nu dooft een eenigh helt al d'eerGa naar voetnoot35
En glans der ouden, op den wagen
Met staetsie omgevoert ten toon.
Sint Mark onthaelt de deught met offer.Ga naar voetnoot38
Zelf Rome vlecht een lauwerkroon,Ga naar voetnoot39
| |
[pagina 627]
| |
40[regelnummer]
En triomfeert met dien Christoffer,
Dien Christusdraeger, groot van faem,Ga naar voetnoot41
Waervan de werrelt zal gewaegen,
Zoo lang de volken Christus naem
En heiligh merk op 't voorhooft draegen.
45[regelnummer]
Nu stemmen naem en heldenwerk.Ga naar voetnoot45
Nu heet hy billyk Koningsmerk.Ga naar voetnoot46
MDCLXX.
|
|