De werken van Vondel. Deel 7. Vertalingen uit het Latijn van Vergilius, Horatius en Ovidius
(1934)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendJ.F.M. Sterck, H.W.E. Moller, C.G.N. de Vooys, C.R. de Klerk, B.H. Molkenboer, J. Prinsen J.Lzn., L. Simons, C.C. van de Graft, L.C. Michels en A.A. Verdenius (eds), De werken van Vondel. Zevende deel: Vertalingen uit het Latijn van Vergilius, Horatius en Ovidius. De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam 1934
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, sign.: VGB. Ned. 56 2606
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De werken van Vondel. Zevende deel van Joost van den Vondel, uitgegeven in 1934. Aan dit deel werkten J.F.M. Sterck, H.W.E. Moller, C.G.N. de Vooys, C.R. de Klerk, B.H. Molkenboer, J. Prinsen J.Lzn., L. Simons, C.C. van de Graft, L.C. Michels en A.A. Verdenius mee.
redactionele ingrepen
In de oorspronkelijke uitgave worden de vertaling in proza en de vertaling in dichtvorm van Eneas naast elkaar afgedrukt, steeds het proza op de linker- en de poëzie op de rechterpagina. In deze digitale uitgave is ervoor gekozen het proza en de dichtvorm na elkaar te geven en de paginavolgorde te behouden. In één geval zijn aan het eind van een hoofdstuk de laatste dichtregels naar het eind van het gedicht geplaatst, twee pagina's eerder, dit gaat om p. 177 (regel 1391-1402 van de poëzie van het Elfde Boek van Eneas naar p. 175 verplaatst). Op p. 177 is de kop ‘[Vervolg Inhoudt Twalefde Boeck]’ weggelaten.
pp. 285, 345 en 398: de regelnummering slaat op deze pagina's een regel over: p. 285 mist een regel tussen 10-15, p. 345 mist een regel tussen 1-5, p. 398 mist een regel tussen 95-100.
p. 851: bij de aanvullingen is ‘Bij blz. 10.’ veranderd in ‘Bij blz. 7’: ‘Bij blz. 7. OP DE BOETEN BETAELT DOOR PETER SCHRIJVER’, VAN 1619 OF 1625?’
p. 882, p. 887: De vermelde drukfouten zijn in de lopende tekst verbeterd.
p. 888: de kop ‘[Autotopie naar het Handschrift der ‘Herscheppinge’]’ toegevoegd.
p. 891: de kop ‘[Afwijkende Lezingen bij de teksten van de Plano-drukken: Liicktranen van 1629 en Lyckklaght van 1635]’ toegevoegd.
p. 894: de kop ‘[Brief van Vondel aan Constantijn Huygens]’ toegevoegd.
Na p. 909 is een aantal pagina's uit het achtste deel met aantekeningen over het zevende deel opgenomen. Dit zijn de pagina's 953-957, 963 en 964. De correcties uit de ‘Verbeteringen en aanvullingen’ van pp. 963-964 zijn doorgevoerd.
Bij de omzetting van het oorspronkelijke tekstverwerkingsbestand naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. IV, p. 2, p. 20, p. 845, p. 846, p. 899, p. 900, p. 910) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (I)]
DE WERKEN VAN VONDEL
DEEL VII
[pagina ongenummerd (III)]
DE WERKEN VAN VONDEL
VOLLEDIGE EN GEÏLLUSTREERDE TEKSTUITGAVE IN TIEN DEELEN
BEWERKT ONDER LEIDING VAN DR. J.F.M. STERCK DR. H.W.E. MOLLER, PROF. DR. C.G.N. DE VOOYS EN C.R. DE KLERK, MET MEDEWERKING VAN DR. C. CATHARINA VAN DE GRAFT, L.C. MICHELS PROF. B.H. MOLKENBOER, PROF. DR. J. PRINSEN DR. L. SIMONS † EN PROF. DR. A.A. VERDENIUS
BANDTEEKENING VAN PROF. R.N. ROLAND HOLST
ZEVENDE DEEL
VERTALINGEN UIT HET LATIJN VAN VERGILIUS, HORATIUS EN OVIDIUS TOEGELICHT DOOR VERDENIUS, DE VOOYS, V.D. GRAFT EN MICHELS
UITGEGEVEN IN 1934 DOOR DE MAATSCHAPPIJ VOOR GOEDE EN GOEDKOOPE LECTUUR TE AMSTERDAM
[pagina 1]
KORT OVERZICHT
I. | HET LEVEN VAN VONDEL (HOOFDSTUK VII: 1656-1660II), DOOR DR. J.F.M. STERCK. |
II. | TEN GELEIDE VAN VONDELS HERSCHEPPINGE, DOOR L.C. MICHELS. |
III. | DE BOEKEN X, XI EN XII VAN VERGILIUS' AENEÏS IN VONDELS VERTALINGEN. BEWERKT DOOR PROF. DR. A.A. VERDENIUS (Blz. 22-257). |
IV. | Q. HORATIUS FLACCUS LIERZANGEN EN DICHTKUNST. IN HET RIJMELOOS VERTAELT, DOOR J.V. VONDEL. BEWERKT DOOR PROF. DR. C.G.N. DE VOOYS EN DR. CATH. C. VAN DE GRAFT (Blz. 258-371). |
V. | PUBLIUS OVIDIUS NAZOOS HERSCHEPPINGE. VERTAELT DOOR J.V. VONDEL: DE EERSTE XII BOEKEN. BEWERKT DOOR L.C. MICHELS (Blz. 372-844). |
VI. | LITERATUUR-OPGAVE EN BIBLIOGRAPHIE, DOOR DR. J.F.M. STERCK. |
VII. | AANVULLINGEN EN OPMERKINGEN, DOOR DR. J.F.M. STERCK. |
VIII & IX. | AANTEEKENINGEN EN AFWIJKENDE LEZINGEN, DOOR DE BEWERKERS: VERDENIUS, DE VOOYS, VAN DE GRAFT EN MICHELS. |
X. | INHOUD. |
[pagina 882]
LIJST VAN OPGEMERKTE DRUKFOUTEN
Deel VI.
Blz. 47, aant. bij r. 59: lees achter raadsheer een komma i.p.v. een punt.
Blz. 55, aant. bij r. 290: Vergilius, lees Vergilius'.
Blz. 77, r. 82: klasse; lees kasse.
Blz. 106, r. 112: oever.; lees oever,.
Blz. 108, in de Tekstkritiek: 1652; lees 1659.
Blz. 110, in de Tekstkritiek: aen eene; lees aen een.
Blz. 122, r. 110: achter zitten dient: te staan.
Blz. 137, aant. bij vs. 96: aanteekening; lees aantekening.
Blz. 154, r. 33: lees achter Nise een punt.
Blz. 156, r. 46: lees achter vervoeren een punt (het vraagteken is een drukfout uit de eerste uitgave van 1646).
Blz. 231, aant. bij vs. 184: r. 122; lees r. 129.
Blz. 252, aant. 9e r.v.o.: 505; lees 405.
Blz. 306, Tekstkritiek, 2de r.: 1652; lees 1659.
Blz. 329, aant. bij vs. 367: lees achter mnl. een komma.
Blz. 386, r. 434: volght; lees volgh.
Blz. 586, Tekstkritiek: de woorden het volck aan het slot van r. 1 dienen te worden geschrapt.
Blz. 668, Tekstkritiek: 1646; lees 1659.
Blz. 704, r. 391: golven; lees golve; Tekstkritiek: golven, lees golve; golve, lees golven.
Blz. 746, Tekstkritiek: speren; lees sporen,
Blz. 776, Randschrift: Alekte; lees Alekto.
Blz. 938, Tekstkritiek: vervang Equicolus door Quercens en vul achter woont aan: Equicolus is weggelaten; lees verder: in 1659 schrijft Vondel: Quercens, en Equicolus, braef enz. (de juiste vertaling).
Deel VII.
Blz. 84, r. 787: voortvlughtigen; lees voorvlughtigen.
Blz. 182, aant. bij r. 95: doodelik; lees dodelik; aant. bij het Randschrift (r. 89): kalmeeren; lees kalmeren.
[pagina 887]
Aanvullingen en verbeteringen bij Herscheppinge
Tenzij anders aangegeven, hebben zij betrekking op de commentaar.
Blz. 377 r. 3 l. voeghelyke.
Blz. 378 r. 1 v.o. l. koningklyk.
Blz. 379 Bij vs. 65 gewaeght: daverend doet blijken; vgl. Wdb. N.T. IV, 2008.
Blz. 381 r. 6 l. heerelyke.
Blz. 383 Tekst, na vs. 189 een komma.
Blz. 384 r. 9 l. Boeotië; r. 3 v.o. l. Argonauten.
Blz. 386 r. 10 v.o. l. apístoon.
Blz. 389 Tekst, r. 83; oude uitg. oordeelloozen.
Blz. 393 Tekst, r. 191 l. lieflykheit; r. 6 l. Alcinoüs.
Blz. 394 Bovenschrift, i.p.v. Publius l.: P. r. 8 v.o. l. aetate.
Blz. 396 De opgave onder Tekstkritiek hoort in de commentaar thuis. Bij r. 42 van de Tekst: op te haelen; Crinit.: ‘uitvoeriger te behandelen’.
Blz. 397 Tekst, r. 2 l. byzondere; r. 6 schrap het woord Tekstkritiek.
Blz. 398 De versregels. r. 97-8, zijn enigszins missteld. Er is ook een fout in de telling: 100 staat één regel te vroeg, en zo vervolgens.
Blz. 399 r. 3 l. Rhodiginus; r. 4 v.o. Bij vs. 124: vgl. Bk. IX, vs. 1055.
Blz. 402 r. 10 v.o. l. Mortier.
Blz. 403 Tekst, vs. 21 l. eene.
Blz. 405 Tekst, na vs. 83 een punt.
Blz. 409 Tekst, na schaemte een komma.
Blz. 410 r. 10 v.o. i.p.v. valt op l.: vgl. Bk. IX, vs. 1055.
Blz. 411 Tekst, na vs. 212 een punt; vs. 217 l.: dorst smeden.
Blz. 414 r. 6 v.o. wolf; Gri. lúkos: ‘wolf’; (Lycaon).
Blz. 416 Tekst, vs. 323, na Bedropen een punt.
Blz. 417 Tekst, vs. 3801 l.: zyn.
Blz. 425 r. 9 gout; Ov.: ‘verguld’; voor onder blaeu verloot Ov.: ‘met lood onder (d.i. in) de schacht’.
Blz. 427 Tekst, na vs. 611 een punt.
Blz. 431 r. 3 v.o.: vs 734 klaeren, met n, door attractie van zulk een (zulken)? vgl. Bk. II, vs. 1058; Walch 55.
Blz. 434 r. 4 schrap de woorden tenzij .... nunc.
Blz. 436 r. 2 De verwijzing na Voorrede te vervangen door: blz. 387, r. 33.
Blz. 480 r. 5 toe te voegen: vandaar vs. 23 nog Een' i.p.v. Een.
Blz. 572 Het Kantschrift heeft in de oude uitg. Prozerpijn.
Blz. 589 r. 13 l. cinctaeque.
[pagina 901]
INHOUD VAN 'T ZEVENDE DEEL
I | |
blz. | |
Kort overzicht van den inhoud | 1 |
Het Leven van Vondel VII (1656-1660II), door Dr. J.F.M. Sterck | 3 |
Ten Geleide van Vondels Herscheppinge, door L.C. Michels | 11 |
II | |
VONDELS WERKEN: | |
DE BEIDE VERGILIUS-VERTALINGEN. TWEEDE GEDEELTE | 21-257 |
DE BOEKEN X, XI, EN XII DER AENEÏS IN VONDELS VERTALINGEN: | |
Het tiende Boeck | 22 |
Het elfde Boeck | 100 |
Het twalefde Boeck | 178 |
Q. HORATIUS FLACCUS LIERZANGEN EN DICHTKUNST, IN HET RIJMELOOS VERTAELT DOOR J.V. VONDEL | 258-371 |
AEN DE KUNSTGENOOTEN VAN SINT LUKAS, T'AMSTERDAM, SCHILDERS, BEELTHOUWERS, TEKENAERS, EN HUNNE BEGUNSTIGERS | 261 |
[pagina 902]
DE GEZANGEN VAN Q. HORATIUS FLAKKUS: | |
HET EERSTE BOECK: | |
Aen Maecenas. Het eerste Gezang | 263 |
Aen Augustus. Het II. Gezang | 264 |
Aen het Schip. Het III. Gezang | 265 |
Aen L. Sextius. Het IV. Gezang | 266 |
Aen Pyrrha. Het V. Gezang | 267 |
Aen Agrippa. Het VI. Gezang | 268 |
Aen Munatius Plancus. Het VII. Gezang | 268 |
Aen Lydia. Het VIII. Gezang | 269 |
Aen Taliarchus. Het IX. Gezang | 270 |
Aen Merkuur. Het X. Gezang | 270 |
Aen Leuconoë. Het XI. Gezang | 271 |
Aen Augustus. Het XII. Gezang | 271 |
Aen Lydia. Het XIII. Gezang | 273 |
Het XIV. Gezang [O navis] | 273 |
Het XV. Gezang [Pastor cum traheret] | 274 |
Het XVI. Gezang [O matre pulchra] | 274 |
Aen Tyndaris. Het XVII. Gezang | 275 |
Aen Quintilius Varus. Het XVIII. Gezang | 276 |
Van Glycera. Het XIX. Gezang | 277 |
Aen Maecenas. Het XX. Gezang | 277 |
Aen Diane, en Apollo. Het XXI. Gezang | 277 |
Aen Aristius. Het XXII. Gezang | 278 |
Aen Chloë. Het XXIII. Gezang | 278 |
Aen Virgilius. Het XXIV. Gezang | 279 |
Aen Lydia. Het XXV. Gezang | 279 |
Van Elius Lamia. Het XXVI. Gezang | 280 |
[pagina 903]
Aen zyne Spitsbroeders. Het XXVII. Gezang | 280 |
Op Archytas. Het XXVIII. Gezang. | 281 |
Aen Iccius. Het XXIX. Gezang | 282 |
Aen Venus. Het XXX. Gezang | 282 |
Het XXXI. Gezang [Quid dedicatum] | 282 |
Het XXXII. Gezang [Poscimur] | 283 |
Aen Albius Tibullus. Het XXXIII. Gezang | 283 |
Het XXXIV. Gezang [Parcus deorum cultor] | 284 |
Aen de Fortuin. Het XXXV. Gezang | 284 |
Ter eere van Pomponius van Numidië. Het XXXVI. Gezang | 285 |
Aen zyne Spitsbroeders. Het XXXVII. Gezang | 286 |
Aen zynen Knaep. Het XXXVIII. Gezang | 287 |
HET TWEEDE BOECK: | |
Aen C. Asinius Pollio. Het eerste Gezang | 287 |
Aen Salustius Crispus. Het II. Gezang | 288 |
Aen Delius. Het III. Gezang | 289 |
Aen Xantia Foceus. Het IV. Gezang | 289 |
Het V. Gezang [Nondum subacta] | 290 |
Aen Septimius. Het VI. Gezang | 291 |
Aen Pompeius Varus. Het VII. Gezang | 291 |
Tegens Barine. Het VIII. Gezang | 292 |
Aen Valgius. Het IX. Gezang | 292 |
Aen Licyn. Het X. Gezang | 293 |
Aen Q. Hirpyn. Het XI. Gezang | 294 |
Aen Mecenas. Het XII. Gezang | 295 |
Op den Boom .... Het XIII. Gezang | 295 |
[pagina 904]
Aen Postumus. Het XIV. Gezang | 296 |
Het XV. Gezang [Jam pauca aratro] | 297 |
Aen Grosfus. Het XVI. Gezang | 297 |
Aen Maecenas. Het XVII. Gezang | 298 |
Het XVIII. Gezang [Non ebur] | 299 |
Aen Bacchus. Het XIX. Gezang. | 300 |
Aen Mecenas. Het XX. Gezang | 301 |
HET DERDE BOECK: | |
Het eerste Gezang [Odi profanum vulgus] | 302 |
Aen zyne Vrienden. Het II. Gezang | 303 |
Het III. Gezang [Justum et tenacem] | 304 |
Aen Kalliope. Het IV. Gezang | 305 |
Augustus Lof. Het V. Gezang | 307 |
Aen de Romainen. Het VI. Gezang | 309 |
Aen Asterië. Het VII. Gezang | 310 |
Aen Maecenas. Het VIII. Gezang | 310 |
Aen Lydia. Het IX. Gezang | 311 |
Op Lyce. Het X. Gezang | 311 |
Aen Merkuur. Het XI. Gezang | 312 |
Aen Neobule. Het XII. Gezang | 313 |
Aen de Bron van Blandusië. Het XIII. Gezang | 313 |
Augustus Lof. Het XIV. Gezang | 314 |
Op Chloris. Het XV. Gezang | 314 |
Aen Mecenas. Het XVI. Gezang | 315 |
Aen Elius Lamius. Het XVII. Gezang | 316 |
Aen Faunus. Het XVIII. Gezang | 316 |
[pagina 905]
Aen Telefus. Het XIX. Gezang | 317 |
Aen Pyrrus. Het XX. Gezang | 318 |
Aen de Kruick. Het XXI. Gezang | 318 |
Aen Diane. Het XXII. Gezang | 319 |
Aen Fidile. Het XXIII. Gezang | 319 |
Tegens de Gierigaerts. Het XXIV. Gezang | 319 |
Aen Bacchus. Het XXV. Gezang | 321 |
Aen Venus. Het XXVI. Gezang | 321 |
Aen Galatea. Het XXVII. Gezang | 322 |
Aen Lyde. Het XXVIII. Gezang | 323 |
Aen Mecenas. Het XXIX. Gezang | 324 |
Het XXX. Gezang [Exegi monumentum] | 325 |
HET VIERDE BOECK: | |
Aen Venus. Het eerste Gezang | 326 |
Aen Antonius Julus. Het II. Gezang | 327 |
Aen Melpomen. Het III. Gezang | 328 |
Drusus Lof. Het IV. Gezang | 328 |
Aen Augustus. Het V. Gezang | 330 |
Aen Apollo en Diane. Het VI. Gezang | 331 |
Aen Torquatus. Het VII. Gezang | 332 |
Aen Martius Censoryn. Het VIII. Gezang | 333 |
Aen Lollius. Het IX. Gezang | 333 |
Aen Liguryn. Het X. Gezang | 335 |
Aen Fyllis. Het XI. Gezang | 335 |
Aen Virgilius. Het XII. Gezang | 336 |
Tegens Lyce. Het XIII. Gezang | 336 |
[pagina 906]
Aen Augustus. Het XIV. Gezang | 337 |
Augustus Lof. Het XV. Gezang | 338 |
Q. HORATIUS FLAKKUS TOEZANGEN: | |
Aen Mecenas. Het eerste Gezang | 339 |
Het II. Gezang [Beatus ille] | 340 |
Aen Mecenas. Het III. Gezang | 342 |
Tegens Menas. Het IV. Gezang | 342 |
Tegens de toveres Kanidia. Het V. Gezang | 343 |
Het VI. Gezang [Quid immerentes] | 345 |
Het VII. Gezang [Quo, quo scelesti] | 345 |
Het VIII. Gezang [Rogare longo] | 346 |
Aen Mecenas. Het IX. Gezang | 346 |
Op Mevius. Het X. Gezang | 347 |
Aen Pettius. Het XI. Gezang | 348 |
Het XII. Gezang [Quid tibi vis] | 349 |
Aen zyne Vrienden. Het XIII. Gezang | 349 |
Aen Mecenas. Het XIV. Gezang | 350 |
Aen Neaera. Het XV. Gezang | 350 |
Het XVI. Gezang [Altera jam teritur] | 351 |
Aen Kanidia. Het XVII. Gezang. | 353 |
Kanidia antwoort | 354 |
Eeugetyde | 355 |
Q. HORATIUS FLAKKUS VAN DE DICHTKUNST: | |
AEN DE PISONEN | 357 |
[pagina 907]
PUBLIUS OVIDIUS NAZOOS HERSCHEPPINGE. VERTAELT DOOR J.V. VONDEL | 372-844 |
Privilegie | 375 |
LOOFWERK. AEN DEN WELEDELEN HEER, HEER DIEDRIK BUISERO, HEER VAN HEERAERTSHEINGE &C. DEKEN DER KOLLEGIALE KERKE VAN SINTE KATARYNE IN EINDHOVEN, RAET EN SEKRETARIS VAN VLISSINGE &C. | 376 |
OVIDIUS AEN DE NIJDIGEN | 384 |
VOORREDE | 386 |
HET LEVEN VAN PUBLIUS OVIDIUS NAZO | 394 |
P. OVIDIUS NAZOOS HERSCHEPPINGE: | |
Het eerste boek | 401 |
Het tweede boek | 439 |
Het derde boek | 479 |
Het vierde boek. | 513 |
Het vyfste boek. | 553 |
Het zeste boek | 585 |
Het zevende boek | 619 |
Het achtste boek | 661 |
Het negende boek | 704 |
Het tiende boek. | 743 |
Het elfde boek | 779 |
Het twalefde boek | 815 |
[pagina 908]
III | |
Dr. J.F.M. Sterck: Literatuur-opgave - Bibliographie - Aanvullingen en Opmerkingen | 847 |
Prof. Dr. A.A. Verdenius: Afwijkende Lezingen - Aanvullingen bij Vondels Vergilius-vertalingen | 855 |
Prof. Dr. C.G.N. de Vooys en Dr. C. Cath. v.d. Graft: Aantekeningen | 883 |
Afwijkende Lezingen door Dr. C.C. van de Graft | 884 |
L.C. Michels: Aanvullingen en Verbeteringen bij ‘Herscheppinge’ - Varianten en Aantekeningen | 887 |
Afwijkende Lezingen bij de teksten van de Plano-drukken: Liicktranen van 1629 en Lyckklaght van 1635 | 892 |
Bijlage over Nederlandsche Ovidius-Illustraties | 897 |
Inhoud van het Zevende Deel | 901 |