Berecht.
OFschoon het volgende Dichtstuk niet by afdeelingen gedicht zy, die, telkens in een gelyk getal van regelen een' volkomen zin uitleverende, met behoorlyke tusschenpoozen kunnen gezongen worden; hebben wy het echter, om de gelykheit der stoffe, nergens gevoeglyker dan achter de Gezangen weeten te plaetsen.