Kruistriomf en gezangen
(1750)–Joannes Vollenhove– AuteursrechtvrijDe zaligheit van een vroom geweten.Wyze van den 3. Psalm.
| |
[pagina 254]
| |
Hy leeft, als 's hemels vrient:
Zyn heil is niet te meten.
Want Godt, met harte en zin
Bemint, belooft met min
Hem ryklyk te belonen,
En elk godtvruchtig werk
In 't endt van 's levens perk
Ook endeloos te kronen.
't Gemoet, hierdoor verheugt,
Smaakt Manna, groter vreugt,
Dan aardtsch vernuft kan vatten;
Wint waarder schat, by Godt
Bewaart voor roest en mot,
Dan 's werelts rykste schatten.
Geen goet wort daar ontbeert:
Geen ramp bederft, of deert
Den mensch, van Godt verdedigt;
Geen vyant, hoe verwoedt,
De ziel, door Christus bloet
Met Godt altoos bevredigt.
De ziel, zo wis daar vry
Van 's werelts razerny,
Als van de helsche boosheit,
Wacht leven door de doot,
Gebergt in hogen noodt,
Gerust in rusteloosheit.
| |
[pagina 255]
| |
Haar huis is vast op rots
Gebout, een' storm ten trots;
Haar wynkelk vol geschonken;
Haar disch altoos gedekt;
Haar wellust onbevlekt
En veilig, hemelsch dronken.
Haar droefheit zelf verblydt:
Haar kracht, door strydt op strydt
Beproeft, wint aan, en sterker
Door 's hemels hulp, bespot
Zo kloek een moortschavot,
Als pynbank, boei en kerker.
Daar rust Godts knecht ook zacht,
En slaapt op 's hemels wacht,Ga naar margenoot+
Schoon op den hals gevangen;
Of dankt, wel streng met roênGa naar margenoot+
Gegeesselt, onder 't bloên,
Godts gunst met lofgezangen.
Zo zalig leeft de mensch,
Zo heerlyk naar zyn' wensch,
Die met een vroom geweten
De Godtheit vreest en dient.
Hy leeft, als 's hemels vrient:
Zyn heil is niet te meten.
1693. |
|