| |
| |
| |
Change/Charge: Kommentaar in de marge
Een dokumentatie in Raster van een geprononceerde groepering in de huidige franse literatuur als-Change impliceert nog niet direkt verwantschap tussen Change en Raster, die is er hooguit wat betreft enkele onderwerpen. Change verdient de aandacht vanwege het voor een literaire groep brede skala van aktiviteiten. Zo werden er afleveringen van Change besteed aan de praagse strukturalisten, russiese formalisten, montage, geweld, vertalen enzovoort en werd geprobeerd het werk van Jakobson, Eisenstein, Chomsky te verbinden met nieuwe schrijfwijzen. Als ik nu een paar nurkse opmerkingen maak naar aanleiding van een in Raster opgenomen vraaggesprek met Jean Pierre Faye (verder geciteerd als Antwoorden) is dat niet om het blad Change van nul en gener waarde te verklaren. Een polemiek met het tijdschrift zou ook alleen zin hebben als het een nederlands blad was. Ik voel me alleen geprikkeld door de pontifikale grootspraak van Faye die sinds 1968 in talloze ‘verklaringen’ van Change een stoottroep van de wereldrevolutie probeert te maken. Wanneer ik zijn spreuken uit deze periode overzie, geloof ik dat hij nog het best is te karakteriseren met een uitdrukking van Biermann, namelijk als ‘alchemist van de revolutie’. Enkele van zijn rituele termen wil ik enigszins in het gelid zetten, het woord is aan Faye.
Change - wisseling, verandering (verander imperatief). In de uitgaven van het tijdschrift is change een soort uitroepteken geworden. Overal waar het voorkomt, in artikelen, manifesten, citaten en motto's wordt het trefwoord vetgedrukt, van topos wordt het tot rituele formule. (Ik sla een zojuist in de serie 10/18 verschenen uitgave van de geschriften van Laure open en voorafgaand aan een voorwoord van Faye vind ik een zin van Laure aangehaald, een zin waarin het woord ‘change’ voorkomt.) Met een variatie wordt het woord ook gebruikt om het ontstaan van Change als beweging tot een magies
| |
| |
moment te maken: ‘Les choses avaient commencé par l'envoi de poèmes - par un échange, donc, de lectures allant de “Couleurs pliées” à “Appartenant à”. La rencontre orale allait tourner autour de transformationnisme.’ (1973). Het woord change wordt de eerste term van vele kettingreakties.
Geboortejaar - ‘Vanaf de lente van 68 spatte de gesloten situatie van de voorafgaande jaren op wereldschaal uiteen.’ (Antwoorden) In 1968 maakten Faye en de zijnen zich los van Tel Quel dat zich in die tijd vrijwel volledig identificeerde met het standpunt van de PCF. Tel Quel koos partij voor de Partij, Change gaf zich over aan de Beweging. Wanneer Sollers zich recentelijk, na een maoïsties avontuur, tot het anti-kommunisme van de Nieuwe Filosofen heeft bekeerd en deze in radikaliteit overtreft, is dat goedbeschouwd slechts een voortzetting van de verbale radikaliteit van tien jaar geleden. Change, dat zich onderdeel voelt van een beweging die even allesomvattend als ondefinieerbaar is, heeft zoveel bewegingsvrijheid dat zij haar ontwikkeling telkens, zonodig met terugwerkende kracht’, kan spiegelen aan het verloop (change) van de wereldrevolutie. Bataille wordt aangehaald: ‘De enige autoriteit die ontzag inboezemt is die van de katastrofale verandering.’ Wat Change en Tel Quel in elk geval gemeen hebben is het poneren van autoriteiten, het installeren van schutspatronen en het naar hun hand zetten - op papier althans - van de geschiedenis. In een prélude voorafgaand aan een ouverture bij een colloquium in 1973 (getiteld Changement de Forme, Révolution, Langage) stelt Faye: ‘Want dit “kollektief 68” dat bij het eerste optreden tijdens het grote mondiale revolutiejaar gevormd werd door het Kollektief Change, is tussen de zomer van 73 en het jaar daarop zelf veranderd in een “beweging 74”. Mouvement du “change des formes”.’ (Change de Forme, dl. 1, 1975, p. 11). Zie Het grote jaar.
Beweging - geen suggestiever, wendbaarder en ongrijpbaarder woord dan dit. Faye is een ware grootmeester in het sprokkelen van termen die stilstand en verstarring moeten tegenspreken. Beweging staat tegenover Partij met alle bijbehorende konnotaties; het woord biedt - zoals change zelf - ruimte voor elke lading, het heeft in de tien jaar dat Change bestaat dan ook heel wat moeten vervoeren. Na 1968 is van 1973/1974 een nieuw draaipunt gemaakt, begonnen met het colloquium waaraan vier groepen deelnamen (variërend van linguïsten tot personen die in het leger agitatie bedreven - met als enige samenhang, zo lijkt het, de wil om ‘revolutionaire krachten’ te
| |
| |
verenigen - zie Stervorm). Wat eerst zoiets was als een ‘geheim genootschap’ wordt opeens een internationale beweging, en dat uitsluitend krachtens een Verklaring. Het woord Beweging heeft inderdaad grote voordelen, het ontslaat de bewogenen van iedere konkrete analyse van de literaire en politieke situatie en van hun eigen positie daarin. Maar ja, analyse betekent immers inventarisatie en klassifikatie. Hoewel Change politiek gezien weinig meer is dan een zoveelste splintergroep, beschouwt zij zichzelf als een magneet die alles aantrekt wat met haar intenties overeenstemt; het is alleen een kwestie van willen. ‘De permanente kern van het kollektief brengt een voortdurende interferentie teweeg van cercles, of van bredere kollektieven waardoor manifest gemaakt wordt dat wat Mallarmé aanduidt als de vibrerende aktiviteit van het denken’ (Manifestion du Collectif Change, 1972, in Change 13). Uit het feit dat alle partijen en organisaties afgewezen dan wel buiten beschouwing gelaten worden mag worden afgeleid dat Change haar Beweging als de enige politieke motor ziet - ‘dat alles bij elkaar behoort tot de beweging van de geschiedenis’, wordt in het vraaggesprek gezegd. Niet toevallig heeft Faye het ergens (1973) over ‘het wereldtoneel’.
Verrassende samenhang - verrassend omdat het een verborgen samenhang is die aan het licht komt (zie Antwoord 1), een samenhang tussen soortgelijke initiatieven overal elders in de wereld. Meteen wordt de globe erbij gehaald en het adres van een vriendenklub wordt aangegeven met de naam van een wereldstad - Faye staat voor zijn stafkaart als een generaal zonder leger. Tot zijn verbazing bevindt hij zich in een netwerk van ‘ontwikkelingen’. Zo schrijft hij in 1973 terugblikkend (in een van de vele manifesten waaronder een buitenlandse plaatsnaam staat, in dit geval Uppsala): ‘Iets is ons bij toeval overkomen - sommigen van ons. Dat iets leek in onze ogen volstrekt toevallig van aard tot het moment waarop ons is gebleken dat door het toeval in feite een hevige schok plaatsgreep die de relaties van de percepties en de relaties van de koncepten door elkaar gooide en in beroering bracht - en dat deze schok die ons zomaar overkwam verder ging dan een verrassende samenhang: dwars door de konvergentie van pogingen, vanaf de zeer brede dispersie van herkomsten.’
Tijdens het reeds genoemde colloquium van 1973 sprak Faye een ‘manifeste narratif’ uit, getiteld Tout sur la révolution et la contre-révolution. Het is weer Beweging voor en na, het resultaat is een gekrioel van tautologieën als palingen in een pot snot: ‘...wat ons
| |
| |
verbindt is een beweging (...) zij steunt op verbindingen die zelf bewegen en verbanden aangaan: omdat zij verbonden is met bewegingen, ook al zijn die niet waarneembaar, steunt dit netwerk van veranderingsbewegingen een beweging die reeds kollektief is en die alles met zich meebrengt wat verandert.’
Revolutie - zie Beweging, zie Change, zie Vormverandering. Ook dit is een woord dat overal op van toepassing is. Change lijkt wel een wisselkantoor waar grote woorden als pasmunt over de toonbank gaan. Het woord wordt gebruikt voor zowel wetenschappelijke als literaire of politieke verschijnselen. Dit is politiek symbolisme waarvoor revolutie een fetisj is, een teken zonder betekenis maar met voor de gebruiker een onuitsprekelijke gevoelswaarde. Overigens lijkt revolutie voor Faye vaak synoniem met ‘kulturele revolutie’, waarvan onduidelijk is of het de revolutie van, door of in de kultuur is.
Het grote jaar - zie Geboortejaar. Soms heet het eenvoudig mei 68, dan weer Het grote jaar of Het mondiale revolutionaire jaar. Hoewel ik in Change nimmer een analyse van de ‘gebeurtenissen’ in dat jaar heb aangetroffen wordt het zonder blikken of blozen in één adem genoemd met 1789 en 1917.
‘Welke theorie? Welke revolutie? Het jaar dat inzette met de rede van 2 januari op het kongres van Havanna, gevolgd door het Tetoffensief in Zuid-Vietnam, door de gebeurtenissen in maart-april in Tunis, door “de volksbeweging en de stakingen van april-mei 1968” in Brazilië; door de stakingen van Venezuela, door de Berlijnse 1 mei, “eerste antikapitalistiese manifestatie die Berlijn heeft gekend sinds het nazisme”, door de uitbarstingen in een hele reeks hoofdsteden (die ik met een kleine letter zal schrijven) (en niet zonder de mikro-hoofdsteden ertoe te rekenen, de amerikaanse campussen) milaan berkeley columbia harvard parijs warschau praag belgrado zagreb - tenslotte gekenmerkt door de kulminatie van de kulturele revolutie in Azië - dat jaar intrigeert ons als de sfynx zonder Oidipous van de hete geschiedenis...’ (Faye, Le Trèfle, in Change 20, 1974).
Symbolen: het volstaat om te zeggen ‘de rede van 2 januari’, de naam van Castro hoeft niet eens meer te worden genoemd. Havanna zelf is al een herkenningsteken. Het kollektief manifesteerde zich voor het eerst in 1968 in Havanna, ‘bedreigde, belegerde plaats van de wereldrevolutie’. Zie Mondiaal.
| |
| |
Mondiaal - Faye besluit zijn inleiding bij een bloemlezing uit vijf jaargangen Change aldus (voor de couleur locale laat ik het maar onvertaald): ‘Désormais, la bataille dans les égouts de l'économie comme la lutte et détournements aériens du langage, masse par masse, s'articulent mondialement et se joignent. La jonction dans la divergence - la dis-jonction qui engendre -, voici qu'elle relie les frappes différentes du procès révolutionnaire dans l'étoffe du langage et sur le sol de l'histoire.’ De (franse) wereld is Change te klein. In nummer 20, dat veelzeggend Change mondial heet en niet ‘change international’, worden auteurs uit andere landen aan de lezer voorgesteld als leden van één grote familie. Enkele voorbeelden:
Jack Spicer - ‘Notre frère en Transformations’
Kwa Tamani - ‘Dédié aux “frères derniers poètes”, il est notre frère en Change. Avis à qui retrouve sa trace’
Massa Diabaté - ‘Experimentateur du grande change parole/écriture: notre frère en ça’
Aïgui - ‘Notre frère dans la sorcellerie’
Göran Sonnevi - ‘Notre frère dans la nouvelle langue’
Inger Christensen - ‘Soeur de Collebert dans le ça’
Miron Bialoszewski - ‘Notre frère dans l'insurrection’ enzovoort.
Archipel van verandering - topografies kent Faye, waar het erom gaat zijn eigen plaats en die van zijn blad respektievelijk beweging te bepalen, geen grenzen en geen gêne. Soms denk je met vaderlandse grootmeesters van het politiek symbolisme te doen te hebben (Mulisch-Donner-Schat). Bijvoorbeeld een zin als deze: ‘...want ik zie deze reeks interventies niet zozeer als een “colloquium” in de gebruikelijke zin van het woord maar als een archipel van verandering - vergelijkbaar met die van de Argonauten van de Stille Zuidzee die Malinowski onderzocht heeft. Waar, verbonden door een bijzonder proces van ruil en verkeer, verschillende eilanden zich aftekenen.’ (Ouverture bij het Colloquium van juli 1973.)
Diaspora - het lijkt vervelend te worden, deze opsomming. Het is ook vervelend en bovendien irritant zoals Faye, ook met dit begrip weer, de verstrooiing, zijn eigen positie door analogieredeneringen uitvergroot. Allereerst is er de verstrooiing van bewegingen vanuit het jaar der jaren, - een projektie. Dan is er (ook in Antwoord 3) de verstrooiing van ideologiese versies sinds de griekse demokratie - een opvatting van ideologie die er een puur taalkundig fenomeen van maakt. Volgt de verstrooiing van de kulturele revolutie van Lenin tot
| |
| |
Mao. Nog duisterder is de kontaminatie met joodse diaspora. Er vindt een associatie plaats van over de wereld verspreide en vervolgde joden met de illegale strijders van de Beweging waartoe Change zich rekent. Censuur is een van de spookbeelden die worden opgeroepen om van onderdrukking te kunnen spreken. Wanneer ‘jonge revolutionaire schrijvers’ geweigerd worden heten ze meteen ‘verboden’. Er is al een - even kontaminerende - vergelijking geweest (in Antwoord 1) met de ‘geheime’ arbeidersverenigingen’ in Parijs ten tijde van Marx; en dat terwijl er bij Faye nooit sprake is van arbeidersbeweging, socialisme of kommunisme, alleen van (kulturele) revolutie, beweging, vormverandering en van diaspora. Linguïsten, psychoanalytici, dichters, gastarbeiders en aktivisten in het leger zijn de nieuwe joden van een mondiale revolutionaire beweging, de nieuwe ondergrondsen. De strategie die wordt aangekondigd is navenant (Antwoord 4 en 5): een ‘strategie van verspreiding’ die kennelijk vooralsnog bestaat uit het opzetten van zoveel mogelijk verschillende tijdschrift- en boekenreeksen met schreeuwende titels.
Klaverblad - dit is de titel van een verklarende inleiding van Faye bij het nummer Change mondial. Bedoeld is de trits poëzie-theoriepolitiek. Op zich een uitdagend hypothetiese verbinding, nuttig als werkprogram, maar in de bewoordingen van Faye neemt het meteen alweer de magiese vorm van analogieën aan. Praag - poëzie: Nezval, Teige; theorie: Jakobson, Cercle linguistique; politiek: het Leva Fronta, Teige. Een vergelijkbare trits werd eerder al gevormd door ‘de drie dimensies van de grote beweging van de revolutionaire russiese avantgarde’: Majakowski, Jakobson, Lef. Ze is in 1935 terug te vinden bij Breton. En nu dan Change enz. De moeilijkste vraag evenwel - hoe poëzie, theorie en politiek zich ten opzichte van elkaar verhouden en wat ieders specifieke werkterrein is - blijft open. Het beeld van het klaverblad zegt kennelijk genoeg.
Stervorm - een ander zinnebeeld van konvergenties. Wederom de meer suggestieve dan inhoudelijke situering in een historiese reeks van revoluties die elkaar treffen: psychoanalyse-surrealisme; fenomenologie-geëngageerde literatuur; strukturalisme-nouveau roman. En nu transformationisme en Beweging van ‘verandering van vormen’.
| |
| |
Stamboom - inderdaad zijn de reeksen meestal alleen maar suggestief. Zoals de opsomming van brandhaarden overal ter wereld, ongeacht hun verschillen, die van het jaar 68 één hoogtepunt maken. Zoals de opsomming van literaire, theoretiese, politieke brandpunten overal ter wereld na 68 een kumulatieve beweging suggereert. Zoals het klaverblad een organiese eenheid van theorie, literatuur en politiek symboliseert, en de stervorm een ontplooiing van aktiviteiten vanuit één lichtend centrum. Zoals de reeks parallelle revoluties in de theorie en de taal. Zo ook de reeks verbanden tussen surrealisme en Oktoberrevolutie, tussen geëngageerde literatuur en antifascisties verzet, tussen nouveau roman en verzet in Algerije en antikolonialistiese strijd, bekroond met de osmotiese relatie tussen ‘internationale revolutionaire beweging van het jaar 68’ en de Beweging van de ‘verandering van vormen’ ‘waarvan het perspektief zich al aankondigde in januari 68 in de Deklaratie van Havanna’. Het kan niet op. En wat staat er in Change 20: ‘Zoals de surrealistiese beweging de onderzoeker wilde zijn van het onbewuste psychies automatisme, is de beweging van de verandering van vormen de exploratie van het onbewuste van de talen in de wereld: Echange, Transformation, Battements de l'entre-langues.’
Vormverandering - Uit het eerste deel van Das Kapital - door Faye aangeduid als ‘dat Eerste Boek’ - wordt een oppositie van twee begrippen gehaald die telkens weer wordt ingezet om de grote sprong voorwaarts (of ‘La Longue Marche du récit’) te evoceren: de dialektiek tussen change de forme en change matériel. Zoals er elders door Faye zelden iets geanalyseerd wordt en in plaats daarvan op suggestieve wijze begrippen, namen en citaten aan elkaar geplakt worden, gaat het ook hier niet om een verbinding van ekonomiese theorie (waarin de begrippen van Marx thuishoren) met een analyse van andere sociale praktijken (zoals taal en literatuur) maar alleen om een verbale analogie zoals bijvoorbeeld de vergelijking tussen Marx en Chomsky (in Antwoord 2). Een nieuwe term wordt gesmeed: ‘critique de l'économie narrative’. Iemand die kritiekloos begrippen uit verschillende gebieden kontamineert is als theoretikus onbetrouwbaar. Wat Faye in zijn Antwoorden doet met begrippen als ideologie, kulturele revolutie en dialektiek bevestigt dat.
Dialektiese terugslag - dialektiek is voor Faye van de nood een deugd maken. Getuige wat hij in Antwoord 4 beweert gaat hij uit van een soort ‘Verelendungstheorie’: wanneer iets maar voldoende
| |
| |
onderdrukt wordt ontsnapt er iets nieuws, iets positiefs - de wonderbaarlijke vermenigvuldiging van Change-reeksen en de kruisbestuiving van revolutionaire cellen, kringen, groepen, bevriende of verwante bewegingen, ontstaan tegen de verdrukking (van de censuur) in, zelfs dank zij die verdrukking. Faye dixit. Dialektiek is zoiets als een springveer.
Regressieve variant - Faye gedraagt zich als een regisseur van de geschiedenis (steeds meer gelijkgesteld aan ‘narration’) van revoluties. Hij rekent het kennelijk ook tot zijn taak te waarschuwen voor de judas van de messianistiese beweging (Sollers) en voor diegenen die ogenschijnlijk met hetzelfde bezig zijn als de Change-groep, maar omdat ze afvalligen zijn met een verbasterde versie voor de dag komen. Het is een bekend mechanisme bij groepsvorming: minimale verschillen met naaste konkurrenten zorgen voor maximale wrijvingen. Het is misschien ook een bijverschijnsel van het isolement. In Antwoord 1 heeft Faye het over de tekstkultus, ‘een regressieve versie van het strukturalisme’, op andere plaatsen gebruikt hij nog robuustere kwalifikaties, en hij rust niet voordat hij ook voor de bastaardvormen een stamboom heeft opgezet (een ware boom van goed en kwaad). Wanneer hij in zijn inleiding bij de bloemlezing van Change een genealogie van theoretiese, literaire en politieke revoluties schetst, worden meteen de regressieve varianten vermeld.
Jean Pierre Faye - in elk geval sluit Faye aan bij een bekende traditie in Frankrijk, die van de literaire hogepriester. Wat Breton was voor de surrealisten, Sollers voor Tel Quel, en wat Ricardou probeert te zijn voor de Nouveau Roman (die zich achteraf opwerpt als Beheerder van een groep waartoe hij alleen diegenen rekent die aanwezig waren op een door hem zelf georganiseerd kongres over de nouveau roman, degenen dus die samen met hem op de foto staan) is Faye voor de Beweging Change des Formes: dezelfde versmelting van persoonlijke intenties en doelstellingen van de groep, dezelfde megalomanie, dezelfde hang naar zuiverheid in de leer, dezelfde rabiate houding tegenover afvalligen en konkurrenten. Wat Faye vooral kenmerkt, dat moeten de voorbeelden duidelijk hebben gemaakt, is een metaforiek die de plaats inneemt van analysen. Niet op basis van een theorie maar met analogieën worden linguïstiek en literatuur, ekonomie en taaltheorie, politiek en poëzie onder één noemer gebracht. Met formules wordt de problematiese positie van het schrijven en de literatuur dusdanig bezworen dat de schrijvers
| |
| |
van Change automaties revolutionairen worden en Change een ferment van de wereldrevolutie. Change - een wereld in boekvorm.
Verschenen in: Raster 8, 1978.
|
|