28 November
Het gerucht over de groote ‘huis-aan-huis’-razzia leeft hardnekkig voort. Karel kwam gisteravond laat nog waarschuwen: ‘Morgenochtend beginnen ze!’ Vandaag niets gemerkt. Ik hoorde, dat de Beurs wordt gereedgemaakt om er het gevangen wild in onder te brengen.
Die vervloekte onrust elken dag opnieuw: nú moet je wegkruipen; nú bonzen ze dadelijk met een kolf op de deur; straks hoor je ze met hun laarzen de trap opkomen, schreeuwen en schelden... Ik heb de verduistering van de ramen gehaald. Aan den buitenkant ziet het huis er nu uit alsof het onbewoond is. Misschien helpt het. Sporen, die direct op het verblijf van een mannelijk wezen duiden, hebben we zorgvuldig uitgewischt. De schuilplaats is gereed.