Doortocht. Een oorlogsdagboek 1940-1945
(1946)–Bert Voeten– Auteursrecht onbekend
[pagina 140]
| |
ben vanmorgen hun leven gelaten voor het executie-peloton. Zij waren met z'n twaalven; onder hen een Willem Arondéus, dr Johan Brouwer, Koen Limperg, Sjoerd Bakker... ‘oranje-bolsjewistische intellectueelen’. Natuurlijk was de aanvoerder een Jood. ‘En’, zoo luidde het in de bekendmaking van den bloedraad, ‘nog vijf daders waren half-Jood of hadden Joodsch bloed’. Om het weerzinwekkende van deze ‘verklaring’ tot zijn maximum op te voeren, besloot de alinea met: ‘Twee der voornaamste daders waren homosexueel’. Daar is alles mee gezegd. Dat maakt den strijd voor de vrijheid verklaarbaar. Zoo wil men de massa wijsmaken, dat de kiem van het verzet zou liggen in een ziekelijke, decadente kliek. Maar de massa weet beter. Zij weet, dat de kiemen van het verzet in alle lagen van ons volk zijn opgeschoten. En zij móet gaan beseffen, dat het juist die zoogenaamde ziekelijke en decadente kliek is, tegenover welke de mof zich het meest kwetsbaar voelt, omdat zij in werkelijkheid de geestelijke élite van het volk omvat: de kunstenaars, de wetenschapsmenschen, de intellectueelen, die het nazisysteem van het eerste uur af hebben doorzien en gewogen. |
|