2 Februari
Laat in den avond heeft Hein den Joodschen industrieel M. en zijn vrouw bij ons gebracht. In de tweekamer-woning van een arbeiderswijk, waar zij een week verborgen waren gehouden, was het te warm geworden. De buurt zat er vol verraders.
Toen zij in het helle kamerlicht traden, zag ik dat de angst zich als een scherpgesneden masker op hun gezichten had vastgezet.