14 Augustus
Vanmiddag, toen ik naar Louis liep, kwam ik er toe den dood als een verlossing te zien, verlossing uit den chaos, verlossing van den smaad der tirannie. Met een zelfmoordplan hield deze gedachte geen verband. Ik heb immers geen moed genoeg mij aan de lafheid van het vrijwillige einde te geven? En voor ‘den harden dood’ heb ik 'n angst, die mij sedert mijn vroegste jeugd vervolgt.
Ik dacht enkel aan de mogelijkheid van een groote rust, na den overgang. En rust heb ik noodig. Er is een verscheurende hunker naar rust in mij. Ik voel, hoe deze vervloekte oorlog mij langzaam ondermijnt, mijn zenuwen kapotvreet, mijn gansche organisme aantast.
Maanden achtereen heb ik, beroepshalve, de stapels