30 Juni
Het ziet er naar uit alsof de Duitschers opnieuw een bliksemveldtocht zijn begonnen. Lemberg is gevallen. Reeds wordt het gebied van Minsk als operatieterrein genoemd.
‘Waar blijft nu dat Roode Leger?’ vroeg Koppens mij vanavond. Ik bemerkte dat zijn spot hem evenzeer wondde als hij het mij deed. Nochtans ging hij verder. ‘Is dit alles wat het nieuwe Rusland op kan brengen?’
Wij gingen als vreemden uit elkaar. Buiten regende het. Ik voelde mij kil, eenzaam, onbegrepen. Men lachte om het ‘nieuwe Rusland’, om den géést van dit nieuwe Rusland. En dat alles het werk van de stompzinnige propaganda: de anti-communistische demonstraties, de gruwelverhalen over ‘het joodsch-bolsjewistische beest’, de aanplakbiljetten, het radio-gebral? Mijn geloof vind ik slechts terug in enkelen. De groote middenmoot der bourgeoisie, die in deze streken den toon aangeeft, loopt nog altijd rond met de voorstelling van den harigen beestmensch, den Gepeoe-beul uit duizend-en-een vlugschriftjes. En uit den mond van haar lidmaten heb ik in deze dagen meer dan eens gehoord: ‘Maar goed dat die moffen tegen “de rooien” begonnen zijn. Nu kunnen de heeren elkaar daarginds afmaken en wij zijn van twee kwaden verlost’. Of nòg erger: ‘Je kunt per saldo nog beter onder den mof zitten dan onder de communisten...’ Spanje wordt natuurlijk weer opgehaald: de verwoeste kathedralen, de geroosterde kloosterlingen, de verkrachte nonnen. Dus zelfs onder de laars nog: Leve Franco, leve het vuurpeloton dat een Federico Garcia Lorca vermoordde.