23 Juli
Gisteren was ik voor mijn blad in Rotterdam. Opdracht: een puinreportage. Afgaande op hetgeen ik in Vlaanderen gezien had, vormde ik mij, tijdens de treinreis, een beeld van de verwoestingen. Maar de zon rees zoo hel boven Holland en tegenover mij zat een glimlachende oude heer, die het had over de paring van inktvisschen, over protoplasma, atomen en nazi's. Het beeld trok weg.
Toen ik de ruïnes van D.P. verliet, week de zomermorgen voor een verbijsterende werkelijkheid. Tot den avond ben ik er in omgegaan. Ik heb de oude wegen gezocht, de oude straten. Tallooze kon ik in het geheel niet meer vinden. Andere herkende ik aan de brokkige rompstukken van een gebouw, dat met zijn betonnen skelet het vuur gedeeltelijk had weten te weerstaan. De grauwe stofwalm die overal hing, drong door alle poriën. Een weeïge lucht van smeulend hout en tusschen het puin ontbindende lijken maakte mij