| |
| |
| |
| |
XII.
Degradatie.
Wim en Wijn verschenen om de veertien dagen geregeld op 't T.T.T.-veld om de wedstrijden, door hun elftal gespeeld, bij te wonen.
Meestal gingen Li, Foe en Mieke mee. Met d'r allen zaten ze op de gereserveerde tribune en telkens dwaalden de blikken van de spelers naar hun ouden midvoor. 't Ging met T.T.T. niet goed!
Geen wonder!
Dat kwam niet door 't verlies van twee der beste spelers, al kregen ze in geen tien jaar zoo'n kanon terug. Er zijn waarlijk voortreffelijke spelers genoeg. Nauwelijks is er één uitgevallen, of een nieuwe staat klaar. Niemand is onmisbaar en 't allerminst bij 't voetbalspel.
Wèl is van 't grootste belang, welke geest er in een club heerscht. Zoolang Wim Vormers de aanvoerder van T.T.T. bleef, hield hij de teugels strak. Zijn invloed voorkwam dwaasheden, een overheersching van jaloezie en dobbelzucht. Hij hield T.T.T. op een hoog peil en daartoe hielp Wijn óók mee. Er ging van hen beiden een gezonden, frisschen invloed uit, die de mindere karakters bedwongen.
Maar vooral de invallers brachten een ver- | |
| |
keerden geest in de club.
Voetbal bleef niet langer hoofdzaak, wèl de jool. En wat voor jool!
't Gevolg was natuurlijk een inzinking van 't spel. Zoetjes aan zakte T.T.T. naar omlaag.
't Hinderde Wim Vormers geducht! Hij zat nu in 't bestuur en geen enkele vergadering verliep zonder herrie.
Want Wim, vervuld van z'n groote plan tot hervorming van 't voetbal, ontzag zich niet, om ronduit en soms met felle woorden de handelingen van de spelers te veroordeelen.
De overige leden van 't bestuur gaven zich onvoldoende rekenschap van wat er onder de spelers gebeurde.
Als zij maar bestuurslid mochten zijn, officieel de lakens mochten uitdeelen, op de voorste rij zitten en op papier prachtige raadgevingen uitdeelen, dan waren ze al tevreden.
Ze merkten niet 't innerlijk verval van de club en zelf begingen ze allerhande fouten, die noodlottig op de leden werkten, niet alleen van 't eerste elftal, maar nog meer op de lagere!
De zucht tot pretmaken, uitgaan, brassen en dobbelen begon ook de jongeren aan te grijpen.
Met 't bestuur, dat zelf te veel van pretjes hield, gleed heel T.T.T. omlaag.
Wim werd uitgemaakt voor een zwartgallige brommer en achter z'n rug vertelden de bestuursleden, dat hij alleen zoo handelde uit jaloezie!
Maar nu al vijfmaal achtereen had T.T.T. op eigen terrein verloren! De kampioenen van 't vorig jaar werden telkens en telkens verslagen.
Waren Wim en Wijn er getuige van, dan voelden ze zich toch bang te moede.
| |
| |
Wijn bleef door z'n vriend op de hoogte van de oorzaken, die de aftakeling van T.T.T. voor iedereen zichtbaar maakte.
Hij dacht aan zich zelf, toen ook hij voor korten tijd een verkeerd pad insloeg en kracht wilde putten uit bronnen, die tenslotte toch verzwakken.
Op een keer kwam 't tot een botsing tusschen Wim en de overige bestuursleden. Er was weer eens voor de zooveelste maal een reden tot fuiven, volgens Wim, omdat T.T.T. drie en een half jaar eerste klas was geweest.
Dus moest er geld uitgegeven worden, wat heel geschikt kon door de goed gevulde kas, sinds de reusachtige ontvangsten bij de kampioenswedstrijden.
't Bestuur verzon een gecostumeerde voetbalwedstrijd tusschen twee elftallen van T.T.T.
Voornamelijk verschillende spelers uit de lagere elftallen deden mee.
Op een Zaterdagmiddag zou de groote jool plaats hebben.
Wim moest eerlijk bekennen, dat 't een potsierlijke vertooning werd.
De spelers hadden zich gekleed als oude dame met een parasol, een baby, een boer op klompen, een clown, een modern jong meisje, een fat, een grijsaard en zoo meer.
De bal had voor deze gelegenheid een anderen vorm gekregen, zooiets als een platgetrapte, half bol, half plat, een rugby-bal! Ook de scheidsrechter zag er zeer vermakelijk uit met z'n hoogen hoed, z'n rok en vreemdsoortige schoenen. Hij blies niet op een fluitje, maar op een misthoorn. 't Publiek had schik in de dolle vertooning.
| |
| |
Tot zoover behoefde Wim zich niet te ergeren, integendeel, hij lachte om 't hardst mee.
Maar - na afloop van den wedstrijd, vond de voorzitter 't noodig alle broekjes van nog geen achttien jaar te tracteeren.
Dat was gul, dat was aardig van den voorzitter. 't Ging er alleen om, wàt de tractatie schafte.
Niets beters wist de brave voorzitter te verzinnen dan - een borrel!
En de schapen durfden niet weigeren, al begrepen er velen, dat ze op hun leeftijd stellig wel iets beters hadden gelust.
Wim zag 't aan... een storm woedde in hem. Moesten die kinderen, 't wàren toch nog kinderen nù al dat gevaarlijke goedje drinken?
Hij zag de verwonderde blikken van heel veel joggies, nauwelijks veertien jaar. Ze wisten geen weg met 't sterke vocht en - er waren er, die 't stilletjes lieten staan.
Maar de ouderen deden dapper! Ze wilden hun voorzitter eens laten zien, hoe flink ze waren. Ze hoorden hem spreken, ze zagen hem 't glas opheffen en - ze dronken mee. Daarna bleef alles gezellig bijeen, héél gezellig. Vele broekjes raakten 't stuur kwijt, lachten op een idiote manier en - deden braaf mee aan de groote gokkerij, die de voorzitter ter eere van 't feest op touw zette en waarbij de kinderen heel wat dubbeltjes verloren.
Nadat de jongere leden vertrokken waren, deed Wim een heftigen aanval op 't beleid van 't bestuur. Er vielen harde woorden en 't slot was, dat Wim z'n ontslag nam als bestuurslid en lid!
Wijn gaf hem niet heelemaal gelijk.
‘Zóó win je niet veel! Als je precies eender
| |
| |
handelt bij je grooten aanval, dan voorspel ik je weinig succes.’
Die woorden van z'n vriend vielen Wim geducht tegen.
‘Hoe had jij dan gedaan?’
‘Dat is niet makkelijk te zeggen. Ik geloof, dat 't voorbeeld van grooten invloed is. Toen wij samen in T.T.T. zoo'n beetje te zeggen hadden, gebeurde er niet, wat je nu ziet. Langzaam dóórwerken, niet met hevige scènes.’
Wim zweeg even - daarna viel hij uit: ‘Dus wou jij de verkeerde toestanden verbeteren door je voorbeeld? Een prachtig effect zou dat geven! Ik ben toch blij, dat ik die kerels de waarheid heb gezegd! Win ik er niets mee? Dat geloof ik niet. T.T.T. zakt reusachtig. Misschien komt er onder de leden een besef, dat er iets hapert.’
‘Juist,’ zei Wijn, ‘je had de jongeren aan je moeten binden. Met de goede elementen zou je wat kunnen bereiken. Dàt is mijn overtuiging. Wat jij wilt, is wèl vernietigen, maar niet opbouwen. Ik zou in jouw plaats een afscheiding beter gevonden hebben. En zoo moet 't ook gaan in den Voetbalbond. Een afscheiding kan niet uitblijven! Vereenig de goedgezinde clubs, de gelijksoortige vooral, en richt een nieuwen Bond op. Dàt lijkt me den weg. Anders wordt 't ruzie maken, schelden, razen en 't groote publiek keert zich van dien schreeuwboel af.
Je moet een nieuwen Bond hebben met scherpe bepalingen tegen 't ruwe, gemeene spel, en met een uitgebreide macht van de scheidsrechters.
Jongeren in 't hoofdbestuur en vooral spelers, die oog hebben voor de eischen en de belangen van de clubs.
| |
| |
Géén oude heeren-regeering, géén opa's, die nooit een bal hebben aangeraakt. Er moet een frissche strooming door de moerassige, dampige voetbalvelden geleid worden. Wakkere knapen moeten aan 't hoofd staan, deskundigen, die 't spel hebben meegemaakt.
Terug moeten we naar de oude tijden, toen er nog gevoetbald werd.
Géén entrees voor jan en alleman!
De clubs spelen alleen voor d'r leden en dan eerlijk en mooi!’
Zóó had Wim z'n vriend nog nooit hooren spreken. Sinds z'n laatste triomf was hij dus in 't geheel niet onverschillig geworden. Integendeel, hij bekeek de heele voetbalbeweging met kennersoogen.
Wim dacht lang over z'n woorden na - hij moest toegeven, dat hoofdzakelijk bitterheid en teleurstelling hem geprikkeld hadden tot plannen, die waarschijnlijk wel stormen ontketend zouden hebben, maar zonder de frissche opklaring, die Wijn bedoelde.
Den volgenden morgen na een nieuwe nederlaag van T.T.T., las Wim in de krant, - dat één van de spelers van zijn gewezen club zóó hardhandig was opgetreden, dat een slachtoffer wekenlang in 't ziekenhuis moest blijven. Ook in andere plaatsen waren noodlottige ongelukken gebeurd door ruw spel.
Dat versterkte Wim in z'n overtuiging, dat Wijn 't bij 't rechte eind had.
Ja, van nu af aan ging hij alle sportbladen napluizen, materiaal verzamelen om aan te toonen, hoezeer 't voetbalspel ruwer was geworden. Dan een voorloopig comité vormen, die de plannen
| |
| |
uitwerkte, een poging zou wagen in de groote vergadering om daarna een voorstel in te dienen tot afscheiding. Dat kon alleen als er genoeg voetballers achter hen stonden. Wijn juichte dit plan toe. Hij zelf kon er niet aan meewerken, al machtigde hij z'n vriend de naam van de lange midvoor te gebruiken.
Wijn studeerde met grooten ernst en vanzelf raakte de belangstelling in 't voetballen eenigszins op den achtergrond.
De maanden verliepen.
't Voorjaar zag T.T.T. onderaan geplaatst. Wim verscheen niet meer en Wijn kon 't ongelukkige spel van z'n oude club niet langer aanzien.
Wèl ging z'n hart open, toen er opnieuw een landenwedstrijd gespeeld zou worden. Hij ontving de uitnoodiging... ja, 't kostte hem moeite deze te weigeren.
Volhouden bleef 't wachtwoord, z'n ingenieursdiploma eerst in den zak hebben. En dan - wie weet.
Liep alles hem mee, dan kon hij klaar zijn als de volgende Olympiade in Berlijn zou worden gehouden.
Dan nog eens meevechten in een sterke Nederlandsche ploeg. Dàt zou een prachtig slot zijn.
Zeker een slot, want gauw genoeg eischte 't leven hem op. Eenmaal in betrekking, dan kwam er van voetballen toch zeker niet veel.
Dus nu geen toegeven meer aan een verklaarbare ijdelheid, ook wel aan een hevig verlangen, 't bruine monster de eene trap na de andere te geven. -
Al die maanden had Wim in z'n vrijen tijd gewerkt aan 't groote plan. De aanstaande jaar- | |
| |
vergadering zou rare dingen zien gebeuren.
De lijst van beenbreuken, van bloeduitstortingen, van allerhande kneuzingen gaf een getal om van te duizelen.
En elke week schreef Wim weer nieuwe ongelukken bij.
Met tal van menschen had de commissie overlegd. In alle deelen van 't land vond ze bijval en toezegging van steun. Alle voorbereiding was in de puntjes verzorgd. De groote aanval kon beginnen!
Eén ding hield Wim óók nog in spanning, evenals Wijn.
Aanstaanden Zondag moest T.T.T. tegen L.V.V. spelen. Verloor ze dien wedstrijd, dan was ze veroordeeld om de groote degradatiewedstrijden te spelen. En - alle voorteekenen wezen er op, dat T.T.T. ging verliezen.
Dan liep de oud-kampioen gevaar te degradeeren.
Wijn kon den nacht van Zaterdag op Zondag niet slapen.
Misschien had hij te hard en te lang gewerkt.
Voortdurend was hij aan 't woelen en dan speelde hij mee in een vreeselijken wedstrijd...
De tegenpartij bestond uit allemaal spelers met vier beenen!
Wijn kermde en zuchtte en hij ging zóó te keer, dat z'n moeder 't hoorde, hem kwam opzoeken.
Hij werd toen klaar wakker, vertelde haar de oorzaak van z'n onrustig slapen.
Hij dronk wat water, lachte eens met z'n moeder en - zocht opnieuw den slaap. 't Wilde niet lukken.
Nu dacht hij aan morgen, als T.T.T. de Leid- | |
| |
sche club moest bekampen en - waarschijnlijk onderaan de lijst zou komen - voor goed!
Wijn wilde die ontmoeting niet bijwonen. Daar op de tribune te zitten, kalm te moeten toekijken, als z'n roemvolle vereeniging zoo treurig ging eindigen, nee, dat kon hij niet. En toch, er leefde in Wijn een mooie herinering aan de gezellige, vroolijke dagen, aan de groote wedstrijden om 't kampioenschap.
Zachtjes aan kroop er een ideetje in z'n hersens naar voren... Als hij... als hij voor één keer... als hij z'n bedreigde club eens te hulp kwam, ze behoedde voor een smadelijk einde.
Dan weer dacht hij: 't Is hun eigen schuld! Ze verdienen niet beter. Wim heeft ze genoeg gewaarschuwd.
Maar - als de groote plannen van Wim verwezenlijkt werden, dan zou er verandering in 't heele voetbal komen, dan bleef T.T.T. misschien in de eerste klas!...
Er bestond immers toch ook zoo iets als vriendschap. Acht spelers met wie hij zoo prettig had samengewerkt, waren nog in 't elftal.
Wijn zag hun gezichten, hij herinnerde zich allerlei kleine voorvallen. Weer leefde hij mee de gewichtige wedstrijden om 't kampioenschap van Nederland.
Nee! hij mocht niet werkeloos blijven als T.T.T. dreigde ten onder te gaan.
Maar - maar - z'n belofte... wat moest z'n vader denken, hoe zou z'n moeder hem aanzien?... Nee - nee - hij deed 't niet.
Wijn trachtte door allerhande middeltjes in slaap te raken. En toch zag hij onophoudelijk z'n vroegere vrienden worstelen, in hun wanhoop
| |
| |
ruw en gemeen spelen.
Hij wilde 't ronduit aan z'n ouders vertellen, dàt was de eenigste oplossing! Als die zich verzetten, hem met reden z'n meespelen afraadden, welnu, dan liet hij z'n plan varen.
Nog iets anders...
Kòn hij z'n oude club nog wel helpen? In geen maanden had hij een bal aangeraakt. 't Zou te bezien staan, of hij wel een goed figuur zou maken.
Wijn glimlachte bij 't denken aan den laatsten wedstrijd, die hij van T.T.T. had bijgewoond.
Zóó als die midvoor speelde, nou - Nee, 't stond nu bij hem vast!
Morgenochtend met z'n ouders praten, ze duidelijk maken, dat hij helpen moest.
Voor twaalven wilde hij dan een beetje gaan trappen om wat te wennen.
Nog iets!
Zou T.T.T. nog wel van hem gediend zijn?
Na de breuk van Wim met 't bestuur, was er van een sympathieke houding der spelers niet veel gebleken. Alle leden wisten, dat Wim en hij nog steeds dikke vrienden waren.
't Leek dus onwaarschijnlijk, dat ze hem nu zoo maar klakkeloos weer als hun midvoor zouden toelaten.
Heel laat viel Wijn pas in slaap...
Nauwelijks sloeg hij de oogen op, of hij dacht weer aan z'n voornemen. Bij z'n ouders vond hij steun. Nu nog z'n oude club opgezocht. Heel vroeg deed hij de captain verbaasd staan door z'n voorstel.
Deze had er zeker ooren naar! Hij wilde toch z'n mannetjes raadplegen en vooral de tegenwoor- | |
| |
woordige midvoor moest afstand willen doen van zijn plaats.
Wijn trok naar 't terrein om zich wat te oefenen in afwachting van de beslissing.
Wijn was nog lid, niets verbood T.T.T. op diens voorstel in te gaan. Maar, als er misschien spelers Wijn scheel zouden aankijken en daardoor zwak gingen spelen, dan liep 't toch mis.
Maar - heel T.T.T. begreep 't groote belang van deze ontmoeting.
't Degradatiespook dreigde...
Wim Vormers kwam Wijn omstreeks half twee halen voor een flinken loop. Tot z'n verbazing hoorde hij, dat Wijn niet thuis was. Z'n verbazing werd verbijstering toen hij hoorde, dat Wijn de wedstrijd T.T.T.-L.V.V. zou bijwonen. Z'n verbijstering steeg tot een soort van waanzin bij 't vernemen van 't ontzettende nieuws: Wijn speelt mee!
Hals over kop rende Wim naar 't terrein, kocht een kaart en juist, toen de aftrap den wedstrijd deed beginnen, holde Wim den vierden rang in omdat die 't dichtstbij was.
Hij wilde zien, of Wijn meespeelde... Hij behoefde niet lang te zoeken! Daar zag hij de lange figuur van Wijn, als van ouds één en al aandacht voor 't spel.
Wim bleef onder de toeschouwers van den vierden rang en zóó volgde hij 't verloop van den strijd.
L.V.V. bleek veel, veel sterker!
Wat was Wijn begonnen! Hij ging zich belachelijk maken! Hij verbeeldde zich toch zeker niet, dat hij nog net zoo spelen kon als vroeger.
Daar had je 't al! Leiden maakte 't eerste punt.
| |
| |
Ach, natuurlijk!
Wim verzon een middel om Wijn weg te lokken... Een telegram: moeder doodziek... zooiets...
Wàt kon hij doen, om Wijn dit smadelijk fiasco te besparen?
Toch boeide 't spel...
Wijn scheen er zachtjes aan meer in te komen. Af en toe knalden z'n oude beroemde schoten.
Toch maakte Leiden er twee - nul van, en vóór de rust drie - nul!
Wim draafde naar de kleedtent om z'n vriend te overreden, de heele boel er aan te geven, maar Wijn deed vreemd. Wijn liet z'n vriend praten en toen begreep deze hem opeens. Hij herinnerde zich die manier van doen. Dan werd Wijn gevaarlijk! Dan ging Wijn schieten en dan rende Wijn door alles heen om met een reuzenkei te eindigen.
Maar - drie - nul!
Wim zocht nu een plaatsje aan 't hek. Een voorgevoel vertelde hem, dat er merkwaardige dingen gingen gebeuren. L.V.V. kwam 't veld in met een overwinning in den zak.
Halt! heeren! daar leeft nog zoo iemand als Wijnand Olten.
Herinner u, heeren, dat deze midvoor in den wedstrijd Nederland - Zwitserland alle drie de punten wist te halen. En toen had hij nog al pech!
Zou hij dat spelletje niet kunnen herhalen tegen dat slappe L.V.V.?
Vogeltjes, die te vroeg zingen, zijn voor de poes, heeren!
U kent Wijn Olten toch zeker?
| |
| |
Even voorstellen? Goed! 't Is die lange, taaie, vlugge baas! Kijk!
Nog geen vijf minuten na 't begin, volbracht Wijn één van z'n beroemde rennen, en 't was drie - één!
Binnen 't kwartier kwam er een kei 't net inbommen! en 't was drie - twee! De heeren van L.V.V. keken sip, ze begonnen zich wat meer in te spannen. Ze bewaakten dien langen sinjeur, wat niet belette, dat die lange sinjeur een laag schot loste, dat den keeper verraste, en 't was gelijk! Wim had met klimmende bewondering z'n vriend bezig gezien.
Hij slaakte een ontzettende gil, die oversloeg - 't publiek juichte!
Nu zette L.V.V. zich schrap, maar ook T.T.T. zag 't degradatie-spook wijken.
Er kwam een pit en een fut en een drang op 't doel, geweldig! Wijn wachtte 't goede oogenblik! Schijnbaar was hij vastgehouden, maar ze kenden hem niet.
Wim zag 't gebeuren!
Wijn speelde plotseling terug naar 't doel van L.V.V. Toen kwam de schitterendste ren, die hij ooit had gedaan.
Iedereen vóélde: daar komt 't winnende punt.
En 't kwàm!
De aanhangers van T.T.T. deden als krankzinnigen. Wim zelf vergat alles, vloog 't veld in om Wijn de hand te drukken. De grensrechter trok hem terug. 't Scheelde weinig, of Wim was aan 't bakkeleien getrokken. Wijn zelf dreef hem weg.
Na dit doelpunt zakte de strijd ineen, van weerskanten scheen alle kracht gebroken - 't bleef vier - drie.
| |
| |
T.T.T. was gered!
Even onopgemerkt als hij was gekomen, net zoo stilletjes verdween Wijn.
Hij voelde zich gelukkig!
't Eens zoo beroemde T.T.T. behoefde geen degradatiewedstrijden te spelen!
Thuis zakte Wijn in.
Hij had zich toch wel hevig ingespannen, en nu voelde hij zich òp!
Maar een groote vreugde vervulde hem bij 't lezen van de sportbladen.
Eén krant noemde hem: De ware sportman!
Met vernieuwden lust wierp hij zich weer op de studie...
Het ging in de groote vergaderzaal heet toe. De moties volgden elkaar op als regendroppels.
't Hoofdbestuur van de N.V.B. nam en bloc ontslag, om 't even later weer te herroepen na een voorstel van Kees Tongers. De voorzitter wond zich verschrikkelijk op, toen Wim Vormers plotseling met een schrille stem 't woord de zaal ingooide:
‘Scheiding!’
Het was een electrische vonk in een vat dynamiet.
De verschillende voorstanders van een splitsing stonden als één man overeind. De kreet daverde door de zaal: ‘Afscheiden! Een nieuwe bond!’
De gemoederen raakten in vuur en 't slot was een algemeene uittocht van de voorstanders.
Drie kwart van de zaal liep leeg.
't Oude hoofdbestuur bleef verslagen zitten. Op zoo'n onverwachte wending hadden ze niet
| |
| |
gerekend. Onmiddellijk begonnen in een andere zaal de besprekingen tot oprichting van een nieuwen bond.
Doordat Wim en z'n commissieleden de voorbereidende maatregelen al getroffen hadden, liep 't zaakje op rolletjes.
Den volgenden morgen greep sportlievend Nederland naar de sportbladen, waarin op de eerste bladzijde met vette letters gedrukt stond:
Scheuring in de N.V.B.
Een nieuwe voetbalbond is opgericht.
De algemeene Nederlandsche bond van voetbalspelers. Kortweg genoemd: De algemeene!
Verklaringen en toelichtingen, verslagen en debatten hielden de lezers lang bezig. In alle mogelijke clubs werd beraadslaagd, na de afgevaardigden gehoord te hebben.
Een maand later telde de Algemeene zeven duizend leden en bij 't begin van 't seizoen waren er 143 vereenigingen aangesloten. Ze sloot zich aan bij de F.I.F.A. De nieuwe reglementen werden herzien, verbeterd op de eerstvolgende groote bijeenkomst van vertegenwoordigers.
Een instituut van scheidsrechters werd ingesteld als onderdeel van de Algemeene. Tal van clubs gingen te niet, vele nieuwe verrezen als paddestoelen uit den grond. Ze hadden de hervorming afgewacht om weer als van ouds 't voetbalspel te kunnen beoefenen.
Wim Vormers zat in 't hoofdbestuur. Hij kon tevreden zijn over de behaalde resultaten!
Uit alle oorden werd de Algemeene met groote sympathie begroet. Juist de clubs van leden uit de ontwikkelde kringen namen in aantal toe. De
| |
| |
groote bladen schreven met ingenomenheid over de Algemeene. Zelfs uit 't buitenland kwamen gunstige tijdingen. Ook dáár begon de nieuwe beweging in te werken.
Het kwam tot internationale bijeenkomsten met 't schitterende gevolg, dat een nieuw lichaam groeide tot een sterke macht: S.O.S. Sport om Sport. Meteen een waarschuwingskreet om veiligheid.
T.T.T., door Wijns edelmoedige daad gelouterd, was óók toegetreden tot de Algemeene.
De heele competitie lag in duigen, een nieuwe groepeering had plaats, een betere verdeeling van de talrijke clubs. Geld maken bleef niet langer 't wachtwoord, maar spelen, mooi, aantrekkelijk, eerlijk spelen!
't Voetbal, dat zoo leelijk aan 't zakken was geweest, waarvan duizenden zich afkeerden als een ruw, onbeschaafd spel, kreeg opnieuw gansche drommen vrienden en bewonderaars.
De scherpe spelregels duldden geen ruwheid, geen trucs, geen overwicht van kwade elementen.
De scheidsrechters kregen onbeperkte macht.
Ze stonden onder een scherpe contrôle. In moeielijke gevallen besliste de raad van beroep, die uitspraak deed onder 't motto: snel recht! Voor geringe vergrijpen gold onmiddelijk een strenge straf.
T.T.T. met een stelletje nieuwe leden scheen in de nieuwe competitiewedstrijden weer een beter figuur te willen slaan.
De eerste volledige lijst bracht haar op nommer vijf.
| |
| |
Wijn slaagde voor z'n ingenieursexamen. Z'n lange figuur viel méér op dan ooit! Hij was magerder geworden en fletser.
Maar, eenmaal met 't diploma in z'n zak, nam hij zich vóór, zich weer eens aan de sport te wijden, in 't bizonder aan de voetbalsport.
Hoogstwaarschijnlijk kreeg hij een betrekking bij Philips. Daar was 't hard werken, veel onderzoeken, liefst wat nieuws ontdekken.
De enkele maanden, die hij nu nog leeg hield, wilde hij eens flink meedoen.
Kòn hij nog zoo loopen, had hij nòg die fameuse snelheid, 't vaste schot?
Dus - Wijn meldde zich aan bij 't oude T.T.T.
Wel was hij van de meeste leden vervreemd. Wat een nieuwe gezichten!
Maar ook, wat een spelers!
In 't begin wilde 't nog niet bizonder, maar na een geregelde oefening kwamen de voortreffelijke hoedanigheden van den vroegeren midvoor weer aan 't licht.
En wat een genot, nu te spelen onder strenge leiding.
Géén overvolle tribunes meer met publiek, dat sensatie verlangde.
Alleen liefhebbers van 't spel keken toe, applaudisseerden na een mooi staaltje van voetbalkunst.
Er was een nieuwe sfeer geschapen waarin fair spel hoofdzakelijk gehuldigd werd.
Wijn kreeg z'n benoeming thuis bij Philips' fabrieken en juist vóór dien datum viel de groote ontmoeting te Berlijn tusschen elftallen uit de heele wereld. 't Was alleen de vraag of Wijn in 't Nederlandsch elftal zou gekozen worden. Vol- | |
| |
gens de bepalingen van de Algemeene, die de N.V.B. had doodgedrukt, moest de kampioenclub van Nederland óók 't Nederlandsch elftal vormen met dien verstande, dat de drie zwakste spelers zoo noodig mochten vervangen worden door buitengewone invallers en alleen na minstens vijf vóórwedstrijden. Maar de midvoor van de kampioen Go Ahead was uitmuntend.
Wijn had dus geen kans, ondersteld, dat hij op de lijst geplaatst was.
Maar - onverwachts werd deze midvoor door z'n betrekking genoodzaakt naar Zuid-Amerika te vertrekken.
Toen werd 't zoeken naar een nieuwe gauw beslist in 't voordeel van Wijn.
Hij met z'n beroemd schot, z'n overrompelende rennen, moest met Go Ahead samenwerken om Nederland in Berlijn een goed figuur te doen slaan.
Wijn was dolblij!
Met z'n geheele ziel oefende hij zich en hij bereikte ten slotte z'n oude peil. De vóórwedstrijden waren schitterend! Met z'n uitmuntenden kijk op 't spel, met z'n zeldzame beheersching van z'n zenuwen en z'n geweldig schot, deed hij weer de toeschouwers verrukt staan.
't Samenspel met de sterke ploeg van Go-Ahead liet niets te wenschen over.
Met 4 - 0, toen 6 - 1, daarna 8 - 2, vervolgens 3 - 1 en ten slotte 5 - 3 wist 't Nederlandsch elftal te winnen van de sterkste ploegen in 't vaderland.
Op! ter Olympiade!
Wijn leefde die weken in een roes! De trekking bracht Nederland al dadelijk tegenover
| |
| |
Denemarken. Werd gewonnen, dan kregen ze Italië tegenover zich of Argentinië.
Nederland mocht trotsch zijn als ze 't zoover brachten, zich met deze beroemde club, alleen door Uruguay overtroffen, te mogen meten.
En - Holland versloeg Denemarken met 4 - 2!
En - Holland kwam tegenover Argentinië. In die strijd begreep Wijn pas, wat technisch mooi voetballen was.
Neen, tegen zulk spel, volkomen àf, konden ze niet winnen!
Toch werd 't twee - één voor Argentinië, een resultaat waarop Nederland trotsch mocht zijn.
't Eenige punt door Holland gemaakt, kwam van de voet van ingenieur Olten! De verdere wedstrijden woonde Wijn allemaal bij. Ze leerden hem inzien, dat 't Nederlandsche peil nog aardig wat omhoog moest. Hij genóót.
Verheugd keerde hij terug, aanvaardde z'n betrekking vol eerzucht, om ook als ingenieur iets te bereiken.
Dat is hem gelukt, waardoor zijn positie bij Philips vast werd en hem waarschijnlijk óók bekend zou maken.
En... trouwde hij nog met...?
Ja zeker... Mieke werd z'n vrouw.
Ze kregen twee jongens en één meisje, en die jongens, ja, dat is nog niet bekend!
Hoogstwaarschijnlijk zullen ze later óók wel eens voetballen.
Mochten ze ooit van hun vaders kanonschoten hooren, dan zullen ze zeker z'n voorbeeld willen volgen.
Op 't oogenblik is Wijn bestuurslid van de voetbalclub te Eindhoven.
| |
| |
En eerelid van T.T.T.!
Op z'n bureau staat een beeld, een copie van de mooie Spartaan vóór 't Stadion.
Er onder is gegrift:
Vol dankbaarheid en bewondering van de voetbalclub T.T.T.
Wijns zoontjes doen verder niets liever dan met hun vader tafelvoetbal spelen. Nog eens kwam ir. Olten in Den Haag een wedstrijd van T.T.T. bijwonen, toen hij er toevallig moest zijn.
De leden namen die gelegenheid te baat om hun oude midvoor een spontane ovatie te brengen.
Ja, 't was een mooie tijd geweest!
EINDE.
|
|