Den nieuwen verbeterden lust-hof gheplant vol uytghelesene, welgherijmde, eerelijcke, amoreuse ende vrolijcke ghesanghen
(1607)–Michiel Vlack– Auteursrechtvrij
[pagina 16]
| |
Op de wyse van den xxIII. Psalm. Op den wijn. Mijn Godt voedt my, etc.
Als men begint,, des wijns deught t'overdencken
Men ooc bevindt,, 'tvenijn dat die can schencken.
Daermen veracht,,
Soberheydt als afgryzen,,
Door des wijns cracht,,
Veel quaads men ziet opryzen.
maar quaad die doet,, den sob'ren t'genen stonde.
De wijn is goet,, maar overdaat is zonde.
Veel wijns versmaadt,, want die 't verstandt vermindert,
Oock vriendschap haat,, en Godes vrees verhindert,
Ja overwint,,
Coningen en Propheten.
Liefde verslint,,
En d'arme doet vergheeten.
D'een vriendt vermoordt,, d'ander zonder beschede
Daarmen vaart voort,, in d'overdadighede.
Noah die plant,, d'eerste wijn, end' wierdt droncken,,
Oock is 't verstandt,, den vromen Loth ontzoncken:
Zijn dochters fyn,,
Bekend' hy zonder weten.
Nabal vol wijn,,
s'Doods cracht heeft snel doorbeten.
Holofernes,, dronken, most oock bezueren,,
Zijn eygen mes,, dus hoed u des wyns cueren.
Prince.
Prinschen bezwaart,, u met zuypen noch brassen
Gods comst vermaart,, u snellic mogt verrassen
Maar sober zijt,,
End' eerbaar in u wandel.
Oock t'alder tijdt,,
Zeer Christ'lijck in u handel.
Looft God vol vreugt,, met geestelicke lieden
Prijst des wijns deught,, maar overdaadt wilt vlieden.
N.S.V. |
|