Vis-net(1676)–Lambert de Visscher– AuteursrechtvrijBevangende eenige Geestelycke Liedekens, Passende op alle de Sermonen der Sondagen en geboden Feestdagen, Door het gantsche Jaer Vorige Volgende [pagina 233] [p. 233] 28 October Op den Feest-dag van de HH. Apostelen Simon ende Judas. Stem: Treurt Edel Huys Nassouw. SInt Simon Cananee, En Sint Judas Thadee; Twee Broeders van een Oudren, Gods Kercke hebt ghy seer Gesteunt met uwe schoudren, Door 't preeken van Gods leer. Dees twee zijn in haer jeugd, Den Heer gevolgt met vreugd, Als hy haer riep te voren, Uyt sijn Discipelen Soo heeft hy haer verkoren Tot sijn Apostelen. Sy gaen om Godes woort, Elck aen een ander oort, Te preeken, en te leeren: Simon in Egipten, Judas leert oock bekeeren t' Mezopotanien. Daer na zijn sy dan weer, Beyde na Gods begeer, In Perzien gekomen; Daer hebben sy noch meer Getrocken, als de vroomen, [pagina 234] [p. 234] Tot geloof in den Heer. In Babilonien Hebben sy d'Afgoden, Ter aerden neer gesmeeten; De Priesters van die stadt, Die heeft dit seer gespeeten, Sy hebben haer gevadt. Dees Priesters seer ontstelt, Hebben doen met gewelt Dees Heyl'gen aengegrepen: En soo met alle kracht, Gebonden en doen slepen, Door wreetheyt omgebracht. Dees twee Gebroeders vroed, Hebben alsoo haer bloed Voor God den Heer vergooten, Door sijn liefde groot, Heeft het haer niet verdrooten, Te sterven hier de doodt. Ick bid uw Broeders t'saem, Helpt my, dat ick bequaem God diene, en beminne, Op dat ick immers magh Komen ten Hemel binnen, In mijnen jongsten dagh. Vorige Volgende