Vis-net(1676)–Lambert de Visscher– AuteursrechtvrijBevangende eenige Geestelycke Liedekens, Passende op alle de Sermonen der Sondagen en geboden Feestdagen, Door het gantsche Jaer Vorige Volgende Ter eeren de H. Dryvuldigheyt. Stem: Beata immaculata. O Eeuwigh, en Godlijck wesen, O drie, een eenigh al, O Wijsheyt, die was voor desen, O macht, die wesen sal, O drie alleen, O eenigh een, O Schepper van het algemeen! U Wijsheyt is niet te gronden, U eeuwen zijn altijt; U starckheyt is noyt gebonden: U kracht het al verslijt: U goedheyt goet, U wille soet, [pagina 170] [p. 170] U liefde ons altijt behoet. De Heem'len, en 's Hemels geesten, De lichten, en de locht, De dieren, en oock de beesten, De aerd' die vruchten brocht, De watervliedt, De Vissen siet, De menschen al, schiept ghy uyt niet. Ghy maeckt hem een Heer op d'aerde, Ghy schenckt hem 't Paradijs, Ghy stelt hem in grooter waerde, Ghy geeft hem onderwijs: Ghy maeckt hem Heer, Ghy geeft hem meer, Ghy wilt hy niet sal sterven weer. Door sonden quam hy te sneven, Door duyvels raden quaet, Door gunste weer opgeheven, Door u al wijsen raet; Door liefde bloodt, Door arbeyd groot, Door u Soons lijden ende doodt. Die Godt en een eeuwigh wesen, Die God, ons eenigh goedt; Die Vader ons Godt gepresen, Die Soon Godt mensche soet, Die Heylig Geest, Die Godt in't meest, Die moet ge-eert zijn en gevreest. Wy bidden u eenigh wesen, Wy bidden om genaed'; [pagina 171] [p. 171] Wy bidden u Godt gepresen, Wy bidden weert ons schaed'; Wy bidden Heer, Wy bidden weer, Wy bidden sterckt ons meer en meer. Vorige Volgende