Vis-net(1676)–Lambert de Visscher– AuteursrechtvrijBevangende eenige Geestelycke Liedekens, Passende op alle de Sermonen der Sondagen en geboden Feestdagen, Door het gantsche Jaer Vorige Volgende [pagina 108] [p. 108] Op den selven Feest-dagh. Luc. 1. Stem: Courante Reforme. Of: Onlangs geleden, quam &c. IN Galileens Stede Is d'Engel nu hede, Ses maenden juyst daer naer, Dat Elisabeth wierd' swaer, Van d'Heere gesonden, Om gaen te verkonden, Maria in't gebed, In de Stad Nazareth, En hy sprack tot maria zijt gegroet, Ghy Maget met staacy Ghy zijt vol van graacy, O Maget vol ootmoet. Met u is den Heere, Ghy Maget vol eere, Ghy zijt gebenedijd, By God, nu, en altijd: Boven al de Vrouwe, O Maget getrouwe, Gezegent is uw dracht, Hier lang met smart verwacht: Gy sult baren een kleyn jong kindje schoon, Dat sal men bequame, Dan geven sijn name, Jesus des hooghsten Soon. [pagina 109] [p. 109] Dat sal zijn verheven, Den Heer sal hem geven, In vreed' sonder gewoel, David sijns Vaders stoel, En hy sal regeeren, Met seer grooter eeren, En een seer wijs beleyd, Tot in der eeuwigheyd: Sijn Rijck sal altijd blijven wel bekend, Aen Jacobs geslachten, Die hem nu verwachten, Eeuwighlijck sonder end. Maria vol vreesen, Die sprack doen mits desen, Dit niet geschieden kan, Want ick en ken geen man? Den Engel antwoorde, Dat sy het aenhoorde, Mary zijt niet bevreest, De kracht des Heyl'gen Geest, Van boven dalen sal in uw lichaem, En u omlommeren, Wilt niet bekommeren, Ghy zijt daer toe bequaem. Dat sel leve heyligh, Sal worden dan veyligh, Genoemt de Soone Goodts, En blijven God altoos, Elisabeth u Nichte, Kom ick u berichte, In ouderdom beducht, [pagina 110] [p. 110] Is ses maenden bevrucht: Sy sprak God heeft de kleenheyt aengesien, Van sijne Dienst-vrouwe, Ick spreeke in trouwe, Na 't woord moet my geschien. Vorige Volgende