Vis-net(1676)–Lambert de Visscher– AuteursrechtvrijBevangende eenige Geestelycke Liedekens, Passende op alle de Sermonen der Sondagen en geboden Feestdagen, Door het gantsche Jaer Vorige Volgende Kers-Liet. Stem: ô Kars-nacht, &c. O Kers-nacht, een der langste nachten, Des Hemels licht doorbreeckt met krachten, Hecht middel in u duysterheyt, De Sterren glinsteren en flicken, Dat d'Herders op het velt verschricken, Als 's werelts vreed'haer werd verbreyt. d'Englen schaar, verkondigt haer vrede, Des Hemels licht wijst haer de stede Daer Godt en mens te samen leydt, In eenen stal, tusschen twee beesten, Den grootsten en den aldermeesten [pagina 26] [p. 26] Was op't hoy sijn plaets bereyt. Op het hoy, gewonden in doecken; Leyt een kleyn kint, het welck de vloecken, Van ons te voor verdiende straf, Op sijne schouderen most dragen, Most door de doodt, gaen in het graf. Om ons met hem te doen herrijsen, En eeuwiglijck loven en prijsen, Voor sijn groote barmhartigheyt, Dat hy hier nederdaelt van boven, En op dees aard' wil zijn verschoven Om onser menschen saligheyt. O Lief kindt, en Godt te gader, 't Saem met den Heyligen Geest en Vader, Die is, die was, die wesen sal, Van wien, in wien, door wien wy leven, Wilt ons doch die genade geven, Dat wy u kennen een en al. Vorige Volgende