Sinnepoppen
(1949)–Roemer Visscher– Auteursrecht onbekend
[pagina 180]
| |
NOCH in de Viersteen noch in het Vieryser en is gheen vier; maer wordt daer uyt gheslaghen met kracht: soo is in een plomp verstandt oock luttel vernufts: maer krachtighe dwang doet daer dickwils uyt portelen*, datmen niet soude achten daer in bedeckt ende verborghen te wesen. | |
|