Sinnepoppen
(1949)–Roemer Visscher– Auteursrecht onbekend
[pagina 136]
| |
DESE Sinnepop is wel ghenoegh uytgheleyt, voor de ghene die der Minnen acker oyt met onspoet* gheploeght hebben; dien wel bekent is, wat Maledictien ende Vervloeckinghen de deuren moeten hooren, die twee goe lieven van den andere scheyden, 'twelck verstrect de Amoreuse Hartekens niet dan een meerder lust ende gheneghentheydt, tot haer selfs jammer, verdriet ende ellendigheydt. Hoe wel het oock mach ghetrocken worden* tot liefde van God en Goods dienste; en tot liefde van wetenschap en Vrye konsten. | |
|