Sinnepoppen
(1949)–Roemer Visscher– Auteursrecht onbekend
[pagina I*]
| |
Sinnepoppen
| |
[pagina III*]
| |
Voor-reden,
| |
[pagina IV*]
| |
den bandt ghespronghen: behaeght het u, soo ist goedt: soo niet, soo acht het voor vuyl pampier, ende slaet het over. Dit werck had ick doen conterfeyten of malen in sekere pampieren bladen, doch sonder eenighe uytlegginge oft glose, om tot vermaeckelijcheyt van mijn sinnen te gebruycken, ende voort die altemetGa naar eindnoot* een goedt Vriendt te vertoonen, met de mondt beduydende wat mijn meeninge was: dan om dat de Drucker daer wel toe gesint was, om die voor alleman gemeen te maken, heeft sommige goede vrienden opgemaeckt,Ga naar eindnoot* die my gebeden, ja geboden hebben, eenige kleyne glosekensGa naar eindnoot* of bedietselen daer op te willen geven, het welck ick met onlust gedaen hebbende, mijn self niet heb konnen vernoegen: dan 'tis soo het is, Bancket voor goede vrienden wort nimmermeerGa naar eindnoot* ghelaeckt of mispresen: de hongherighe die is sly,Ga naar eindnoot* laet hemGa naar eindnoot* met grove kost en swart broodt haestGa naar eindnoot* vernoegen: en voor de leckere tongen ofte dertele kiessche ooren ist niet geschotteltGa naar eindnoot*, dan voor de Boeren die haer garen in dusdanige weyden gaen verluistigen, daer de vogelkens singen Latijnsche melodie, met platte botte Hollandtsche tonge. Sinnepop dan is een korte scherpe reden, die van Ian alleman, soo met het eerste aensien niet verstaen kan worden: maer even wel niet | |
[pagina V*]
| |
soo duyster datmer nae raden, jae of nae slaen moet: dan eyscht eenighe na bedencken ende overlegginge, om alsoo de soetheydt van de kerleGa naar eindnoot* of pit te smaecken. Dus vriendt wie ghy zijt, houdt my dit ten besten, u biddende dat ghy meer wilt achten op de kluchtigheydt van de Poppen, dan op de simpelheyd van de glosen, die soo sober zijn alsse immermeer wesen moghen: want mijn meeninghe is noyt gheweest u verstant te quellen met veel lesen, dan u oogen wilde ick wel vermaken met aenschouwen van dit lodderlijckGa naar eindnoot* voorgeven,Ga naar eindnoot* 't welck by de Latijnen, Italianen ende Fransoysen gemeen is, ende weet seecker dat onse tale genoech beslepen ende bedisseltGa naar eindnoot* is, om dese Voordansers te volgen met eenen lustigen tret. Dus vaert wel, leeft vrolijck, ende schimpt heusselijck: want ick bely,Ga naar eindnoot* en weet wel, dat het niet sonder dat en is, dan hope op u goede gheneghentheydt vergiffenisse van als. |
|