Johannes Kinker en zijn literaire theorie. Bijdrage tot een interpretatie van de voorredes bij zijn gedichten (1819-1821)

[p. 333]

Aanhangsel
Bijlagen, bronnen, registers

[p. 335]

Bijlage 1.^*

Chronoligsch overzicht van enkele feiten uit Kinkers leven (uitgezonderd de feiten betreffende het Luikse professoraat, 1818-1830).

1764
1.I.	Geboren op ‘Meilust’ aan de Overtoom (Nieuwer-Amstel) uit Hendrik Kinker(t) en Maria Wessels.
8.I.	Doop in de Wester Kerk te Amsterdam door Ds. J. de Lange, met Hendrik Fisscher en Maria Marron als getuigen.
1766
29.I.	Begrafenis van J.K's. vader in de Nieuwezijds Kapel te Amsterdam; hij laat twee onmondige kinderen na.
± 1775	J.K. schrijft zijn eerste verzen.
1781	Hij verlaat het gymnasium te Weesp met het uitspreken van een latijnse rede in verzen over Alexander de Grote.
	Vertrek naar Utrecht om medicijnen te studeren.
1782	Lid van Dulces.
1787
18.VI.	Promotie in de rechten te Utrecht bij Prof. P. Bondam.
1787
25.X.	Advocaat bij het ‘Hof van Holland’.
1788	Verhuizing naar Den Haag.
1793
26.IV.	Ondertrouw met Maria Eva Theodora Bain.^1
12.V.	Huwelijk in de Engelse Kerk te Amsterdam.^2
	Verhuizing naar Amsterdam.
1794
5.III.	J.K.'s zoon Hendrik Coenraad I gedoopt in de Nieuwe Kerk te Amsetrdam.^3
3.IX.	Hendrik Coenraad I begraven in de Oude Kerk te Amsterdam.^4
1795
6.V.	W. Bilderdijk in ballingschap.
9.IX.	J.K.'s zoon David gedoopt in de Nieuwe Kerk.^5

* De noten bij Bijlage 1 en 2 vindt men aan de voet van de bladzijde (dus niet achterin).
Bronvermeldingen zijn alleen gegeven bij feiten die nog niet eerder in dit boek genoemd en verantwoord zijn. Voor Johannes Kinker zijn de initialen J.K. gebruikt.

1 Gegeven van GA-A'dam.

2 id.

3 id.

4 id.

5 id.

[p. 336]

1797
8.VI.	J.K.'s zoon Johannes Willem geboren.^1
21.VI.	Johannes Willem gedoopt in de Nieuwe Kerk.^1
1798
19.XII.	J.K.'s zoon Hendrik Coenraad II^2 geboren.^3
1799
16.I.	Hendrik Coenraad gedoopt in de Zuider Kerk.^4
1800
17.IV.	J.K.'s zoon Johannes Willem begraven in de Oude Kerk.^5
13.IX.	J.K. aanwezig op de eerste vergadering van de Bataafsche Maatschappij te Leiden.
1802
27.IV.	Scheiding van tafel, bed, bijwoning en goederen van M.E.Th. Bain (ten overstaan van notaris A.L. Heijstek te Amsterdam).^6
1805
27.III.	Lid van de Amsterdamse loge La Charité.^7
1806
III.	Bilderdijk keert terug naar Nederland.
1808
	J.K. Algemeen voorzitter van de Hollandsche Maatschappij.
6.VII.	Candidaat gesteld voor het lidmaatschap van de Derde Klasse van het Kon. Ned. Instituut.
1810
11.IV.	Voorstel tot benoeming van J.K. als lid van de Derde Klasse van het KNI door de vergadering der Klasse aangenomen.
1.V.	Door Koning Lodewijk Napoleon tot lid van het KNI benoemd.
12.IX.	Voorzitter van de Derde Klasse van het KNI (tot 27 februari 1811).^8
1813	Algemeen Voorzitter van de Hollandsche Maatschappij.
1814
25.VII.-
22.VIII.	Waarnemend voorzitter van de Derde Klasse van het KNI tijdens de afwezigheid van D.J. van Lennep.^9

1 Gegeven van GA-A'dam.

1 Gegeven van GA-A'dam.

2 verder genoemd Hendrik Coenraad.

3 Gegeven van GA-A'dam.

4 id.

5 id.

6 zie GA-A'dam, Not. arch. nr. 19016, akte nr. 239; vgl. ook: Memorie van Aangifte... Kinker, in: RA-H'lem (Successiememories Amsterdam, sept. 1845).

7 Kinker, Mijne dankbetuigingen (1805), titelblad.

8 Trip-A'dam, Arch, Not. 3e kl. II, 1 v.

9 id., 280-7.

[p. 337]

1816	Lid van het genootschap Tot nut en beschaving.^1
1817	Benoeming tot hoogleraar te Luik.^2
1818	Bestuurslid van de Maatschappij van weldadigheid.^3
	Lid van de Hollandsche maatschappij der wetenschappen (Haarlem).^4
12.V.	J.K.'s testament verleden voor de notarissen Th.M. de Man en J. Fabius.^5
X.	Aanvang werkzaamheden te Luik.^6
1819	Lid van de Société libre d'Emulation de liège.^7
1820
28.VI.	Lid van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde.^8
1821
30.XI.	Benoemd tot erelid van de Koninklijke maatschappij van Vaderlandsche taal- en letterkunde te Brugge.^9
1824
18.II.	Hendrik Coenraad Kinker huwt met Maria Smit.^10
1825
26.VIII.	David Kinker huwt met Alida Tervoort.^11
1828
22.II.	Lid van de Kunst en wetenschap bevorderende maatschappij, onder de zinspreuk: V.W.^12
1829	Neemt deel aan de oprichting van de Hollandsche declamatie-Maatschappij te Luik.^13

1 Zie Kinkers Feestzang (1816); waarschijnlijk was Kinker al eerder lid geworden van dit in 1807 opgerichte genootschap.

2 Over de periode 1818-'30 zie men het te verschijnen proefschrift van Drs. L.S.J.M. Spronck.

3 Zie Kinkers brief aan Repelaer van Driel d.d. 25.III.1818.

4 Bierens, Holl. Mij, 387.

5 RA-H'lem, Memorie van Aangifte... J. Kinker (Successiememorie Amsterdam, sept. 1845).

6 Zie Kinkers brief aan het Ministerie van BiZ d.d. 27.XII.1842 (ARA-Haag, BiZ na 1813, afd. Ond., 19.XII.1842).

7 Zie Rutten, Neerlandica, nr. 1, p. 114ⁿ.

8 Zie: Bijdragen gesch. MNL-1867, p. 30.

9 Werken Kon. Mij Brugge, dl. V (1829), p. 7.

10 Gegeven van G A-A'dam.

11 id.

12 Jaar- en zakboekje V.W., jrg. 1831-'32, p. 12. In 1828 wordt hij vermeld als ‘verdienstelijk lid eerste klasse’ onder de ‘Buitengewoon Honoraire Leden’ (Departement Taal- en Dichtkunde), samen met J. Koning en H. Tollens (Jaar- en zakboekje V.W., jrg. 1828-1829, p. 13). V[ooruitgang door] W[etenschap] was een soort kunstenaarsloge met vrijmetselaarsideeën, opgericht in 1806 door de acteurs Johannes van Well en Casper Vreedenburg (vgl. ook Rebling, Eeuw, 115 v.).

13 Vgl. Kinkers brief aan Van Maanen d.d. 7.XII.1829.

[p. 338]

1829
4.VII.	J.K. ontvang het ridderkruis van den Nederlandse Leeuw.^1
1830
X.	Vertrek uit Luik.
1833
12.VII.	Voorzitter der Derde Klasse van het KNI.
1834
11.VIII.	Als voorzitter van de Derde Klasse van het KNI opgevolgd door S. Muller., die deze taak op 8 september aanvaardt.
± 1840	Werkzaam aan een filosofische roman.^2
1842
15.VIII.	Voorzitter van de Derde Klasse van het KNI^3 voor het komende Instituutsjaar.
1843
14.VIII.	Herbenoemd als voorzitter van de Derde Klasse van het KNI (tot april 1844).^4
1844
22.IV.	M.C. van Hall volgt Kinker op als voorzitter van de Derde Klasse van het KNI.^5
1845
16.IX.	J.K. overleden in zijn huis aan de Achtergracht te Amsterdam; op 20 september werd hij in de Nieuwezijds kapel begraven, waar ook zijn vader (op 29 januari 1766) zijn laatste rustplaats had gekregen.

1 vgl. Kinkers brief aan Koning Willem I d.d. 28.VII.1829.

2 zie Kinkers brieven aan de De Greuve d.d. 4.V.1841 en 18.VI.1843.

3 Trip-A'dam, Arch, Not. 3e kl., VI, 271.

4 id., VI, 342.

5 id., VII, 1.