Onze spelen in winter en zomer(ca. 1895)–Maria Viola– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 2] [p. 2] Het Afneemspel. Maar hebben ze lang zoo gespeeld en gestoeid, Dan zijn ze op 't laatst toch een weinig vermoeid, En zoeken wat rust op de bank voor de deur, Waar 't zonnetje schijnt met zoo vroolijken fleur, Maar pas zetten zij zich tot rusten er neer, Of bedenken al vast een nieuw spelletje weer. 't Is neefje Johan, die hun 't afneemspel leert, Maar pas nu goed op, anders doet ge 't verkeerd, Een klein stukje touw in den zak, ziet ge wel? Daarmee is men klaar voor dit aardige spel, Dat telkens weer nieuwe figuren ons biedt Zoo duidelijk en klaar, dat men 't dadelijk ziet. Wieg, pijlkoker, schaakbord, ja wat al niet meer, Maar Lodewijk, pas nu goed op, jongeheer! Want heb je in 't touw maar één misgreep gedaan, Dan moeten we weder van voren af aan; Maar, Bruno, wat trek je een onnoozel gezicht, Jij hoeft het niet leeren, doe je oogen maar dicht. [pagina 3] [p. 3] [pagina 4] [p. 4] En eerst als de zon reeds is ondergegaan, Beginnen we huiswaarts te snellen. Dan vallen we 't eerst op de boterhammen aan, En hebben zeer veel te vertellen. Elk heeft dan wat nieuws, van de kindrenschaar, En Moederlief luistert aandachtig er naar. Maar eerst komt er nog een sneeuwballengevecht; De ballen, ze vliegen, ze vallen, ze raken, De sneeuw blijft aan mutsen en jassen gehecht, Nooit kan men zich beter vermaken. De sneeuwpop, die laten we heden met rust Want daarvoor gevoelen wel morgen we lust. Komt, jongens, nu ons naar den vijver gespoed, Probeeren, w'op schaatsen te rijden, Maar trots al die sneuw gaat het waarlijk al goed, Wie heeft nu van kou nog te lijden? Kom Annetje, gauw in de slede, mijn kind, We zullen je rijden zoo vlug als de wind. Op 't laatst gaat zij zelf ons, wat ieder graag mag, Van reuzen en dwergen verhalen, Dat is een mooi slot van den heerlijken dag, Een dag, niet met goud te betalen; Maar wellicht, wie weet! sneeuwt het morgen ook nog O, wat is die winter een heerlijkheid toch! Maar 't prettigste feest brengt December ons aan Een feestdag zoo heerlijk in waarde, Dan schittert de kerstboom met lichtjes belâan, Die spreekt ons van vrede op aarde. Vorige Volgende