Hans Alex: Voor wie ik liefheb zal ik heten
‘Gelijk jij bent in mij zo zal ik zijn in jou. Dit is de ware eenheid. Hier is het volkomen zien van de ander. Niet zoals we hem zien door ons verstand, dàt ziet slechts wat in zijn kraam te pas komt. Bovendien is het zo, dat het verstand het aldus waargenomen beeld zal vergelijken met wat eerder in anderen is gezien, zodat een dergelijk beeld niet alleen onvolledig, maar ook vervalst zal zijn. Toch is het nodig dat het wezen overgaat in haar verbeelding, want zou zij dit niet doen, ons leven in de maatschappij zou onmogelijk zijn.
Het is ook mogelijk om alleen in het uiterlijke te verblijven en van daaruit het uiterlijk zijn de wereld helpen op te bouwen.
Echter, dit zal dan gelijk zijn aan het bouwen van een pyramide enkel uit los op elkaar gestapelde stenen. Hoewel hierbij mensen gebruikt kunnen worden alleen voor het opstapelen der stenen en hoewel die hierbij voldoening kunnen hebben, zal toch ook voor het cement gezorgd moeten worden. Indien wij ons allen alleen met ons uiterlijk zijn zouden bemoeien, zou het bouwwerk der maatschappij spoedig ineenstorten. Van tijd tot tijd is het noodzakelijk dat er vanuit het innerlijk der mensen, gedreven door de Liefde, een kracht tot uiting komt die helpt het bouwwerk hechter te maken, opdat er verder kan worden opgebouwd. Helaas schijnen wij alleen te leren als zo'n bouwwerk inderdaad ineen dreigt te storten, dus in geval van oorlog of sociale (persoonlijke) nood.’
liefde: Een poging om door de woorden heen de stem van de Liefde te horen (stencil, 7 pagina's, Amsterdam 1967).