Weergaloos
(1968)–Simon Vinkenoog– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 286]
| |
[pagina 287]
| |
XIII Altijd éénWaarin het grote misverstand verdwijnt - vrede tussen kinderen en hun ouders - buiten wij niet de dood uit, wanneer wij alle verschrikkingen tot dusverre hebben overleefd? Teder gejuich. De dood van de gemiddelde lezer. | |
TriskedecaphobieDe Amerikaanse ekonomie lijdt elke vrijdag de dertiende een schade van een kwart miljard dollars - in verminderde reisinkomsten, horecabezoek en in de vermaaksindustrie; verlies aan man-uren door absenteisme, en afgenomen verkoop van huwelijksvergunningen. In het Presbyteriaanse Medische Center, waar psychiaters enkele jaren de irrationele oorsprongen van het bijgeloof bestudeerden met wetenschappelijke methoden, staat de verdieping tussen 12 en 14 aangegeven met een ‘P.’
(The Realist, januari 1968. Redakteur: Paul Krassner. Box 379, Stuyvesant Station, new york, n.y. 10009.) | |
[pagina 288]
| |
Allen Ginsberg:In de dood, kan niet bereiken wat meest nabij isWij weten alles van de dood dat
wij ooit zullen weten want
wij hebben allen ervaren
de staat voor de geboorte.
Het leven lijkt een gang tussen
twee deuren naar de duisternis.
Beide zijn dezelfde en waarlijk
eeuwig, en misschien mag men
zeggen dat wij elkaar in het duister
ontmoeten. De aard van de tijd
is verlicht door dit ontmoeten
van eeuwige einden.
Het is verbazingwekkend te bedenken dat
gedachte en persoon
van de mens worden voortgezet in
de tijd na zijn gang
naar de eeuwigheid. En éen tijdstip
is Altijd als je er naar kijkt
vanuit het graf.
(Empty Minor, Early Poems, 1961) | |
[pagina 289]
| |
13. Altijd Eén
Een boek voor je doodsbed.
Al het geluid ter wereld,
al het kijkgraag ondermaanse,
voor éen eeuwig moment
opgehouden met bestaan -
om verder te kunnen
vooruit te kijken
te weerkaatsen
te verzamelen
te verenigen -
De dood verenigt ons. Deze pagina's bedoeldGa naar margenoot+ voor je doodsbed. Waarom niet? Het is een waarachtig en uniek moment. Einde alle spelen en spelregels. Ha, de eigen totale individualiteit. Jij en ik, lieve lezer, onze dood - is er iets belangrijkers? Laat je dat door niemand wijsmaken. Wantrouw elke gezaghebbende stem. Luister naar de stem der ervaring. Hij spreekt. Jij spreekt. Ik weet niets. Jij weet alles. Wat weet ik van jou? En jij soms van mij... Een moment wil ik tussenbeide komen, mijn voet tussen de deur van het jaar 1968, nog in het voorjaar.
Er is muziek tot aan het einde. Soms vraag ik | |
[pagina 290]
| |
me af - maar de muziek (liefst stereo, gewatteerde koptelefoon, Israel First Quality - vermelding op linnen zakje - 2000 lightyears from home) draagt er altijd zorg voor dat ik niets meer hoef te vragen. Als je maar ja blijft zeggen weet je altijd wat je doet. Er is trouwens geen Nee. Wat trekt de wereld zich van je Nee aan? Je begrijpt wat ik bedoel - ik schrijf natuurlijk niet voor jou in de allereerste plaats, ik schrijf - zoals je zult begrijpen - voor al die anderen, met wie wij in leven en dood verenigd zijn. Om al die anderen on te turnen leef ik, schrijf ik. Wie de dood leert konfronteren, nu al, terwijl hij springlevend is, is een stap verder. Tenslotte is de wezenlijkste menselijke angst het onbegrip tegenover de dood. Als je wilt weten, wat het is, moet je het meemaken. Hoe eerder hoe liever. Sterf! Velen zijn je voorgegaan, gevallen en opgestaan, herboren - wat zeg je? nee, in dit éne leven al waarvan de herinneringen teruggaan tot voorin je eigen geboortte. Ik ben hier aan reïncarnatie, zielsverhuizingen nog niet toe; ik ben nog bezig met dit enkele bestaan waarvan ik het bestaan slechts sinds zeven korte jaren vermoed - om mijn vermoedens steeds meer bevestigd te zien, door dat wat wij o.m. betitelen met de schone naam van Realiteit. De bedoeling is, dat alle realiteit verwerkelijkt wordt. Daar is maar éen mogelijkheid voor, éen plaatsbepaling en hoedanigheid, tijd en ruimte-wisseling: binnen je eigen heilige zelf. Ga naar margenoot+ Om datzelf draait dit boek. Om mijzelf. Om jouzelf. Met al het andere hebben we niets, en ook weer alles te maken. Want kom maar eens in het reine met je omgeving, en je bent op weg naar jezelf. Dit is een deel van de samenscholing, die wij | |
[pagina 291]
| |
zijn: het groene goud dat altijd geleefd heeft, van de ene gouden eeuw in het andere stenen tijdperk, alles tenslotte hier en nu aanwezig binnen de verbeeldingskracht, die ons bindt. Zonder jouw verbeeldingskracht begin ik niets, om maar te zwijgen van jouw Zelf. De beste voorbereiding voor verder leven is onmiddellijk dood te gaan. Als alles begraven is, wat je in de loop der jaren hebt vergaard, kun je onmiddellijk weer opnieuw beginnen, met niets: tabula rasa, de schone tafel waaraan jij alleenzit met alles omhanden waarvoor je maar geschikt bent.
Ik hoef alleen maar te laten zien, dat je het zelf kunt doen, omdat zovelen je zijn voorgegaan, en met je voorgaan. Want we liggen op de tijd voor. Dat is trouwens onze redding. Of de mensheid gered kan worden, is een tweede. Zullen we dat aan de mensheid overlaten? In zoverre we zelf mens zijn, kunnen wij altijd zien, in hoeverre wij onszelf in overeenstemming kunnen brengen met enkele eenvoudige grondprincipen, waarover wij het tzt wel eens zullen worden. Om maar een greep in de hoed te doen: Liefde. Vrijheid. Waarheid. Kun je beter verlangen? Zing het eens uit? Hoe zien ze eruit? Tenslotte, tot nader orde, delen wij een toekomst. Dat is ook maar een woord binnen de konteksten der synchroniciteiten, maar het is voorbij causaal en finaal denken een mogelijkheid, waarover zich veel denken - en te raden - laat. Dat die toekomst geheel en al van jou zelf afhangt, ook van u, professor, is ons toch wel duidelijk geworden, nietwaar? | |
[pagina 292]
| |
Nu, in deze jaren, zijn wij bezig zo'n beetje Alles te doorgronden; de technologie en toegenomen informatie - kommunikatie zullen het menselijk onrecht uit de wereld kunnen helpen - inderdaad is de toenadering de enig mogelijk-zichtbare manier, en daar groeien - ieder in eigen tempo - verschillende hedendaagse beschavingsvormen heen. Waar wij voor kunnen zorgen, en moéten zorgdragen, is dat die kommunikatie-kanalen niet verstopt raken, zo dat ieder de informatie krijgt waarop hij recht heeft. Machts-strukturen zullen doorschouwd, geanalyseerd en ontkracht worden. Laten wij ook beseffen dat elke toegenomen ontwikkelingshulp vanuit het Westen op dit moment alleen en uitsluitend wordt verleend met het oog op een grotere markt voor de produkten dezer Westerse, kapitalistische samenleving, en dientengevolge een deel van de wind is, die het Westen gezaaid heeft en nog steeds zaait. Dat die storm zal losbarsten, het spreekt vanzelf - ook hier zou het weer van oogkleppen-getuigen zijn, als men zou trachten te beweren dat de verdere ontwikkeling van de menselijke kollektiviteit van een leien dakje zal gaan. We zullen nog veel tranen om nodeloos pijnlijden schreien, maar laten we op een gegeven ogenblik ophouden met tranen vergieten en protesteren, om te zien, wat werkelijk onze opgave zou kunnen zijn. Ga naar margenoot+ Ik zie er maar éen: jezelf bevrijden van konditionneringen, en anderen zoveel mogelijk bij te staan in het losmaken dat de weg inhoudt - naar hun bevrijding. We zullen tenslotte toch komen te zwemmen in een oceaan van relativiteit, zo rond het jaar 2000, en hoe eerder we zwemmen leren - leerde ons Bob Dylan enkele jaren geleden al - hoe beter. Or you'll sink like a stone. | |
[pagina 293]
| |
Ik preek de bevrijding. Ik preek niets. Ik schrijf een langlevend gedicht, ik richt mij tot anderen, die mij vatten kunnen en met mij getuigen van hun onontbeerlijkheid. Ik ben onontbeerlijk voor mezelf, en aan de hand van woorden sla ik gade hoe ik mijzelf ontwikkel. Dat anderen over mijn schouder meelezen, ik ben er alleen maar blij om. Lees mee. Tril ik je los? Het komt nog. Bereid je voor. We gaan, in een achtbaan zonder einde, bergop, bergaf, hoek om, bocht in, voel je maag, je ingewanden, binnenstebuiten en buitenstebinnen, het hoeft niet, zet die koptelefoon af - vlij je teruste. |