Weergaloos
(1968)–Simon Vinkenoog– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 204]
| |
De werkelijkheid: Een Wensdroom?Er is maar éen werkelijkheid. Daarbinnen vervat bevindt zich alles. Hoe je het ook noemen wil, vriend(-in). Schijn of leugen, waarheid of valsheid, in geschrifte, of afbeelding, je fantasie of verbeelding, je gedachten en ideeën, je wensen en je dromen, je leven en je dood - dat alles: het is maar een onderdeel van een groter geheel. Laten we dat grotere geheel ‘werkelijkheid’ noemen, en de rest zien als onze eigen ego-optiek, vol projecties en identifcaties, betrekkingswanen en Gültungsbedürfnisse, wat al niet aan ons eigen lichaam-geest-geheel! Volmaakt zijn we niet. Maar hoe meer soorten fouten je leert herkennen, hoe minder je er zult begaan. Je uitgangspunt zal altijd blijven: hoe kan ik mijn denken en mijn doen verenigen? Er komt meer voor kijken dan je denkt om al je schepen achter je te verbranden, wanneer je je op weg naar jezelf - dat totale niets, niets dan schijn, onthouden? - onderweg zet. Er zijn trouwens meer beren waarvan de huid nooit verkocht werd... Weet je nog? Ik dring bij je binnen, en zie hoe je hart blijft stilstaan bij de herinnering, betrapt, jongen, ik heb je? Je geheim, van mij, van niemand, van ons allemaal. We hebben geen tijd meer voor geheimen. Open je gedachten, schreeuw van de daken, maar weet dat de kans bestaat dat je nooit meer beneden kunt komen, dat je moet blijven schreeuwen, al was je de enige ter wereld die er maar in geloofde. | |
[pagina 205]
| |
Dat wat je te zeggen hebt, is belangrijker dan ál het andere wat gezegd wordt, hoor je dat? Het zijn je eigen woorden, die je waarmaken. Je hoeft niets aan een ander te ontlenen, je kunt geheel en al alleen bij jezelf te rade gaan. Je hoeft geen krant na te spreken, want ik sla je om de oren met een andere krant. Elke mening heeft zijn tegen-mening, dus houd er geen meningen op na, maar blijf veranderen.Ga naar margenoot+ We zijn niet met strukturen bezig, maar met processen. Het is te laat voor organisatie, ieder zoeke zich een heil voor de dageraad die nooit zal breken. We blijven staan aan het begin, en we zullen nooit weten waar we terechtkomen, alleen, of met z'n allen.
Geen énkel geheim is ooit een mens onthuld aangaande álle raadselen, op aarde, en in de hemel. Als het geheimen waren geweest, dan kende je ze niet. Er zijn alleen maar de dingen, die je zélf kunt meemaken. Weet wel, dat je ontzaggelijk véel kunt meemaken, voordat je sterft, meer dan genoeg voor éen leven. Je zult puilen uit je levensruimte, je zult je behoeften in woorden en daden kunnen uitdrukken, je zult je je levenlang geen ogenblik meer vervelen, je zult altijd bezig zijn of niet, maar op weg zijn naar de enige realiteit die je hebt, je eigen aanwezigheid, je ik dat je meedraagt als een stem, een persoon, waar je kunt uitstappen als je je zelf bent. Omdat je dan iedereen zult zijn. Omdat je iedereen zult kunnen begrijpen. Omdat je door anderen kunt heenzien, zoals je door jezelf kunt heenzien. Waarbij je met eigen spelregels kunt spelen, zonder je die door anderen opgedrongen te laten krijgen. | |
[pagina 206]
| |
Het zijn zeer bizondere verbindingen, die je te aanschouwen zult krijgen, nieuwe verbanden. Want de specialisering is voorbij, God zij dank. Wat van nu af aan gebeurt is ook voor jou te begrijpen; een einde aan de verwarring en onzekerheid. Je zult meer met je twijfels kunnen leren leven, dan voorheen. Zet zelf de eerste stap. Je bent niet alleen.
Ga naar margenoot+ Ieder mens is eenzaam. Ik weet niet waarom het een beladen woord is geworden. Eenzaam, maar niet alleen. Een-zamen. Allen, elk mens, stuk voor stuk. Je eigen geboorte. Jij, toen je je rot schrok, dat orgasme, over die duin klom en naar de zee keek, hé jij daar halfslapende binnenvetter. Of heb ik je zó, dat je me niet meer kunt loslaten? Mij zul je ook los moeten laten; op een gegeven ogenblik ben je met bewondering en respect beide verbonden met ieder ander, omdat je pas leert ervaren wat het mens-zijn betekent, als je je totaal in een ander inleeft. Ga ook eens de gevangenis binnen, of een hongergebied, of land dat onder water staat? Konfronteer eens die grote en kleine katastrofes, de mismaakt geborenen, aardbevingen, volmaakt gelukkigen die rampzalig getroffen worden. Zie eens de realiteit van alle leven op aarde, éen moment ben je, daar waar je nu zit, en het volgende moment - fffft, weggevaagd, van de aardbodem verdwenen, daarin verdwenen, daarin mee opgegaan, vrucht en vruchtbeginsel, zaadcel of eicel, en het klopt maar en het klopt maar, het is éen ritme waarbinnen álle ritmes, want er is niets anders dan energie die zich zich ritmisch uit, en al wat je tegenstribbelt, op je eigen halve oktaaf, binnen je eigen fifth flat of B mineur, NIETS NIETS NIETS NIETS NIETS NIETS is het, niets. Hoor je? ‘Niets?’ | |
[pagina 207]
| |
Burroughs: The only music I listen to is static. Zelfs geen Mexikaanse hond op deze golflengte. Stille teksten. Stille wenken. Stilten. |
|