Weergaloos
(1968)–Simon Vinkenoog– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 70]
| |
Tarot: de koninklijke wegVan twee bestaande versies van het Tarot-‘spel’ heb ik tot op heden gebruik gemaakt (konsultatie, meditatie, konversatie): de Franse Ancien Tarot de Marseille (in doos verpakt 78 cartes avec livret explicatif) van B.P. Grimaud. De kleine eksplikatieve handleiding verwijst naar het grote werk Le Tarot de Marseille, van Paul Marteau, ingeleid door Jean Paulhan, Parijs 1949; over dit werk heb ik gekorrespondeerd met Noud van den Eerenbeemt, die het telt in zijn Tarot-bibliotheek. Ga naar margenoot+ Het elfde deel van de serie ‘magische Handbücher’, uitgegeven door Richard Schikowski, Berlijn, is getiteld Tarot der Eingeweihten, van Joachim Winkelmann ( 1962) - ik ben Anneke en Italo de Diana dankbaar voor de kennismaking hiermee, zoals ik de andere Tarot-spelers dank voor hun aandacht, liefde en begrip - Marijke (Londen), Jeanne (Amsterdam), Solange (Parijs). Ik ben allen erkentelijk, die willens en wetens aan de totstandkoming van deze pagina's hebben meegewerkt. Ik ben er van uitgegaan, dat alle levende meesters, die in dit boek aan het woord zijn gekomen, volkomen betrouwbaar zijn. Ik sta voor ze in. Ik ga voor ze door het vuur. Als je hun werk blijft volgen, zul je zien in hoeverre zij zich zuiver in de aktualiteit weerspiegelen, hoe hun werk een eeuwige, voor jou geschreven, ‘boodschap’ inhoudt: bakens van licht in een chaotische wereld.
Wie na bijvoorbeeld éen boek van Alan Watts, Ronald Laing, Oliver Reiser, wie dan ook, een volgend of ander boek van dezelfde levende auteur ter hand neemt, zal weten dieper binnen te dringen in zichzelf (om wie het gaat, ook in jouw | |
[pagina 71]
| |
leven). Van de ‘dode’ meester, die van gene en die van deze zijde (‘dood’ begrepen in onze onderlinge funkties en verhoudingen als mens op deze aarde, ‘sterveling’) evenzeer niets dan goeds. Van de klassieken zijn er een aantal zeer betrouwbaar, alle eeuwen van bijgeloof en dogmatisme overleefd hebbende, met telkens nieuw begrip voor de nieuwe mens met zijn eigen spreek-en schrijftaal: men kan bijv. wijzen op de Bhagavad-Ghita, de taotetjing, de itjing (het Chinese orakelboek der veranderingen), de Tibetaanse Dodenboeken, en het Egyptische Dodenboek, waaruit - zie verder - o.m. de Tarot te voorschijn gekomen is. De Tarot wijst er ons in de allereerste plaats op, dat de werkelijkheid poly-interpretabel is, en de Tarot levert je over aan niets dan de eigen interpretaties - die je kunt ordenen aan de hand van de menselijke kommunikatie (liefde, vriendschap, de magische ontmoeting, de woorden, het gelach, elke gedeelde emotie of ervaring). Laten wij dit nooit uit het oog verliezen; ik reken me het als een plicht om in een tijd van Babylonische spraakverwarringen, met filosofische ‘twistgesprekken’, die stuiten op wederzijds onbegrip voor elkanders definities, de taal zo zuiver mogelijk te houden. Dat is voor mij een estetische kwestie: slechts de waarheid kan schoon, naakt, gekleed gaan. Geen omwegen of versieringen nodig, geen achtergedachten of bijsmaak. Dit is zuivere aarde. Zuivere lucht. Zuiver water. Zuiver vuur. Om je te louteren, omdat een mens altijd een stap opzij kan gaan voor een ander; ik ben hier voortdurend iedereen voor de voeten lopende op een synthese van mijzelf terecht gekomen: het is de werkelijkheid zélf, die mij inspireert. De werkelijkheid is van een oogverblindende schoonheid - het is verschrikkelijk, dat - zie ik wel eens - zovelen daar zo achteloos aan voorbij gaan; dat ‘de mens’ niet meer | |
[pagina 72]
| |
in staat is de dingen als nieuw te ervaren, opnieuw voor de eerste keer te zien, zodat het gebeuren sprakeloos niet langer verwoord kan worden, het is - zou men bijna zeggen - zijn enige zonde. Dan zijn we van dat woord ook meteen af, in de pagina's die volgen, Baudelaire definieerde de vooruitgang (le progrès) als een staat waarin alle sporen van erfzonde zijn uitgewist. Elk leeg-maken is vooruitgang, elk stilhoudenGa naar margenoot+ ter reflectie, elk oponthoud in de geweldige en gewelddadige race, die de westerse beschaving naar zijn ondergang voert, een moment van eeuwig verpozen, in wat waar is en blijft, niet onderhevig aan grillen en wispelturigheden, die de mens telkens anders telkens bezig houden. Leve het zalige nietsdoen! Dit is een klein aspekt van mijn geïnterpreteerde werkelijkheid, zoals ik die vermag uit te drukken via het scheerapparaat van de nederlandse taal - ik ben veel mensen dank verschuldigd; ik leid een leven waarin iedereen mij van pas komt, waarin alles wat door jou gezegd wordt, zowel vóor als tégen je gebruikt kan worden. Er bestaat veel zelf-kritiek (altans de mogelijkheden daartoe) in het verkeer tussen lezer en schrijver; het kan voor beiden openbarend werken; wie zich vult leegt zich, en omgekeerd. Dit proces, dit overgieten, over-leveren, overhandigen van kennis kan bijvoorbeeld plaats vinden aan de hand van de Tarot-beelden; in eigen vorm vinden deze symbolische gestalten bij elk individuele waarnemer een eigen weerklank, en kunnen zij degeen die het beeld konsulteert (zich meditatief verdiept in hun betekenis) van dienst zijn, begeleiden; dit leerboek is er een dat leraar en leerling bundelt, de dienstbaarheid aan het groter kosmisch geheel verbindt ons - ik weet niets meer, maar ook niets minder; bovendien | |
[pagina 73]
| |
staat er altijd op het spel de diskrepantie tussen verstandelijk ervaren en intuïtief beleefde kennis.
Rico Bulthuis schrijft in zijn prentenboek Open Kaart (Tijl, Zwolle, 1967) o.m. over de Tarotkaarten: ‘Zij bevatten een schat van gegevens over de aard en gedragingen, het lot en de wil van de mens. Ze geven een beeld van de schepping en van het heelal, herhalen alle dingen in vier “elementen”: vuur, water, lucht en aarde, corresponderen met de letters van het Hebreeuwse alfabet, zijn te vergelijken met de symbolen uit de astrologie, en vormen de grondslag van een geheimzinnige getallenleer.’
Ik heb getracht, de teksten terwille van dit boek verzameld, oude en nieuwe, ernstig-serieuse en humoristische (het is maar dat je het weet) in te delen onder de verscheiden Tarot-beelden. Ook dit zou door ieder ander op een verschillende wijze verricht kunnen worden; de lezer wordt dan ook beleefd doch dringend verzocht meditatief zijn eigen beeld bij elke tekst te visualiseren; vanaf de aanvang van de kommunikatieve bezigheid, die lezen en schrijven betekent, is het gewenst dat beide kreatieve deelnemers (de uitzender en de ontvanger) hun apparatuur zo zuiver mogelijk afstellen (de neurose is een soort roest; het de-oxyderen, reduceren is dus een gebruiksaanwijzing).
Zowel de musikus als zijn toebehoorder, de theater-producent en zijn publiek, de schrijver en de lezer kunnen gelijktijdig, gezamenlijk en afzonderlijk de eerste spelregel van de elektronische mens (die wij zijn; psycho-cybernetisch) tot zich laten doordringen, zoals deze werd geformuleerd door Marshall McLuhan, die stelde: | |
[pagina 74]
| |
Ga naar margenoot+ ‘De elektronische mens is zijn wereld aan het scheppen, waarbij hij de kosmos gebruikt als een leermachine om de hersenen te beindrukken met onsterfelijke informatie. ‘(Electronic man is making the world, using the cosmos as a teaching machine to imprint the mind with immortal information). McLuhan geeft mijn nieuwsgierigheid gelijk, voor het allerkleinste en het allergrootste (levend tussen atomen en sterren). Ons leerproces is de evolutie zelf, ons groeiend begrip voor de ons omringende, ons doordringende, werkelijkheid. Het gaat in dit totaalgebeuren om zelfopvoeding (het vragend kind in ons is Meester), het gaat om de herkenning van onszelf als een vormingscentrum, het weten dat in ons een menselijke gedaante zich manifesteert, wiens ziel bij voortduring zich kan laven aan de welwillende, goedgezinde woorden van enkele spel-leiders, tot wie ik hoop mijzelf te mogen rekenen. Uw dienaar. Uw mediator. Uw inspirator. |