Weergaloos
(1968)–Simon Vinkenoog– Auteursrechtelijk beschermdDe eerste openbaringHet begint, hoe jong, hoe oud je ook bent (en ik tutoyeer je voor het gemak, omdat je mij elke pagina dierbaarder wordt, welwillende lezer die ik over enkele maanden tegemoettreed) met de eerste openbaring: ik ben in leven. Overtuig je ervan, was je schoon, ontdek, ruik, zie, hoor, proef, tast toe, scherp de intuitie, betreed voorzichtig eerder-begane terreinen (ze zijn spiksplinternieuw, een nieuwe dimensie in de herinnering naar voren brengend, vroeger, vandaag, altijd). Je wilt zo lang mogelijk blijven leven? Begin dan onmiddellijk, eer het te laat is, voor de laatste aansluitingen naar overal. Wil je ook op zoek naar dat eeuwige leven, waarvan zoveel gesproken wordt? Als je de pagina omslaat, heb je het zelf tussen de vingers, niet als papier maar als vlees en bloed. Beslissingen leren vanzelf spreken. Van eenling tot anderling, vreemdeling, zonderling - spreek er over - in ons is teveel verloren gegaan van datgene wat ieder mens behoort te weten. Overleven is overleveren. Ik lever je aan alles over, de honden, de paarlen, de zwijnen. Ik heb zoveel pretenties als woorden, alles dienende de vereniging. De vereniging van eigen vragen en antwoorden bijvoorbeeld; zolang wij weten vragen te stellen | |
[pagina 61]
| |
hebben zullen wij tenslotte ook de eigen antwoorden moeten kunnen formuleren. Met ‘deskundigen’ en andere ‘vertrouwensmannen’ kun je geen genoegen meer nemen, tenzij zij dienen als mediator en je volledige vertrouwen hebben. Geef je eens bloot aan een ander? Het blijft toch maar een psychodrama, waarvan je zelf kunt profiteren. Hoe meer je van je eigen mechanisme kent, hoe beter je het kunt leren besturen. Wie kent mij beter dan ikzelf? Wie kent zichzelf niet beter dan hij alle anderen kent? Als wij maar kunnen beseffen blijven, dat in de ander ook een ervarend individu aanwezig is - de unit van de IFIF - dat zijn eigen weg door het leven zoekt. Heeft ook hij zijn ogen open? Laat hem merken, dat jij aan zijn zijde staat - hij heeft je nodig, zoals jij hem. En zonee, wandelt hij nog in zijn slaap: schud hem wakker. De waker slaapt ook, Ook ik. OQ. | |
Over de grenzenBij voortduring kun je het besef van je eigen machtige mogelijkheden in je doen groeien, van dat wat je op gelijke hoogte met het dier houdt (je instinct, je reflexen, je conditionneringen, maar ook je intuitie en je zintuigen - straks je telepathie) en dat wat je doet verschillen van de machine. Jij bent in staat nieuwe gevolgtrekkingen te maken uit de voortdurende stortvloed van gegevens, die op je worden losgelaten, die waren het miljoenen per sekonde? - alle voorstelbare werkelijkheden, onvoorstelbare magische ontmoetingen. Het is onze kreativiteit, die dit wezen in stand houdt, het telkens verder doet komen met zijn denken, om het dan ook zonder schroom te kunnen overschrijden - fijn en prachtig, nuttig en noodzakelijk zijn de ratio en de logica, maar schoonheid en waarheid | |
[pagina 62]
| |
zullen nooit via het woord, het denken, en het intellekt alleen te omvatten zijn. Voor de poëzie, voor het leven, voor de mens zijn ontroeringen nodig, daar wordt de mogelijkheid geschapen - binnen die overgevoelige tedere contexten - dat je een synthese vindt, die de bekroning is van al wat je weet, te weten bent gekomen, en alsnog te weten kúnt komen.
Dat je het vreugdevol zult kunnen loslaten, is een van mijn vele wensen die je verder vergezellen. Dat je er mee kunt blijven spelen, die Tarot bijvoorbeeld, die met zijn tweeentwintig gestalten dit boek verlevendigt. Het zijn je eigen situaties, gewaarborgd door de authenticiteit van alle archetypen die wij ronddragen in ons. Gooi eens een kruis, van vijf kaarten. Eén West: ‘Bevestiging’, Twee Oost: ‘Ontkenning’, Drie Noord: ‘Discussie’, Vier Zuid: ‘Oplossing’ en Vijf Centrum: ‘Synthese’. De conjunctie en je eigen luciditeit mogen je leiden. Speel mee.
Ga naar margenoot+ Aan het leerproces hoef je je niet te onttrekken, het is niemand anders programma dan ons eigen leven. Niemand dwingt ons, wij zijn zelf de loop der gebeurtenissen. Wij zijn niet voor niets in het leven geplaatst. Wij zijn er in de allereerste plaats om angsten te bezweren, die wij van oudsher hebben meegekregen - en dan staan wij middenin de vrijheid, om te doen en te laten wat wij willen doen en laten. Wij hoeven niet in alles de eersten te zijn om tot de laatsten te behoren, want het is een onomstotelijk feit geworden dat binnen het elektro- | |
[pagina 63]
| |
nisch circuit, geheten de wereld, het leven, elk van ons aan de top kan staan, om het gebeuren te bemachtigen. | |
Kleine handreikingIk wil in dit boek niet meer schrijven dan nodig is, het is maar één enkele handreiking bij de werkelijkheid van alledag - bij leven en welzijn zijn wij stuk voor stuk groter en machtiger dan wij het in onze stoutste dromen kunnen voorstellen. Met onvoorstelbaarheden leren leven, onze capaciteit tot begrijpen vergroten, meevloeien met de beweging, het zijn inderdaad niets dan korte lessen in overleving. De overlevering. Van man tot man een woord. Doodeenvoudige gedachten kan ik anderen in de mond leggen, omdat ik er zelf baat bij heb gevonden - voor mij hebben zich een groot aantal leerprocessen tegelijkertijd afgespeeld, je scherpt je pen, je dringt dieper door, niet alleen onderweg zijnde. Mijn boeken zijn mijn vrienden, ik heb mij door hen laten vergezellen, zij omringen mij. Ik weet dat ze gelezen willen worden, gehoord en beluisterd. Het is van het grootste belang dat zij in de bibliotheken van alle mensen van goeden wille terechtkomen, in de leeszalen van kritiese universiteiten en andere kommunikatie-centra. Zij kunnen het uitgangspunt van je daden nader bepalen, zij zijn op jouw overleven gericht: een basis voor gedachtenwisseling op zijn minst. Namens mijn vrienden tot mijn vrienden. Ik ben zeker geen allemansvriend, wat betreft mijn privé domein - ik breng zelf de keuzes tot stand. Kommunikatie is altijd een welkom gebeuren. Elk jaar wijzer, inderdaad, elk jaar meer en min- | |
[pagina 64]
| |
der afstand tot het totale gebeuren. Meer van binnenuit, meer van buitenop. Meer inhoud, meer gelijktijdigheid. Steeds minder ook de afstand tot het niets, waarover niet te spreken is. Een 17, 23 of 51-jarige kan hier en nu ook ontdekken, wat mij overkomen is, wij zijn allen even ver - maar je levenservaring is eigen geestelijk bezit, dat iedereen toebehoort. De know-how zul je van heinde en verre betrekken, wie zich verruimt neemt zijn ware zelf mee op reis, kan het masker voorgoed achterlaten. Er is zoveel te zien en te onderscheiden, als je je ogen durft vertrouwen. Het is een kwestie van durf. Durven vertrouwen in jezelf, durven ondervinden, durven leven. Leren leven met onzekerheden, twijfels en ook door de wanhoop heentrekken. Je leven bewust leiden betekent afstanden overbruggen, onzichtbare handen die over de kloof je worden toegereikt durven aannemen. | |
Ontsnappen aan de angstWat ook de pijnen van een mens zijn - onbeschrijflijk, onuitspreekbaar - ieder mens maakt ze mee, van begin tot einde, en weerom. Het is maar de vraag, en een weet, wat je er mee aanvangt - blijf je het slachtoffer, of ben je in staat er de lessen uit te trekken? We hebben de angst meegekregen, om daarvan te leren. Als ook Simon Carmiggelt met de wijsheid van Ibn Hazm op de proppen komt in zijn Kronkel-kolom, dan is het omdat hij zélf, enkele regels eerder, opmerkt: ‘Dag in dag uit worden we overstelpt met zóveel onheilspellende tijdingen, dat ik voor mij er al geruime tijd geen gat meer in zie. Ik vrees dat er meer van zulke mensen rondlopen.’ | |
[pagina 65]
| |
En wat zegt dan de duizend jaar oude wijsgeer, over de angst? ‘In al mijn studies heb ik steeds gepoogd iets te ontdekken in het menselijk gedrag dat door alle mensen unaniem als goed wordt beschouwd en dat door iedereen wordt nagestreefd. Alleen dit heb ik ontdekt: iedereen snakt ernaar om aan de angst te ontsnappen. Ik heb niet alleen gevonden dat geheel de mensheid dat als goed en begerenswaardig beschouwt, maar ook dat, niettegenstaande de tegenstrijdigheden van de uiteenlopende meningen, doeleinden, wensen en betrachtingen der mensen, er niemand tot het stellen van een daad wordt bewogen of tot spreken wordt aangezet, die niet hoopt door die daad of dank zij die woorden, zijn angst te verminderen of haar uit zijn geest te bannen. Zo is het, en maar eens een keer niét anders. Maar dit is dan ook een stem uit de minderheid, een stem uit de oase, die je verzekert, dat ook jij kunt slagen in je opzet. Wie zich van zijn angst wil bevrijden, kan het ook. Meer wil heb je niet nodig, de rest zorgt voor zichzelf. Ontsnappen aan de angst, is dat hetzelfde als vluchten uit de werkelijkheid? |
|