Weergaloos
(1968)–Simon Vinkenoog– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
[pagina 39]
| |
I Huis op AardeWaarin de Magiër zijn grenzen markeert, afbakent en overschrijdt, op weg met en in de wereld. Het dagelijks leven van de dichter: de dood aanwezig, de angst verbannen. Charles Fourrier's ‘totale afwijken’, het overleven via het medium van de overlevering. De wonderen te openbaren, de geheimen te ontsluieren, het scheppen, leeg, van een begin. Niets dan het Woord. Een bevestiging: de vereniging. Een inleiding tot de Tarot, de koninklijke weg, 2 × 11 archetypen huiswaarts kerend: in jezelf. | |
[pagina 40]
| |
Waarheen? daarheen!En dan wat? Waar ga je heen hiervandaan? Hoe kan de heilige betekenis van eenheid en openbaring gehandhaafd worden? Zink je terug in de slaapwandelende wereld van machinale hartstochten, geautomatiseerde handelingen, egocentrisme? Door de tijden heen hebben mystieke groepen zich gevormd om een sociale struktuur en ondersteuning voor transcendentie te verschaffen. De magische cirkel. Altijd geheim, altijd achtervolgd door de slaapwandelende meerderheid, bewegen deze erediensten zich kalm in de achtergrond-schaduwen van de geschiedenis. Het probleem is, uiteraard, de mate van struktuur die de mystieke vonk omringt. Te veel, te spoedig, en je hebt te kampen met het ritueel van het priesterschap. En de vlam is weg. Te weinig en de belerende funktie gaat verloren, de interpersoonlijke eenheid drijft weg in gasachtige anarchie. De Bohémiens. De Beats. De eenzame arroganten.
Timothy Leary & Ralph Metzner | |
[pagina 41]
| |
1. Huis op AardeMijn huis is Mijn Alles. Het is mij heilig. (Ander woord voor het alledaagse ervaren als wonder). Ik heb spelregels geschapen, die ik hier tracht te handhaven, boven het geschetter en gekletter overal elders uit: hier en nu wordt de waarheid gesproken. Hier wordt niet gedicht maar geopend. Hier wordt niet vernauwd maar verruimd. Hier wordt niet geoordeeld maar begrepen. Hier leven wij met onszelf (vragen & antwoorden) op weg naar ons zelf. Wij vallen niets dan de leugen, de angst, de onverschilligheid lastig. Hier zijn wij een lofzang op ons eigen bestaan. Ik deel het - om te beginnen, als Adam, ergens vanuit mijn eigen ribbenkast) met Reineke, aan wie ik mijn leven heb verpand, op weg naar de uiteindelijke openbaringen die voor iedereen weggelegd zijn. Dan kwellen ons niet langer die vragen waarvandaan wij komen, wie wij zijn en waarheen wij gaan. Omdat wij weten. Vanuit dat weten, dat niet onderwezen kan worden, maar slechts aangeduid als een weg die individueel is te begaan, komen deze woorden, de mijne en die van anderen, gerangschikt als een spel met vuur, een spel met je leven. Want het gaat om jou, lieve lezer - dit is een aanslag. We zullen je elk houvast ontnemen, je zult leren leven zonder zekerheden, maar ook zonder twijfels - dit is toegepaste lichamelijke ekono- | |
[pagina 42]
| |
mie:Ga naar margenoot+ hoe overleef ik? hoe begrijp ik? hoe kan ik worden wie ik ben? Luister: komend uit het niets te voorschijn in het daglicht van het woord overbrug ik geen enkele andere afstand dan de zelfgeschapene. Al het voorstelbare en onvoorstelbare kan ik mij indenken, of dromen. Alles wat gebeurt is het vanzelfsprekende vormgegeven - elke ontwikkeling in mens en maatschappij is open te aanvaarden. Geef ik hiermee niet de scheppingskracht haar meest moedige definitie? | |
Voorbij de onderscheidingenWij zullen moeten leren onderscheiden de lafaards van de moedigen, de mooipraters van de waarlijk weldenkenden, de oprechten van de huichelaars, en de schijnheiligen van de strijdvaardigen. We zullen toch, op zekere dag, hoe eerder hoe beter, liever nu dan nooit, moeten denken voorbij termen als radikaal en progressief, maar binnen de strukturen die zich revolutionair verwoorden, verbeelden en creëren laten, die van de ‘vrijheid’, het ‘recht’ en de ‘waarheid’. Want in hoeverre zijn wij waar? Slechts in zoverre als wij vrij zijn, en ons bevrijd-zijn kunnen overleveren aan alle anderen, die naar zichzelf, i.c. de vrijheid, onderweg zijn. Tot nader order zijn wij allen gevangenen binnen de bestaande grenzen, op welke wijze deze zich dan ook bij ons aandienen als even zovele nutteloze en onnodige hindernissen op weg naar ons aller wel-zijn. Als het mij lukt, op deze plaats de onderlinge verstandhouding zodanig open te houden, dat wantrouwen plaats maakt voor vertrouwen, dat iets bewust wordt gemaakt wat voorheen slechts onbewust aanwezig was, wel, dan beschouw ik | |
[pagina 43]
| |
mijn liefdeswerk-op-papier als een geslaagd verlengstuk van mijn huidige gemoedstoestand in vlees en bloed. Het gaat er in alle eerste opzichten altijd om dié verbanden te leggen, waardoor wij in staat zullen zijn het leven vollediger te ervaren, dwars door de misverstanden heen die ons scheiden en ons zodanig konditioneren, dat wij verplicht worden in tegenstellingen te leven. Ontdekkingen en ontwikkelingen, ontmoetingen en gesprekken, ontroeringen en doorbraken (estetisch, religieus, filosofisch) brengen ons in de allereerste plaats nader tot de andere mededeelgenoten, die wijzelf zijn - ieder mens krijgt zijn eigen funktie toebedeeld binnen de wetmatigheden waarmee dit sprookje aanvangt. | |
Tot nader orderEr was eens een heelal, bestaand - uit waterstofatomen poly-interpretabele configuraties van verschijningsvormen kosmische ademhalingen waaiende velden van orgasmes triljarden parsecs vloeibare gasnevels in beweging infra-ultra afstanden materie antimaterie galaxieën onvoorstelbare fragiliteiten ondenkbare constanten leven amoeben stelsels mythen en archetypen - of niet-bestaand? Tot nader order neem ik aan te bestaan. Ik kan zeggen dat ik léef, en door middel van deze letters mijzelf opnieuw tot leven wekkend, ook in een ander leef: samen-leef. Vandaag nog. Hier en nu leef ik. Misschein droom ik, dat ik leef - en word ik pas wakker bij het nieuwe opstaan, dat de dood inhoudt. Niet alleen leven wij samen, ook en vooral is het de dood die ons verenigt. Maar dát is een ander lied: voor- | |
[pagina 44]
| |
lopig wil ik niets liever dan in leven blijven; dit boek dat mijn leven is gedurende de maanden dat ik er aan werk (de idee, de barensweeen, de ontwikkelingen, de voorgeboorte, de geboorte, de schepping) is het speelgoed van een liefhebber. Ieder mens is een onvolmaakt beginner, aan wie te wachten staat wat hem toewenkt - een toekomst. Al weer afgaande op het aanneembaar te maken onweerlegbare feit dat wij leven, altans levende cellen met ons meevoeren, met levende zintuigen leven kunnen aanschouwen. Een toekomst, die deelbaar is, met allen die leven, en nog geboren zullen worden. Ja, ik werk. Voor mijn plezier en terwille van de gedragslijn Ken Je Zelf, dit altijd nieuwe bericht, veranderend met de mens, ook wel geheten ‘De Blijde Boodschap.’ Blijf je bezighouden met het begin, keer terug tot je begin, blijf beginnen bij het begin, dat een paradijs was, is en zal worden. De Soefiboodschap luidt: Adam werd niet verdreven uit de Tuin van Eden; hij keerde die slechts de rug toe, en dat maakte hem een balling van de hemel.’ Wie doen en laten, denken en handelingen niet kan verenigen tot een bewuste synthese van wat hij weet, voelt en begrijpt leeft onvolledig, láát zich leven. Wie zich laat leven, is zijn lot niet meester. Toch is het dat, waarom het gaat: dat wij ons eigen lot in handen nemen. | |
Rond het beginGa naar margenoot+ Wat de toekomst inhoudt - spaar me de wetenschap. Het heden kan een vooruitziende lens op die toekomst zijn - alle specialistische kennis van nu komt elke dag te pas op weg naar morgen, dat on- | |
[pagina 45]
| |
voorstelbaar veel eenvoudiger is, dat wij het nu in onze gekompliseerde, uiteengegroeide denkwijzen aantoonbaar kunnen maken. Voor elk mens is dezelfde toekomst anders; tenslotte onderscheidt elke mens zich van de ander - en de mogelijkheden tot misverstand zijn dermate groot, dat men van een wonder mag spreken als kommunikatie metterdaad wordt bewerkstelligd. Wij verschillen van elkaar in zo menigvuldig opzicht, dat hemelbestormers en aardbewoners in feite niets anders kunnen doen, dan de definities te zoeken die zich konsentreren rond het begin, dat ons verenigt. Als wij maar de overeenkomsten blijven benadrukken, datgene wat wij delen, boven de verschillen die ons uiteenrukten in tegenstellingen... Het begin kennen wij allen: het is onze eigen geboorte, en bewust betrokken jongeren, die niets anders zien dan de onderontwikkelde domheden rondom hen, de fatsoensrakkers, de waanzinnigen op sleutelposities, zij hebben nog niet uit eigen ervaring leren kennen een werkelijkheid die gaat groeien zodra je het eigen leven op principiele waarheidslievende basis hebt opgezet: de verbazing rond wonderen die ontstaan wanneer een man en een vrouw in liefde samenleven, naar elkaar toegroeien, hun eenheid gestalte geven in een kind, dat van hen samen is, en niet-is, alweer weggroeit en op eigen benen leert staan - in feite is geen mens ‘volwassen’ die genoegen neemt met huidige onvolkomenheden, deze op hun beloop laat, en zich niet verzet. Wat moet er al niet veranderen, willen wij blijven kommuniseren, de ouderen met de jeugd en vice versa, de jeugd in de welvaartslanden met de jeugd in noodgebieden, of alleen maar onderling de bewoners van dit ridikule kleine landje aan die Europese binnenzee: Nederland. ‘Waarom worden wij de Chinezen van Europa | |
[pagina 46]
| |
genoemd?’ ‘De Chinezen zijn de Nederlanders van de wereld!’ Nederland, waar het politieke stelsel op de helling staat, scheuren zich aankondigen in het onderwijs-systeem, waar de vakbeweging zich losweekt uit de materie, waar kerken beroering teweegbrengen tot in wereldraden en concilies toe, waar de toekomst dagelijks onderwerp van gesprek is, waar radikalisering aan de orde van de dag is, en zich - vertaald, situationistisch en modieus - de grote golfbewegingen kenbaar maken, die tot ons komen uit Noord- en Zuid-Amerika, de derde wereld: alle begin moeilijk zijnde de meeste teach-ins, vrije en kritische universiteiten, love-ins en free-ins spektakelstukken in het leerproces van het goddelijk amusement. | |
In dezelfde taalIk schrijf deze woorden voor de kinderen van het licht. Zij bevinden zich overal, in groten getale. Ik hoef ze niet te kennen, en zij mij niet, maar wij vinden elkaar op weg naar de eenheid. En zij, die wél deze regels onder de ogen krijgen hebben mij lief, zoals ik van hen houd. Het spreekt vanzelf, het zou niet gezegd moeten worden, maar het is zowel voor mijn lezers als voor mij altijd weer even belangrijk en noodzakelijk te weten dat wij vereend zijn in de liefdesdaad die leven heet. Wie zich daarnaar niet wil voegen, wie denkt een individueel bestaan te kunnen leiden, die wuif ik vriendelijk ten afscheid. De wording, het is al dat wij weten en vermoeden van leven en evolutie, mede aangebracht door de ontdekkingen en ervaringen, die wij zelf - bij wijze van studie, opvoeding, ontwikkeling - deelachtig zijn geworden. Het gaat er altijd om, dat wij dezelfde taal blij- | |
[pagina 47]
| |
ven spreken; ik ben bijvoorbeeld geen tranquillizer - wie rust zoekt kan de natuur in trekken of mediteren; dit is een opwekking in de golfslag van de tijd, ik stook vuren hoger op die zullen laaien en toeslaan om datgene op de brandstapel te brengen wat nodig verbrand dient te worden. Ik ben een immunisering tegen de pest, de paranoia, de oorlogGa naar margenoot+ - wie hier toeslaat blijft in het luchtledig hangen met zijn eigen vijandig gebaar.Ga naar margenoot+ Het gaat er om, altijd, dat wij de taal zuiver blijven houden, omdat het gevaar van een bablyonische spraakverwarring tussen mensen niet denkbeeldig, maar een ander deel van onze realiteit is, die namelijk, welke wij naar buiten, in onze relaties met anderen, beleven. Dit gevaar brengt politici ertoe te spreken van samenzweringen, die er niet zijn, gevaren die niet bestaan. Stopwoorden, die taboes veroorzaken: ‘security’, ‘openbare orde’ ‘top secret’, ‘staatsgeheim’. Een van de grote waandenkbeelden heet ‘kommunisme’ - in een verzetshouding tegenover een niet-bestaand gevaar handhaaft zich al decennia lang een rigide veronderstelling die ervan uit gaat dat het Westen ‘de vrije wereld’ is en dat men zich door bewapening kan vrijwaren tegen de oorlog. | |
Op dezelfde wijzeTerwijl de technologische ontwikkeling er juist toe leidt, dat zowel het kommunisme als het zogeheten systeem van de free enterprise (het, al dan niet gesocialiseerde, geliberaliseerde, kapitalisme) naar elkaar toegroeien door middel van de kommunikatieve kanalen die, qua organisatie en know-how steeds meer op elkaar gaan lijken: de automatisering en computers, die elke dag meer ons materieel wel-zijn bepalen zullen. | |
[pagina 48]
| |
Spekulatie? Ja, Nee. Misschien. Het gaat er maar om, dat wij ons ook met dié vragen bezig houden. Niet alleen omdat wij verantwoordelijk zijn voor de generaties die na ons komen, door vorm te geven aan onze eigen wensen en verlangens, door deze uit te spreken en te realiseren, maar bovenal omdat het niet-geengageerd zijn ten opzichte van de toekomst een aktuele neurose is, die ik onder de noemer ‘uitzichtsloosheid’ kan rangschikken. Er zijn genoeg zeer intelligente mensen, die aan het grote spel willen meedoen; elk hunner zal tot eigen (en andermans) schade en schande, moeten uitvinden - door het vuur - dat hij zowel veel slechter als beter is, dan hij zelf denkt. We zullen het gezamenlijk moeten maken (áls er iets te maken is, dan toch tenminste een volledig nieuwe schepping); de enige waarschuwing die men iemand kan meegeven wordt door Bob Dylan in ons oor gezongen: Don't follow leaders, watch the parkin' meters... Passons l'enfer des autres: De karavaan trekt verder, en de honden blijven blaffend achter. Met de anderen begeef ik mij op reis, naar binnen, in de duizelingwekkende ruimte van de geest - daar, en nergens anders, bevindt zich het leven van onze eigen ervaringen. Daar konfronteren wij de waarlijk enige werkelijkheid, die zich niet ontvluchten - maar slechts benaderen - laat; déze eigen werkelijkheid is vele malen groter en veelzeggender, dan de schijn die van buitenaf ons opgedrongen wordt - door systemen en onbewuste strukturen, waarmee wij te maken zullen krijgen, uitsluitend en alleen omdat wij ons lot in eigen handen zullen nemen. | |
[pagina 49]
| |
Waanzinnige werkelijkheid- Een maréchausse belde vanuit Hoek van Holland; een Amerikaan had mijn naam genoemd, en zou hij hem nou wel het land binnenlaten? Hij mocht, volgens zijn papieren, niet meer naar Engeland terug - anders zou hij op Nederlandse rekening gerepatrieerd moeten worden, ‘en wij zijn wat armlastig, weet u?’ ‘Weet u’, zei ik, ‘dat je dit gedoe met paspoorten pas een jaar of vijftig hebt, dat het allemaal éen grote bende waanzin is, al die mannen aan grenzen, en papieren met stempels, maar daar gaan wij binnenkort wel een einde aanmaken, na de revolutie.’ ‘Wat voor revolutie?’ ‘De revolutie, waarmee we de oorlog uit de wereld helpen, weet u dat dan niet - over drie jaar is het allemaal afgelopen!’ Hij zou er kruis of munt om gooien; de lente is begonnen en niet alle bollen willen openen tot bloemen - sommige blijven steken aan de grenzen van de waanzin der wereld. Zovele slachtoffers nog dagelijks, omderwille van niets, Niets - de duivel van waanzin, die in de wereld nog rondwaart. Iemand zei me vanmiddag: ze willen bést aan God geloven, ‘er moet toch Iets (met een hoofdletter!) zijn, een hogere macht of zo’, maar dat ze de duivel in zich hebben, dat de wereld vol duivel zit, nee dat aanvaarden ze niet! Het veiligste, zei hij, is maar verre van de mensen te blijven - na een aantal oorlogen en telkens oplaaiende stormen van waanzin, waarin hij er heelhuids het lijf (en de geest) van heeft overgehouden, kan ik hem geen ongelijk geven. Ik gevoel mij wonderwel middenin de strijd, maar waar is het sprookje dat ik absoluut moet schrijven? Ik zal toch wel eens, na twintig jaar trouwe dienst, een echte ‘drop-out’ worden. Hesse schreef ook, dat hij om Siddharta | |
[pagina 50]
| |
te schrijven, drie jaar niets had moeten doen... Niemand verplicht mij tot wat ik doe; is het niet heerlijk? Maar ook ons aller Lou is dood, volgens Het Parool van heden had hij voor enige tijd nog verklaard, in Amsterdams Frascati: Ga naar margenoot+ ‘De mens moet God zijn. Dit is geen eis. Dat mág.’
Alles mag, zelfs de onsterfelijke Lou verlaat ons. In Vrij Nederland's spotrubriek ‘Geknipt voor u’ magnetiseur J. Kooy, geciteerd uit een kweekscholierenblad Monocle (Leeuwarden): ‘Ik heb tientallen mensen zien sterven en steeds doet zich hetzelfde verschijnsel voor. Uit het hoofd zie je een bleek schijnsel komen wat echter uitgroeit tot een hel licht, gelijk de zon. En naarmate het sterven vordert zie je alle kleuren van het spectrum in het licht komen. Dit begint te vibreren. En met het sterven wordt deze vibratie steeds heviger. Uiteindelijk zie je het dubbel van de mens boven zijn lichaam uitstijgen dat verbonden is aan een draad. Het is maar, dat je het eens van een ander hoort - op een gegeven dag zul je werkelijk álles kunnen zien, zoals het in waarheid is, dan spot je niet meer, en je zult alle scepsis overboord gesmeten hebben, om alles te aanvaarden wat menselijk mogelijk is. Een beoefenaar van de psychedelische levenswijze lacht niet om de regels van de magnetiseur, door een ongelovige Thomas (misschien?) opgetekend - hij weet dat elk mens zijn kleur, dubbelganger, en levensdraad heeft. Wie het van zichzelf weet, of zijn vrienden kleurrijk kan ontvangen, zoals zij zijn - niet zoals jij hen ziet, maar zoals zij zelf zijn - is een gelukkig mens. | |
[pagina 51]
| |
Vibraties immers, wat spreek ik nog? Barokke pop draagt mijn gedachten verder tot waar er niet over gesproken hoeft te worden. Een hele wereld, die bewijzen levert, en bewijzen wil. Een kaleidoskoop voor je genoegen, maar zet het eens stop: het nieuws is duizenden jaren oud, je zult het zelf moeten gewaarworden voordat je het in de kranten, tussen de regels, in de ogen en achter de gezichten kunt lezen. Het is een verbazingwekkende gave, mensen te zien denken. De meesten denken nauwelijks. Mensen die weten dat zij een tijger berijden, niet meer kunnen afstappen, temidden van de hulzen waarin de ledepoppen, automatische reactoren, de slaapwandelende kudde. Lieve kudde-dieren, mieren, ik spreek niet vanGa naar margenoot+ de massa-mens, die immers evenmin is als alle andere, totnogtoe ontdekt en uitgegraven. Homo progressivus - wat al namen draagt het beestje, dat zich van vier poten verhief om twee armen en twee benen te krijgen, gedragen op een smalle voetzool, verticaal en als een dolle gesticulerend. Alsof er maar twee wezens op aarde zouden zijn, de jeugd, en de ouderen. Tientallen generaties gelijkertijd: de betovergrootouders die zich nog manifesteren, de begin twintigste eeuwse karikaturen van stomme en andere films, naast de verschillende jeugd-generaties, waarvan de mijne de eerste en de laatste is: de rond 40-jarigen, te jong voor de aktieve oorlog, te oud in de koude oorlog, en nu jong genoeg voor eeuwige vrede. Rond mij de mensen, die waar ook ter wereld een leven lang wereldleed gedragen hebben, om zich nu, punt in de wind, een eigen baan door nieuw leven te slaan - de een na de ander zich manifesterend, verduidelijkend, begrijpend, o zo begrijpend, voor jong en oud, dag en nacht, zomer en winter: eenvoudige zonaanbidders (als ik), blij met elke | |
[pagina 52]
| |
nieuwe lenteklank. Deze lente zijn het de micro-boppers, waaraan Esquire in het maartnummer een reportage wijdt. Goodbye Hippies! Hello 10-year olds: ‘Micro-boppers zijn niet ongeartikuleerd; zij verkiezen niet te spreken. Antropoloog Ted Carpenter ziet hun kommunikatietechnieken als gelijk aan die van primitieve talen die polysynthetische vormen gebruiken. (...) Van de microbopper kan men verwachten dat hij een nieuwe levens-stijl zal vestigen, die in meerdere opzichten, radikaler kan zijn dan onze verbeeldingskracht zich kan voorstellen (beyond our capacity to imagine it). ‘Met het bewustzijn van de multimedia funktioneren zij tot in de diepste kern in stamverband. Ach, wat weten we van die generatie, van wie wij het dagelijks levensgebruik zullen moeten leren in de toekomst? Nu al gaan de kinderen van mr. Auchincloss in Santa Barbara (Cal.) even gemakkelijk met een computer om als ik met mijn schrijfmachine. Ach, wat weten we eigenlijk niet, als we telkens opnieuw met leeg licht beginnen.
Moet ik een draad opvatten? Terug naar zojuist, van weggeweest nog niet gehoord? Een en al weg en op weg geweest: het is niet zo eenvoudig een moeilijke opdracht naar genoegen en tevredenheid van de opdrachtgever uit te voeren! Kom er eens om! Zeker kom er om, waar voor mijn geld, bij jou naar binnen, tijdgenoot, dromer? Hoe losser ik me maak, ontspannen in dit | |
[pagina 53]
| |
lichaam dat van niets weet en de wil voorbij is (Henri Michaux: La volonté, la mort de l'Art) omdat de wonderen blijven bestaan, ‘de wereld nog niet uit’ zijn. Alles wat gebeurt onvoorstelbaar. Vind je evenwicht in de verwondering. Beleef de harmonie van binnen en buiten. Antwoord. Vraag. Je volgt me nog? Waarom eigenlijk niet: het is voor je eigen welzijn (de best-wil hebben we uitgeschakeld, daar weten wij niets van, zeker niet de een van de ander). Dat er nog mensen zijn, die anderen trachten te overtuigen, overreden, beïnvloeden, overhalen, inspireren, onturnen? Je moet het toch zelf doen, wat je dan ook te doen hebt, dat is je eigen zaak - maar wij leven met je mee. Het is niet zo eenvoudig, maar ook niet zo moeilijk - het gaat zoals het gaat, en het gaat er maar om waar je onderweg je agressies laat. Leef ze uit in jezelf, en je word een rijker mens - leef ze uit op een ander, en je bent misdadiger, oorlogs-misdadiger. Je vecht, je bent een strijder, maar voor een wereld zonder geweld zet je je op weg, voor leven waarin eerbied voor de ander bovenaanstaat - wij zullen, hoe moeilijk het ons ook vaak zal vallen, de andere wang moeten toekeren als men meent ons te kunnen slaan. Het is voor mensen uit deze kulturele delta slechts een deel van de schuld die wij kunnen delgen. Laten wij nog steeds niet mensen martelen, bombarderen, beschieten, in onze naam, die van ‘de vrije wereld’? Hoe durven wij protesteren, links, rechts, altijd die ander die kwaad doet, stout is, dom denkt, waarom nooit eens wijzelf? Wat voor kwaad schuilt nog in ons kokend bloed? Wat weten wij ervan, waar wij het laten? Het ongenoegen, het onbehagen? Als de zon schijnt, | |
[pagina 54]
| |
brandt hij het je lichaam uit - in de zon liggend doe je meer aan de vrede dan grauwend tegen grijze of zwarte uniformen. Wanneer gaan we de Telegraaf eens doodzwijgen? Little Brother watching you?
Kijk terug, en lach, lach het uit, ondergraaf het, door het niet serieus te nemen. Houd je aan de regel der wet, zolang het gaat, en als het niet anders kan stap je ernaast, wetende wat je doet, en waarom je het doet (je eigen illusies), en je ondergaat: echt leven doe je toch pas, als je vervolgd, onderdrukt, en tenachtergesteld wordt - dus maak het maar eens mee, ga er eens van binnen tegenaanstaan in plaats van buiten af te duwen. Die muren krijg je wel weg, ondersteboven en van hun plaats, maar slechts door een gezamenlijke wil, nietwaar dienaren der geest? En het bewustzijn zou wel eens een groter wapen kunnen blijken te zijn dan alle justitionele, politionele, paranoïde, paniekerige strafmaatregelen - tegen wat dan ook. Want die vrijheidsdrang laat zich niet tegenhouden.
Ga naar margenoot+ Laat eens alles in een vacuum hangen, de leegte waarin dingen tot zichzelf kunnen komen, hun evenwicht hervinden. Het is gemakkelijk te worden misverstaan, maar je kunt van me aannemen, dat iemand die een ander slaat of kwetst, alleen maar zichzelf kwetst, kwelt, tergt, ergert - zeker wanneer de aktie niet met een reflex-reaktie beantwoord wordt. Kinderen van het licht, wat is dit voor mentaal | |
[pagina 55]
| |
judogeschrijf? Voor wie, en tegen wat? Je kunt natuurlijk altijd proberen een ander uit de duisternis te voorschijn te trekken (godbetert dat nog tevelen blindelings rond zich tasten) maar het enig waarlijke werk kun je slechts aan jezelf verrichten. Kind, niet van schimmen en schaduwen, maar van de zon (en de verbeeldingskracht, die zon in ons). Alles daarbuiten, buiten wat wij zelf zijn als autonome kosmos-participatie-vibratie is tenslotte niets anders dan de eigen projektie. Dit is niet alleen voor jou en voor mij, maar ook voor de kollektieve menselijke resultante het geval. En het is jammer, wat Lou Salomé al in een brief aan Freud verzuchtte, dat staten zich niet laten psycho-analyseren. Daarom even letten op de gedragslijn van Timothy Leary: Laat de Staat Desintegreren - de Amerikaanse micro-boppers doen het nu al, en ik neem aan te kunnen zeggen dat Stokely Carmichael wel eens gelijk kan krijgen als hij verklaart, dat de presidentiele verkiezingen in Amerika van dit jaar 1968 de laatste zouden kunnen zijn... Maar wie dan leeft, dan ook meezorgt: we zijn er allen bij betrokken, op dit moment spelen we allen rollen in dat wereld-spel, dat zich zo vaak louter politiek op ons netvlies projekteert, terwijl er zoveel ander swetenswaardigs bezig is te ontstaan, en in stilte te gedijen. Ik wijs je op de auteurs, van wie teksten in dit boek voorkomen: blijf ze lezen, laat ze voor je vertalen, weet dat er handlangers van de liefde overal schuilen temidden van woelige angstige baren, om je de hand te reiken als je mocht denken alleen te staan met je krankzinnige ideeën. Je weet toch, dat alles zich zal weten te verwezenlijken? Voor het einde van deze eeuw grote wonderen, mirakelspelen, openbaringen, visioenen, trances, Toestanden & Situaties. Uit de grabbelton van | |
[pagina 56]
| |
de realiteit. Reist u vierde of vijfde dimensie? Verbijsterend koersend van binnen naar buiten en weerom gelijktijdig. Of niet soms?
We zouden een leegte kunnen scheppen rond hitsende, haatzaaiende, verwarde geesten - hen isoleren en vermijden, als eens de pest. Het kwaad aantoonbaar maken: de gruwelijke domheid, de zelfgenoegzame vooringenomenheid, het absurde gelijk. Niets dan verdeling en scheiding, grenzen in verschillende kategorieeen, rode, blauwe en groene doorslagformulieren waarvan het karbon verbleekt, vergeelt, vergaat - die papieren wereld van niets (en ik die daar zo nodig een nieuw bos voor moet aanvreten, voor deze woorden) waarin niets waarin niets - net als op dat busje, speel eens met je mogelijkheden. Wacht tot je yoga gaat doen, of de meditatie leert beoefenen - alles wat je meemaakt gehoort je toe: niemandGa naar margenoot+ zal het je ooit kunnen afnemen, het is van jou, de straat is vrij en zo ook jij, de lucht die je inademt (en die men voor je vergiftigt als je je niet teweerstelt) en de mensen die je ziet: maak ze vrij terwijl je jezelf bevrijdt. Blijf kommuniseren over de bevrijdingstechnieken - het is een kwestie van tijd. Er is niet zoveel meer van overgebleven, het gaat vlugger en vlugger, duurt korter en korter - neem alle tijd voor alles wat je doet: hoe weloverwogener, hoe vredelievender, hoe langer je je leven maakt, hoe meer mogelijkheden tot overleving.
Lessen in overleving noemde Steve Davidson zijn gevangenisbrieven (Arbeiderspers, deze len- | |
[pagina 57]
| |
te), terecht: is er een andere boodschap, een andere opdracht, een andere gave, of genade, dan het overleven? Laten we weten dat machthebbers onmondig zijn, zodra wij aan hun opvattingen van macht niet de vrijheid verbinden, die van ons iedereen is. Ik neem niet aan dat huidige machthebbers die totale vrijheid op het oog hebben: we zullen het zonder leiders moeten proberen, marginale mens voor outsider, renegaat naast perifeer, rebel op ketter, heiden in heiligheid... Waanzinnig is het, bij wijze van spreken - en ik méen het - dat op deze wereld in deze eeuw miljoenen mensen over de kling zijn gejaagd geworden door mensen, die zich hebben laten opzwepen, voor niets. Dááraan moeten wij iets doen, dát misdrijf-in-het-groot zullen we bij de wortel moeten aantasten - niet door er steeds maar weer over te spreken, maar door het in de praktijk te brengen. Jij hebt mooi praten, dat heb ik, waarom jij niet eens handelen volgens je eigen geweten? Verzet je eens? Man is pas, die weigert te doden. Deze waanzin ten volle konfronteren is soms teveel van de mens gevraagd - al is juist dát het enige engagement, waardoor de mens zich met zijn realiteit kan verwerkelijken. Maar neem het die mens dan ook niet kwalijk, als hij faalt: velen gaan onder deze last kapot (the best minds of my generation), zij slaan door, kunnen zich niet langer aangepast in ons midden rondbeweging, zij flippen, desintegreren in een staat die men bij gebrek aan beter ‘chronische schizofrenie’ noemt, wat ook maar éen naam is voor evenzovele andere benamingen, die ieder ‘ziektegeval’ tooien. |
|