Liefde. Zeventig dagen op ooghoogte
(1965)–Simon Vinkenoog– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 35]
| |
december 1963 [de geboorte van God]‘Needless to say, subthreshold perception is an ongoing process covering a broad spectrum of different states of consciousness The subthreshold processes are, so to speak, busily engaged in picking up huge packets of sensory input and in sorting, filing and organizing this input in ways that defy understanding. Scientific discovery and verification of this important aspect of man's inherent equipment open up new and promising possibilities for extending our understanding of essentially nonverbal, dissociate aspects of human functioning.’ Tauber & Green: Prelogical Experience, An inquiry into dreams and other creative processes, New York, Basic Books Inc., 1959, pagina 83.
*
Schrijven is de grootste vrijheid. Vrijheid ten koste van het misverstand. Inopportuun. Latihan voor beginners. Open when high.
*
Ik ben God. Vanaf nu begint de schepping. Mijn vrede is het gezicht van God. Vanaf het ogenblik, dat dit werd vastgesteld, en de twijfel aan megalomanieGa naar voetnoot† weggenomen - Het middel bevat de waarheid van het doel, maar extra-dimensies zijn nodig om de afstand tussen God en Ego te overbruggen.
*
Ik raak papier aan, huiverend in een koude kamer, ik denk scherp na: wat ga ik tikken, zo kort mogelijk een begin maken, het is belangrijk hoe je het zegt, ik wil weer naar de warmte terug, en ik tik: Vanaf dit ogenblik zal ik geen gedachte meer onafgemaakt laten. Ja, ik kan wel op een andere gedachte overstappen, onderweg en het de lezers van deze regels nog moeilijker maken, maar dat moeten ze op de koop toenemen, als ze willen weten waarover het gaat. Ik ben God. God is in mij. Ik weet alles. | |
[pagina 36]
| |
Ik heb met u niets, maar dan ook alles te maken. Deze wereld is van mij. U bevolkt deze wereld, uw kinderen zijn van mij, ik wil goede kinderen, ik wil dat het goed wordt. God is goed, getuige zijn eerste gedichten. (Zie hiervoor Gesproken Woord - God las in de Shéhérazade, eind 63). (Toevoeging van mei 1964. Nu kan ik).
*
Maar er gebeurde ook werkelijk iets, deze 4e december 1963 in de avond van woensdag op donderdag, nu kwart voor vier 's morgens. Vandaag ipomoea tricolore 100×, om 10 uur, en overdag wat poeder. Is het dat?
*
Luceberts Sinterklaaswensen in De Nieuwe Linie, 5 december 1963: ‘Een goed Nederlands jazz-tijdschrift met veel interviews. Voorts meer jazz-muziek op de radio en voor de t.v., en dan nog subsidies en stipendia voor talentvolle Nederlandse jazz-musici.’
*
Ik kijk naar mijn eigen hand. Hoger hand.
*
Zaterdagmiddag 7 december. De dagboekvorm is ook de beste. Dit is de tweede dag: (vanzelfsprekend) hetzelfde gevoel. Ik moet leren zeggen wat ik bedoel. Alleen Reineke wenste een sigaret, vier mensen staken er een op. ‘Zodra ik voet aan wal in Marokko zet’, Larry, ‘rook ik geen sigaret meer.’ Ik laat Robert Jasper het terrein: zijn spreuken zijn op de man af, bevatten de waarheid, en vormen het dringendste appèl tegen de nicotine-verslaving aan kanker, die ik ken. Ted Joans heeft Ewald drie lessen meegegeven, als hij weer eens iets voorleest in een jazz-and-poetry-club (1) Ga nooit zitten (2) Altijd mét muziek, nooit zonder (3) Beweeg je armen.
*
Of neem een maand terug: van donderdag 31 oktober 63 tot het woord etc, en dit dan weer vandaag 19 mei opgetekend; viering | |
[pagina 37]
| |
van 25 jaar huwelijksleven, met Reinekes ouders etend meebeleven, vanmiddag Klaas en Ewald. Alles wat ik daarachter zie, ik kan het blindelings vergeten, als ik heb overgebracht met hoeveel vertrouwen Reineke en ik elkaar aan onszelf toevertrouwen.
*
‘Weekend van jewelste. Kijken, of ik het nog kan rekonstrueren, en tot hoever terug. Tot de laatste keer, dat ik een dagboek heb bijgehouden, zeker niet - al weet ik, dat al die vodjes ongedateerd papier, die zwerven tussen mijn boeken, vrienden en laden, tot het dagboek behoren waarlangs ik mijn noterend leven leid. Donderdag 31 oktober jl. dan: ik spreek 's morgens met Reineke af, dat ik haar 's middags weer zal zien, bij Lodewijk 's avonds komt zij thuis langs, terwijl Elize en Don naar de bioskoop zijn. Wij treffen hem omstreeks 1 uur bij de Lucky Star, ik breng Reineke naar huis, ga thuis slapen en word 's morgens wakker met Elize naast mij. Vrijdag. Verwonderd kijk ik op: wat doet zij hier? Ik haast mij Matthias naar school te brengen - Don slaapt beneden in de achterkamer, twee elektriciens bellen, ik wijs ze de weg door mijn draden. Elize leidt ons uit, wuift voor het raam. Stel haar voor op het Algemeen Handelsblad te blijven werken. ‘Nee, kom gauw terug.’ Kwam dus terug, vond haar in bed met Don. Ik heb het niet geduld (voor de elektriciens, zei ik), trok dekens van hen af, niet kwaad overigens. Des avonds de club, en overeengekomen: Elize en Don boven, Reineke en ik beneden. (Wij wonen nog een paar weken op de kamer boven hen; er zijn zoveel slaapplaatsen in het huis.) Het twee-weken-hier-wonen wil ik zaterdag vieren, het was een goede avond. Elke kamer heeft haar eigen sfeer, er zijn vele goedertierenheden. Zaterdagmorgen brengt de timmerman de kachelpijp aan langs de achtermuur. De gehele dag elders doorgebracht. Tussen bedrijven door met Reineke donderdag gemaakt, ondertussen geschreven interview met Arthur Lehning naar Goed Wonen-redactievergadering gebracht, 's middags de film Tu ne tueras point, 's avonds komen wij Karel Appel tegen, bezoek aan Vrijman. Met Olivier van de Kring naar huis terug, wij delen gedrieën | |
[pagina 38]
| |
twee keer 425 gram mesc, uitvoerige uiteenzettingen. In achterkamer tot laat, vroeg, 's morgens hij weg - wij alleen met onszelf, sex, de wereld. Terug naar de 17e eeuw, nam verschillende gestalten aan: de touwknopersleerling, de kapitein van een schip dat aan de Oudeschans lag, Heren Zeventien. Ik ben hier eerder geweest, eeuwen geleden naaide ik deze vrouw; ze is de dochter van mijn meester, als ik haar een kind maak erf ik de zaak. Of zoiets. Nagaan. Was er een touwslagerij, waar nu de Verfbron in de Hoogstraat is? etc.!
Zaterdagmiddag 14 december. Met Reineke naar Vlaardingen, waar ik m'n boek over Appel bij boekhandel Den Draak signeer. Zaterdagavond 14 december. Reineke belt haar vader vanuit Rotterdam; ze komt lachend aan m'n café-tafeltje terug: ‘Ik heb hem alles gezegd, alles is in orde!’ (Waarom ze niet thuis was komen eten, enz.) Zaterdagnacht 14/15 december. Agenten komen Reineke halen, in opdracht van haar vader. Ik bel haar vader: ‘U hebt geen besef van wat u gedaan hebt. Minderjarig! Over vier maanden is ze 21 nota bene!’ Zondagmiddag 15 december. Er is marihuana-stof gevonden op de bodem van haar tasje, hoor ik van haar (we ontmoeten elkaar in de Oudezijds-kapel, de kerk waar Roozenmond zijn amateuristische zaken leidt). Ik wil nog wat van m'n vrijheid genieten, slaap een nacht bij J.V., een nacht bij L.v.G. Dinsdagmiddag 17 december. Telefoon van adjudant H. Kan ik langskomen? Negen uur afspraak, ga erheen met Mr. H.K. De laatste mens in vrijheid. Als ik diezelfde vrijdag, drie dagen later, terugkom in de werkelijkheid, enkele gedichten 's avonds in de Shéhérazade. Zie daarvoor elders. In het hoofdbureau van politie, 18, 19 en 20/12, cel 8A, gelezen (dank u): Alan W. Watts: The Way of Zen, Penguin books. Voor die tijd sprak ik nooit veel van Zen, sindsdien weet ik wat meer, en spreek er dus nog minder over. Zen-deling. Zie verder de kranteknipsels. De verrukkelijke dagbladpubliciteit (ik hoorde daar, dat er buiten over geschreven werd). De datum voor het proces wordt gesteld op 4 februari; ik bereid een literaire verdediging voor, een boekje dat Noud van den Eeren- | |
[pagina 39]
| |
beemt wil uitgeven in zijn zojuist opgerichte Arcadiapers, Bloemendaal. Et in Arcadia Ego. Het verschijnt te laat, komt niet op tijd klaar. Ik heb het in drie dagen geschreven, beëindigde het in de nacht van 13 op 14 januari in de geluidsstudio, hermetisch afgesloten van elk geluid, van L.v.G. Alleen met mijn leven. In 100 exemplaren. Wat doe ik er hier mee? Weer kies ik tussen de papieren. Hier. Hier? Ik heb er een gulden voor opgegooid Hier, of nergens Ja. Nee. Simon toch. Elders. |
|