| |
| |
| |
Verantwoording
A | Verbaal proces: van nu tot nooit. Een tekst uit 1963, als zovele ongepubliceerd gebleven, in 1969 te voorschijn gehaald en herschreven ten behoeve van de verzamelbundel ‘Van Vestdijk tot Vinkenoog’, samengesteld door Pieter Grashoff, verschenen bij de Triton Pers, Huizen, nu Amsterdam. |
B | Woord voor woord is de openingstekst, door mij uitgesproken ter gelegenheid van het driedaags Congres ‘Menselijke ontmoeting in kerk en kunst: Vorm en/of chaos?’ in Maastricht, 27 maart 1967. |
C | Te gek om los te lopen! is een tekst, kwijtgemaakt door de sekretaris van de Nederlandse Federatie van Medisch-Opvoedkundige Bureaux te Amsterdam. De tekst behelsde een toespraak tot de algemene vergadering van deze Federatie op 29 april 1967 in Amsterdam gehouden. Onderwerp: Kreativiteit en protest. |
D | Moeder Aarde op Drift schreef ik op verzoek van Anton Oskamp, voor het tweede nummer van TIC, ergens in 1967. Het thema was ‘drugs’. |
E | Leve de kreativiteit! riep ik uit tijdens de cyclus van die naam, 14 oktober 1967 in Leiden (c.s.r./s.s.r.l.). |
F | Leve het kind! riep ik uit bij wijze van inleiding tot de feestelijke bijeenkomst, op het thema ‘Met het kind onderweg’, ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van de Hervormde Voogdijvereniging ‘Kinderzorg Groningen’, 17 november 1967, gehouden. |
G | Love Special Delivery is een tekst, geschreven voor het twaalfde nummer van bres/Planète (juni 1968) en daarin gepubliceerd met teksten van anderen over lsd. |
H | Futurologie, of Het vuur van de vrijheid werd gepubli- |
| |
| |
ceerd in het 13e nummer van bres/Planète, augustus 1968. Sinds dat nummer verzorg ik voor bres/Planète in elk nummer (tweemaandelijks; op dit moment beland bij nr. 30) een rubriek Wereld in Beweging. |
I | Underground. Op dit trefwoord schreef ik, op verzoek, voor het Supplement 1969 van de Winkler Prins (Elsevier) 600 woorden bij wijze van definitie. |
J | De Brief aan Hans van Zon schreef ik na bijwoning van het proces tegen Hans van Z. voor Elsevier's Weekblad, dat mij een perskaart verschaft had, teneinde een rechtbankverslag te leveren. Na Elsevier's weigering werd de brief gepubliceerd door het Amsterdamsch Studenten Weekblad Propria Cures, 22 februari 1969. |
K | Poëzie: een strijd om het bewustzijn betitelde ik een bijdrage aan Snoeck's Almanak 1970, Gent/Amsterdam. |
L | Brainwashwater waren de enkele woorden die ik in de rubriek ‘Underground’ mocht bijdragen aan het 2e nummer van het Bezige Bij-magazine bijster. |
M | Op vleugels van kleur, een ode aan het netvlies droeg ik op aan Engel Verkerke, die mij gevraagd had om een inleiding voor zijn poster-katalogus. In deze katalogus ook een engelse en duitse versie van deze tekst. |
N | De Ode voor Molesmes schreef ik, logerende bij Karel en Machteld Appel. Ondertussen is Machteld niet langer onder ons levenden; zij is voortdurend in onze herinnering aanwezig. |
O | Lenny Bruce Lekepreker werd gepubliceerd in het Supplement van het (toen nog) Algemeen Handelsblad, 14 juni 1969, bij wijze van grammofoonplaatbespreking. |
P | Leven in het uur van de dood is de tekst van een toespraak, gehouden bij de opening van een Congres, georganiseerd door de Medische Fakulteit van Amsterdam, rond het thema Omgaan met de dood; 6 juni 1969. Opgenomen als bijdrage van mijn hand in de uitgave ‘100 schrijvers maakten een keuze uit eigen werk’, n.i.b.,
|
| |
| |
Zeist '70. Andere teksten over ‘de dood’ houd ik in portefeuille voor een boekuitgave over dit immer fascinerende onderwerp, dat ons steeds opnieuw verrast.
(‘En nou vinden ze zich allemaal hele pieten. Ze snappen het toch zo goed! Ze snappen d'r geen barst van. Want ze zouden gek opkijken als ik voorstelde het raadsel van de dood, waar de theologen en allerlei figuren die zich als denker adverteren al twintig eeuwen over fantaseren en in de ruimte ouwehoeren, nu eens aan te pakken door tien procent van het nationale inkomen te gaan uitgeven voor parapsychologisch onderzoek. Door pak weg één loonsverhoginkje over te slaan.’ Dr. C.W. Rietdijk: Een filosofie voor het cybernetisch bio-technische tijdperk, 91 stellingen, Van Gorcum & Comp NV, Assen 1967, pagina 112.) |
Q | Stonehenge, een lichtende ervaring. Deze ontboezeming n.a.v. Summersolstice 1969 werd met kleurenfoto's van Maya Pejic gepubliceerd in Panorama, 9/15 augustus 1969. |
R | De voorlopige hechtenis (taferelen uit het grote vergeetboek van het Nederlandse gevangeniswezen) is weer een kongrestekst, uitgesproken op het Kongres Voorlopige Hechtenis, 17 oktober 1969 georganiseerd door de Jonge Balie Amsterdam. Eerder gepubliceerd in het 5e nr. van krino, een uitgave van het Nijmeegs Criminologisch Instituut, en in een boekuitgave die ik nooit onder ogen kreeg. |
S | Rond het spel van de liefde is het voorwoord bij Dr. M. Lietaert Peerbolte's Eros als bevrijding (Agressie en de twee sexen), De Driehoek, Amsterdam, 1970. Ik wijs graag op de speelbaarheid van de twaalf psychodramatische schetsen (‘Vishnu's School der liefde, een Radha-Krishna gemeenschap’) in dit boek opgenomen. |
T | Van knaap tot man is mijn antwoord op de uitdaging, gesteld door de samensteller Pieter Grashoff, voor de
|
| |
| |
uitgave ‘Foei’ van de Triton Pers, Amsterdam 1970, een pornografisch verhaal te schrijven. Zoals ik in 1967 schreef, in antwoord op een enquête van het tijdschrift Kentering (hier niet gepubliceerd): ‘Godslastering bestaat niet. Pornografie bestaat niet. Alle huisjes zijn pas heilig, als ze naakt te bezichtigen zijn.’ |
U | Amsterdam, etc. schreef ik ten behoeve van het weekblad Vrij Nederland Pasen 1970; een Engelse vertaling verscheen in it/Londen (‘Headopolis’) en in de engelse pagina's van aloha, 29 mei 1970. |
V | Amerika - leven met de moed der wanhoop werd na mijn terugkeer uit de United States of America (december 1969-februari 1970) geschreven voor Snoecks Almanak 1971. |
W | Het universele ontwaken schreef ik voor Paul Biegel, die voor Van Holkema en Warendorf een boek wilde samenstellen, met teksten voor kinderen geschreven door auteurs die zich tot dusverre uitsluitend tot grote mensen hadden gewend. Door gebrek aan belangstelling van auteurszijde is deze bundel niet tot stand gekomen. |
X | Door het oog van de naald werd onder de titel ‘De westerse beschaving moet overstag!’ gepubliceerd door Panorama, 22 augustus 1970, in de rubriek ‘Mijns inziens’ onder redaktie van Leo J. Capit. (‘Het publiceren van een bepaalde theorie of zienswijze betekent niet dat panorama het geheel met de schrijver eens is. Wij kunnen van mening verschillen, doch achten het de moeite waard van een oorspronkelijke mening kennis te nemen.’).
Hier moge opgemerkt worden, dat op 13 juni 1970 Panorama over zes pagina's Noud van den Eerenbeemt de vraag liet beantwoorden: ‘Wie ben jij, Simon Vinkenoog?’, met drie kleurenfoto's van Pieter van Acker. |
Y | Vrijetijdsvoorlichting op grote verzoendag schreef ik voor Vrij Nederland (24 oktober 1970) na het lezen en aan- |
| |
| |
horen van een aantal ‘deskundigen’ over een onbeperkt gebied, dat waarschijnlijk ook het hunne is - hoewel zij het in de meeste gevallen nooit of te nimmer hebben durven betreden... Ik schreef het de middag ná een Rolling Stones-concert, waar zo'n 20.000 mensen door een muzikale oceaan overspoeld werden. |
Z | Acid-Rock, of Zout op de wonde. 2 september 1970 ontving ik een uitnodiging van het Katholiek Nationaal Bureau voor Geestelijke Gezondheidszorg te Utrecht (ondertekend J.G.M. Wellen, soc. drs.) mede te werken aan een kerstbrochure, te verspreiden onder zijn relaties, over ‘nieuwe vormen van religieus of gelovig samenzijn.’ In de uitnodiging werden achtergrond en bedoeling van de publikatie nader toegelicht, alsmede enkele facetten genoemd waarop de aandacht gevestigd zou kunnen worden.
‘Het is een gemeenplaats te beweren dat de historisch gegroeide vormen van geloof en religie in onze tijd sterk in beweging zijn. Ondanks de grote belangstelling die dit soort zaken van oudsher in ons land trekken, wordt echter niet duidelijk in welke richting de ontwikkeling zich zal of zou moeten voltrekken. Ten aanzien van de religieuze betekenis van kosmische belevingen en vormen van emotioneel samenzijn waarin wordt getracht diepere levenswaarden tot uitdrukking te brengen, tasten we zelfs helemaal in het duister. Het Katholiek Nationaal Bureau zou de oriëntatie over dit soort vragen graag willen stimuleren en nodigt daarom een aantal personen uit hun ervaringen mee te delen en hun gedachten hierover te laten gaan.’
‘Welke eisen zou men moeten stellen aan de ruimte waarbinnen het religieuze of gelovig samenzijn zich voltrekt? Welke eisen aan de taal en eventueel aan andere meer non-verbale middelen en attributen waarvan men zich bij dit samenzijn bedient? Aan wat voor soort
|
| |
| |
groepen denkt men, homogeen of heterogeen van samenstelling, hoe groot zouden deze groepen moeten zijn en in welke frekwentie zouden zij bij elkaar moeten komen? Dient het religieuze of gelovig samenzijn betrokken te zijn op het aktuele gebeuren of daarvan juist geheel los te staan; dient het louter symbolisch te zijn, een herhalingskarakter te hebben of improviserend te zijn? Moet er bij het religieuze samenzijn een voorganger aanwezig zijn en aan welke eisen zou deze dan moeten voldoen?’
Zo'n boekje, eenmaal verschenen, werd uiteraard overstemd door de vele andere marktaanbiedingen op het gebied van de geestelijke milieu-hygiëne.
Het zijn n.b. dezulken, die licht dienen te verschaffen, die in het duister tasten; het zijn n.b. de zielszorgers zelf die als kippen zonder kop op een kongres ‘Te gek om los te lopen’ rondlopen; het zijn n.b. de experimentatoren allerwegen die men slechts lokaal gebruikt en landelijk in de kou laat staan.
Ik denk aan zovele dingen die positief verricht zouden kunnen worden (een Nationaal Centrum voor Bewustzijnsverruiming, met een aktie op alle scholen vijf minuten dagelijks te mediteren), en ik schud mijn hoofd bij de repressieve (onderdrukkende) maatregelen, nog steeds door stads-en-landoverheden genomen. Maatregelen, die slachtoffers maken: een 24-jarige Amerikaan in het Huis van Bewaring deze week; een 15-jarige junkie in een kroegw.c. in Edam vorige week. Slachtoffers, gedood door een zieke samenleving.
Word zelf geen slachtoffer van de massale verstandsverbijstering, die over de wereld trekt.
De uitweg is persoonlijk, individueel, intiem, privé.
Er is geen andere weg, geen hogere waarheid, geen grootser leven. |
(nov./dec. 1970)
|
|