Het hek van de dam
(1971)–Simon Vinkenoog– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |
A | Verbaal proces: van nu tot nooitaant.1Ik heb in de zon gekeken, ik heb mezelf herkend: ik heb God gezien. Belangstellenden wordt verzocht en aangeraden zich voor nader kontakt met God in verbinding te stellen. Het voorafgaande behelst een mededeling, aangevuld met kommentaar. Hoe deze kommunikatie te dateren? De oorspronkelijke tekst dateert van 1963; het is geen verslaggeving of reportage die volgt, evenmin een huis aan huis verspreide, aan de man gebrachte circulaire. Hier spreekt nog een gedateerd, naamgegeven individu; hij bedrijft literatuur; hij beoefent symbolische logika, schrijver dezer regelen keek in de zon, God sloeg hem blind & hij keerde ziende terug, om verder te kunnen. Ik keer telkens terug als mens onder mensen,
er is veel te vertellen, en alles is al gezegd;
hoe het water opdroogt op een tegel
en hoe een griffel krast over een lei.
Ik ben overal aanwezig, en alles weet ik, of heb ik eenmaal geweten. Bevrijd van hoogte- en andere vrezen, elke ademtocht is een wisselwerking, alles gaat schuil in niets, iedereen is al-een en een-zaam; had ik woorden en muziek - ik zou zingen. Dichters zijn onbehuisde toneelmeesters, de magie van hun taal verbleekt op papier, hun gevoelens laten zich niet langer door letters dragen, het denken wordt doorzichtig als waterdruppels glinsterend aan een bedauwd spinneweb. Dichters zijn goden, mensen zijn goden. Er zijn nog veel meer waarheden, het laat zich niet beschrijven. Nog nooit zoveel pijn geleden als juist nu, altijd nu, het eeuwige nu | |
[pagina 10]
| |
-zóveel pijn dat vragen tot antwoorden worden. Zoveel waarheid maakt het denken overbodig, zoveel alleenzijn telt een leven uit. Zoveel leven. | |
2Name-Dropping. Odd Man Out. Niemand is alleen. Overal kom je de schrifturen tegen, dichters zijn (in) het nieuws, het eeuwige wereldnieuws onder woorden gebracht. Iedereen wil zijn geloof belijden, zijn eigen evangelie schrijven, het einde herkennen, zijn angsten overwinnen. Het wordt overal geschreven, & gezegd; het zit vol geluiden, geuren, visioenen en samenhangen. De wereld wordt er anders door, de toerist in eigen huid voelt zich overal thuis; in de wandelgangen ontmoeten zich voorgeboorte en hiernamaals, laten de eersten de beste namen vallen. Antonin Artaud, William S. Burroughs, Alexander Trocchi, Allen Ginsberg. | |
3Ten eerste male: ik kwam beneden, tilde Alexander op, keek naar buiten - en alles was anders, alles ging gewoon zijn gang - maar ik stond er plotseling buiten. Ik deed boodschappen, sprak met een groot aantal stemmen tegen vele mensen, reed per scooter door de stad. Sindsdien is alles even goed; mijn stem kwam op een bandrecorder, en ging verloren. Ten tweede male: ik vond I. terwijl ze keek naar haar handen. Ik lachte omdat ik wist wat ze zag, ze keek me aan en zag me niet. Terecht: ik was er niet, ik ben er sindsdien niet meer. Zo is het goed (want niet anders). Ten derde male: met Alexander naast me liep ik naar het | |
[pagina 11]
| |
Damrak, in een wereld waar zondags de Observer wordt verkocht. Ik ging op een terrasje zitten en zag dat alles goed was - en Alexander vluchtte, maar stond voortdurend met mij in kontakt. Ik wist van de wereld meer dan ooit, ik wist waar Hans van Sweeden heengegaan was, ik kon er alles van weten en wat ik toen wist kan ik weer beleven. Meer heb ik toen geweten dan ooit: van bijbels en andere spelregels, dodenboeken en heilige schriften. De tien geboden voor miljoenen goden. Het leven is goed, elk onrecht voorbijgaand, wonderen gebeuren elke dag, elke minuut. Het staat er zo simpel omdat het waar is - het zou niet geschreven hoeven worden. Alles heeft zin, alle lijden, alle geluk. Deze woorden bestaan niet? Alsof het bestaan ontkend kan worden. | |
47000 jakhalzen zwemmen in een gedicht van Lucebert naar Boston, waar sinds kort de Internationale Federatie voor Innerlijke Vrijheid is gevestigd (de IFIF, 1963-1967, is opgegaan in de Liga voor Spirituele Ontdekkingen, lsd). In Patna, India, wordt het manifest van de Hungry Generation gepubliceerd (de auteur van dit geschrift belandt in de gevangenis wegens opruiende pornografie) - wijsheid is niet langer aan enkelen voorbehouden - elk kind, elk mens is zo waar als hij maar zijn kan, wil en mag. Zou de wereld niet veranderen, als zovelen zich helemaal geven, en niets meer achterhouden? De vraag is het antwoord geworden. ‘LSD verandert de wereld; het individu wordt er op geen enkele wijze door beïnvloed’. Art Kleps, Chief Boo Hoo van de Neo-Amerikaanse Kerk, 1967. | |
[pagina 12]
| |
5Alfabetische argumenten tegen mij gebruikt (in de marge van een drukproef): Demagogie. Geen verband. Het is de vraag of. Hij haalt door elkaar. Literatuur. Moet dat dan? Niets met onderwerp te maken. Niet waar. Nu niet misschien ooit. Onbekende term. Onjuist. Onmogelijk. Onwaarschijnlijk. Onzin. Onzin! Sic. Sic! Volledige onzin. Waarom? Waarover? Waarvoor? Wat? Wat is dat? Wat bedoelt hij? Welke. Wisten we al. Zeer oud. | |
6Mijn tegenargumenten? Ik ben ze vergeten. Iedereen heeft gelijk. Van A tot Z de gehele waarheid, ik hoef goddank niemand te overtuigen. Alles gebeurt omderwille van het gebeuren. Alles staat in dienst van het niets. De beheersing van de kunst van het afleren. De schaduw van een argument, het verlies van de twijfel, alles opnieuw en weer niet leren: vervol-ledigen. Mensen en boeken aan het begin van een nieuwe weg, en ik ben niet alleen. ‘Als iemand ons een betere weg aanwijst naar het geluk, stoppen wij onze onderzoekingen. Ik denk niet dat men dat kan.’ Timothy Leary volgens time Magazine. | |
7Er valt, onderweg naar het geluk - en onoverdrachtelijk - veel te beleven. Mensen en andere handlangers; ik keek door een microscoop die 12,5 × 100 keer vergrootte, en veel zag ik. Ik draaide wat, zag minder eerst en tegelijkertijd meer: een andere wereld, op andere grootte. | |
[pagina 13]
| |
Er is een wereld die je aangaat, en in die wereld schrijf je. In elke wereld ben je aanwezig, maak je jezelf kenbaar. Hands Off Alexander Trocchi! Handen af van A.T.! - de Internationale Situationnisten verspreiden een protest tegen de arrestatie van de schrijver, ‘om de uitsluitende reden dat hij een nieuw type kunstenaar is, pionier van een nieuwe kultuur en een nieuw gedrag - waarbij het gebruik van drugs in zijn eigen ogen onbelangrijk en te verwaarlozen is.’ De middelen, hun bedoelingen, en het doel. Een 10 voor het nieuwe gedrag. Geef een definitie van gedrag. Geef een definitie van ervaring. Geef een definitie van bewustzijn. Ik zou het niet kunnen maken, ik maakte mij er met een*** van af, anderen bedenken Psi, id, God, een nieuw soort teken, letter, symbool. (In de eerste versie van deze tekst, gedateerd mei 1963, gebruikte ik*** in de aanhef, i.p.v. ‘God.’ Ondertussen, januari 1969, is mijn spel zo eenvoudig geworden dat niemand het kan raden.) | |
8Ik zeg hier iets. Ik kan niet verder. Ik verwacht geloof, want tenslotte lieg ik niet. Waarom zou ik? Twijfel verdraag ik niet; als ik iets schrijf, staat het er toch? Waar staat dat? Hier! Ik wil graag toegeven, dat ik met alles tégen schrijf, noem maar op & ga maar na - ik weet dat mensen zo veel wantrouwen met zich meedragen dat zij de dingen nog niet of niet meer kunnen zien, zoals ze zijn. IJver brengt mij tot hier, éen ding valt mij af te nemen: ik schrijf. In dit leven. Nu. Neem het van mij af, en eeuwige woorden van waarheid donderen in mij na (de Dhammapada): ‘IJver is het pad der onsterfelijkheid, traagheid is de weg des doods. De ijverigen leven eeuwig - de tragen zijn reeds zo goed als dood.’ | |
[pagina 14]
| |
9Toegepaste mystiek? Ik weet het niet: alles zal ik opnieuw moeten leren. De eerste mysticus, die ik mij herinner te hebben ontmoet, was een Franse jongen, die in 1947 in Amsterdam opdook, op weg naar Duitsland. Hij vertelde dat hij daar verwacht werd op een plaats die hij in een zakatlas had aangestreept. Hij had haast, hij moest er voor het einde van de maand zijn. - Waarom? - Omdat hij daar iets te doen had. - Wat dan? - Dat wist hij niet. - Waarom ging hij er dan heen? - Dat was hem opgedragen. - Door wie? - Dat wist hij niet. - Ging hij dan toch? - Ja, hij moest wel. - Was het belangrijk? Hij keek door ons heen, zag wat hij zag, en zei glimlachend om ons onbegrip: Ja. ‘Als er post voor me komt, wil je die dan bewaren?’ Er kwám post, enkele malen, dikke enveloppen in zijn eigen handschrift. Wij hoorden niets meer van hem, en maanden later maakten we de enveloppen open: volgestouwd met onleesbare notities, suikerzakjes, tramtreinbuskaartjes, onderweg verstrekte reklamefolders en dienstregelingen, alle voorschriften en spelregels, alle drukwerkliteratuur die een mens met zich meesleept en meestal na gebruik verwerpt. Hij had het bewaard, althans via mij een poging in die richting gewaagd: nu - 16, 22 jaar later - verhef ik hem uit de vergetelheid. Wij betekenden voor hem een laatste oponthoud, op weg naar Niets & Nergens - onderweg heeft alles, het minste of | |
[pagina 15]
| |
geringste, volmaakte betekenis. Aan het einde van de weg mag de betekenis verloren gaan. Weet jezelf onmiddellijk te verliezen, weet te duiden, wees klaarwakker. | |
10Ik ben een begenadigd mens. Het zijn geen wonderen die gebeuren, het is de natuurlijke gang der dingen, die overal en elders, altijd waar, wordt gadegeslagen. Onderweg, van 1 tot 10, laat dit zich niet overlezen: waar zal de reis eindigen? Wie ordent? Wie brengt waarheid aan? Als je weet waarvoor (niet: voor wie) je schrijft, laat je een eigen spoor achter, dat verloren mag gaan: woorden zijn levende materie. Alles gaat zoals het moet. Het gaat goed met de wereld. Wie ik ben. God is goed. Woorden verliezen - en winnen! - bij het schrijven, en lezen, zin en betekenis. Hoe zou het anders kunnen? Ik verbleek: dit is een laatste poging tot kommunikatie. Misschien is het de eerste.
Een test-opname. Eigenlijk is schrijven overbodig: een willen - dringen - in de - dingen; niet de - dingen - zijn. Als eenmaal de onverbindbaarheid is vastgesteld, ligt alles weer open - kun je je laten gaan, overgeven. Het schrijven is een ervaring: onvervreemdbaar ruk ik op naar mijn grenzen, om ze te doorbreken, om te verenigen. Doen en laten. De zon heeft door mij heen geschenen: herken mijn levende warmte.
(1963, herschreven 1969) |
|