De beweging van vijftig

[1948]

11. De Experimentele Groep: zittend Theo Wolvecamp, Corneille, Constant, Jan Nieuwenhuys, Eugène Brands en Anton Rooskens; staande Karel Appel, Jan G. Elburg en Gerrit Kouwenaar.

16 juli: oprichting in Amsterdam van de Experimentele Groep door de beeldende kunstenaars Constant Nieuwenhuys, Corneille, Karel Appel, Anton Rooskens, Jan Nieuwenhuys, Theo Wolvecamp en Eugène Brands.

Oktober: Jan G. Elburg maakt als dichter deel uit van de Experimentele Groep en publiceert een gedicht in het eerste nummer van Reflex, Orgaan van de Experimentele Groep in Holland.

Winter: Gerrit Kouwenaar en Jan G. Elburg ‘ontdekken’ Lucebert als dichter, maar in het laatste nummer van Het Woord worden van hem slechts vignetten geplaatst.

[p. 11]

[...] slechts de levende kunst geeft uitdrukking aan de gevoelens, verlangens, reacties en strevingen die als gevolg van de maatschappelijke ontoereikendheid bij allen gemeenschappelijk aanwezig zijn.

constant nieuwenhuys

12 t/m 14. Omslag en twee bladzijden van het eerste nummer van Reflex.

12 t/m 14. Omslag en twee bladzijden van het eerste nummer van Reflex.

12 t/m 14. Omslag en twee bladzijden van het eerste nummer van Reflex.

[p. 12]

15. Omslagontwerp door Lucebeert voor nooit verschenen tidschrift.

[p. 13]

Ik tekende al in de oorlog, en ik schreef mijn eerste verzen. Die waren wat men later ‘experimenteel’ noemde. We vormden geen gesloten club, al waren meestal gelijkgestemd. We schreven poëzie zoals wi vonden dat het moest, [...]

lucebert

16 t/m 19. Bladzijden uit het laatste nummer van Het Woord, met vignetten door Lucebert.

16 t/m 19. Bladzijden uit het laatste nummer van Het Woord, met vignetten door Lucebert.

[p. 14]

16 t/m 19. Bladzijden uit het laatste nummer van Het Woord, met vignetten door Lucebert.

16 t/m 19. Bladzijden uit het laatste nummer van Het Woord, met vignetten door Lucebert.

In Het Woord kwam ik allengs, dodelijk ernstig symboliserend en bekvechtend met mijn mederedacteuren tot de ontdekking van wat ik eigenlijk wilde en waar dat tijdschrift volgens mij heen moest (iets als Podium nu is), maar ik kreeg de gelegenheid niet meer om dat door te zetten. Vooral aan de hooglopende ruzies tussen Diels en mij is het te danken dat Het Woord verdween. Maar Gerrit Kouwenaar staat er nog in. Van Lucebert kon ik er alleen tekeningen in krijgen, in het allerlaatste nummer.

jan g. elburg

[p. 15]

20 Portret van Elburg door Lucebert.

[p. 16]

21. Brief van Hanlo aan de redactie van Podium.

[...] ik stam qua artistieke mentaliteit eigenlijk uit ‘De Stijl’-hoek, van de ‘nette’ abstracten, Mondriaan, van Doesburg, Vordemberge.

jan hanlo