verantwoording
De ‘beweging van vijftig’ is de naam waarmee een ontwikkeling in de Nederlandse dichtkunst van het midden der twintigste eeuw wordt aangeduid, die volgens sommigen een vernieuwing, volgens anderen een vervanging, maar in ieder geval een diep ingrijpende verandering in onze poëzie heeft betekend.
Deze zin uit een geschiedenisboekje, waarin zelfs een term als ‘het midden der eeuw’ wordt gelanceerd, doet vermoeden dat dit alles al weer ver verleden is geworden. Toch is dit maar ten dele het geval; de revolutie is voorbij, maar de resultaten zijn dat allerminst. De afstand is zelfs zo gering, dat de aard van de veranderingen die hebben plaatsgehad, nog niet in enkele handzame formules is samen te vatten. Daarvoor is men nog aangewezen op het werk zelf dat geschreven werd en nog geschreven wordt, de gedichten en de uitlatingen over deze gedichten.
Het is dan ook niet in de eerste plaats de bedoeling van dit prentenboek om te laten zien wát er veranderd is, al geeft het, vooral in de vele citaten, talrijke aanwijzingen en verwijzingen naar het werk waaruit dit geconstateerd kan worden. Maar dit tiende deel van de schrijversprentenboeken - ter afsluiting van de eerste reeks niet gewijd aan één figuur, maar aan een letterkundige gebeurtenis - wil illustreren hoe deze omwenteling in zijn werk is gegaan. Wat is er gebeurd? Wie waren erbij betrokken? Waartegen en waarvoor kwamen de vijftigers in beweging? Dit zijn de vragen waarover dit boek informatie wil geven.
Wie de plaatjes bekijkt en de teksten leest, ziet, dat er een beweging gaande is geweest, in de zin van een radicale revolte tegen een onaanvaardbare situatie, waarbij de deelnemers geen gesloten colonne vormden, maar zich wél verwant voelden in hun verzet tegen het anecdotische, het fragmentarische, het vrijblijvende in de destijds gangbare poëzie. Géen beweging echter in de zin van een gesloten groep, een club of iets dergelijks - zoals bijna nooit het geval is. Er waren van het begin af duidelijke verschillen in toon, in werkwijze, in richting. Zelfs onderlinge strijd ontbrak niet, al heerste korte tijd een gemeenschappelijk verzet tegen alles wat niet in de eigentijdse mentaliteit paste. Toen het onbruikbare ‘gisteren’ was opgeruimd, kwam er ruimte en in die ruimte werd het samenspel minder noodzakelijk en ontwikkelde ieder zich verder ‘geheel namens zichzelf’.
Volledig is deze informatie natuurlijk niet. Er moest een keus worden gemaakt uit een onnoemelijke hoeveelheid materiaal en soms moest iets overgeslagen doordat het niet door een foto kon worden gedekt, nog afgezien van de meest essentiële zaken die helemaal niet in afbeeldingen zijn onder te brengen. Er is ook een keus gemaakt uit de medespelers: dertien staan er hier voor allen; een keus in de tijd: tien jaren om 1950, een periode die ook eerder had kunnen beginnen en nog niet geëindigd is; een keus uit het werk: alleen de ontwikkeling in de poëzie en het uitgesproken poëtisch proza is hier gevolgd, al schreven de vijftigers ook verhalen, romans, toneelstukken en kritieken. Deze keus is echter niet willekeurig, maar ondanks de vage contouren zo scherp mogelijk op het centrum van de beweging van vijftig ingesteld: het hoofdterrein de poëzie, de meest centrale figuren en het beslissende jaar 1950.
Ten slotte over de indeling van dit prentenboek nog het volgende: na de presentatie van de vijftigers en de hen bindende leus ‘er is een lyriek die wij afschaffen’ komt jaar voor jaar het beeldverhaal. Eerst steeds een jaartal met de vermelding van de gebeurtenissen, waaronder ook het verschijnen van de eerste experimentele bundel der verschillende schrijvers gerekend wordt. Ook de verdere bundels worden getoond bij het jaartal van verschijnen, zodat de steeds toenemende uitingsmogelijkheden eveneens in beeld worden gebracht. Daarachter volgen de afbeeldingen die de gegeven biografie van de beweging van vijftig illustreren. Ter afsluiting passeren de vijftigers nog eens ieder afzonderlijk de revue met hun later dichtwerk als aanduiding van hun eigen ontwikkeling. Op de laatste bladzijden worden nadere bijzonderheden over de opgenomen foto's en de bronnen van de gebruikte citaten vermeld.
de redactie