Atonaal
(1951)–Simon Vinkenoog– Auteursrecht onbekendBloemlezing uit de gedichten van Hans Andreus, Remco Campert, Hugo Claus [en anderen]
[pagina 97]
| |
[pagina 98]
| |
Ferdy
palmpasen in mijn handen
vacantiedagen in de woorden
die ik eigenhandig
om je lichaam weef
geloven kunnen
in de katten en de goden
die onze gezichten bewonen
vuurvliegen in het duister
met speeksel in de klieren
die van mond tot wedermond
bruggen hete wanhoop slaan
ik neem als een sneeuwbal
verbijsterende afmetingen aan:
holbewoner maanlandschap
hoogovens niagara-watervallen
een westelijk halfrond
een duizelend heelal
dat van dit lichaam
een in levende lijve
begaan zijn
met het leven maakt
| |
[pagina 99]
| |
[pagina 101]
| |
Thelonious Monk
dit is een straat van parijs
met een arabier in de zon
die langzaam slenterend werkloos
loopt te zijn een 1951-noordafrikaan
ting ting ting in de bleke zon
zonder geluid
dit onder water uitgesproken
vonnis ting ting ting
ternauwernood de oppervlakte rakend
en met een strofe in de franse taal:
je donnerais ma vie
toute entière
pour un petit rire confus et obscène
herinnert aan de dierentuinapen
met mondbekken harige benen
en ronde gladde achterhanden
die gretig alle kleuren willen grijpen wit en zwart
ting ting ting
| |
[pagina 102]
| |
Ferdy 2
ver als de horizon ben je
in de glazen kist van het weer geborgen
beukend op de blikken deksels
van het najaar
ik zie de bliksem langs je lichaam trillen
en de regen loopt onrustig door je ogen
ik kan de afstand die mij van je scheidt
in lichtjaren tellen
en in de meter van het geluid
zoemen de seconden
mijn handen opnieuw in gebruik gesteld
sluiten het onweer in je borsten buiten
alleen de regen is thuis
op de platte daken van de nachten
zonder duizelingen
| |
[pagina 103]
| |
Einde
wat ik aan wind en regen vraag
zal altijd zonder antwoord blijven
en wat de nacht voor mij verborgen houdt
is weerlicht voor de blinden
in mijn ogen
wartaal voor de stomme in mijn stem
straatgeluiden voor de beethoven
in mijn oren
een late straatlantaarn voor de dronkaard
in mij die naar houvast zoekt
anemonen voor de man zonder reukorganen
vrouw als tastplaats
voor de kinderloze zonder zinnen
(voor de tandeloze meeuwen in mijn tong
een valkuil lichtschip regenwolken)
ik drijf altijd naar mijzelf terug
ik kom altijd in mijzelf naar boven
ik vecht altijd met mijn ogen open
plat met de handen gespreid vallend
schaafwonden aan de ellebogen
| |
[pagina 104]
| |
Lastenia
wat nog aan woorden
in mij wakker ligt
kan ik voor alle dag gebruiken
ik kan het bloed doen stollen
ik kan in andermans gedachten
wonen en er vruchten stelen
ik kan als een hond geslagen
huilen en ik kan spelend met vuur
mijzelf overwinnen
maar leven kan ik niet
het leven hangt buiten
het bereik van de klanken
zinnen en woorden
die ik als ledematen
lief heb gekregen
om een liefde die ik als zon
op het water heb zien schijnen
om een liefde die als licht
op mijn huid staat te branden
| |
[pagina 106]
| |
|