Wat is er op de kermis te zien? / Nog iets van de kermis(1848)–Harco Ilpsema Vinckers– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] De reuzin en de dwerg. Anders, dan een ander zijn, Schijnt me ietwat gevaarlijk; Al te groot, of al te klein, Min of meer bezwaarlijk. Al te lang is geen geluk, Want, wie bijster groot is, Stoot zich ligt zijn teenen stuk; En wie zwaar als lood is, Zakt vaak, als hij wandlen gaat, Log van lijf en leden, Waar een ander veilig staat, Deftig naar beneden. Ook het al te klein zijn is, Wel zoo'n groot geluk niet, Wijl men kleinen, naar ik gis, Doorgaans over 't hoofd ziet. - Doch, wie klein is, kan soms nog Dapper zich gedragen: David, die maar klein was toch, Heeft den reus verslagen. Reus of dwerg zijn - beide kan Bitter weinig baten; Maar op moed en braafheid kan Elk zich vast verlaten. [pagina 19] [p. 19] Vorige Volgende