Woord Vooraf
In een boek over het Verzet verwacht men zich niet aan een schets over de houding van de belangrijkste politieke, sociale en levensbeschouwelijke groepen tijdens de bezetting. Om alle verwarring te voorkomen willen we vooraf duidelijk stellen dat hét verzet eigenlijk niet bestaat en de collaboratie evenmin. Daarmee bedoelen wij niet alleen dat er diverse vormen van verzet en collaboratie zijn geweest, maar vooral dat er zeer uiteenlopende motieven hebben meegespeeld. Er is daarbij trouwens een belangrijke factor, die zelden of nooit wordt vermeld, waaraan zelfs nauwelijks wordt gedacht. Er zijn individuen en groepen die in België anno 1940 macht en aanzien hadden en er zijn er andere die om diverse redenen van die macht verstoken bleven. In algemene termen is het zo, dat vooral die groepen die hebben getracht een stuk van de macht te verwerven, zich het duidelijkst en het verst hebben geëngageerd, zowel in de collaboratie als in het verzet. Hiermee hebben wij niet gezegd dat bepaalde individuen en groepen die vóór de oorlog behoorden tot de traditionele politieke partijen, de levensbeschouwelijke groepen of de syndicaten en werkgeversverenigingen niet op één of andere manier aan actief verzet hebben gedaan. Daarmee bedoelen wij echter wel dat binnen de minderheid van de bevolking die zich engageerde in het actief verzet, deze individuen en groepen op hun beurt een minderheidspositie innamen.
Deze aanpak van het fenomeen verzet zal bij degenen die zich actief in het verzet hebben gestort en die de gruwelen van de oorlog hebben gekend, wellicht als oneerbiedig overkomen. Juist om die reden zagen wij het als onze taak de lezer feitenmateriaal aan te brengen, zonder evenwel te oordelen of te veroordelen.
Vooraleer we het actief verzet behandelen, nemen we eerst de traditionele politieke en ideologische families onder de loep. Ook al was het er die groepen voornamelijk om te doen ‘zonder kleerscheuren’ door de bezetting te komen, hun misprijzende houding ten opzichte van de bezetter en meer nog, tegenover de collaboratie heeft in elk geval het ‘besmettingsgevaar’ tegengegaan.
De meesten die van bij het begin van de bezetting actief waren, lieten zich leiden door hun patriottisme en hun afkeer voor een tweede Duitse bezetting.
Voor een andere groep was de strijd tegen het fascisme al lang vóór de Duitse inval begonnen. In de linkse en vrijzinnige milieu's had men al in de jaren '30 de oorlog verklaard aan autoritaire stromingen in binnen- en buitenland.
De aanwezigheid in ons land van Duitse, Oostenrijkse en Italiaanse politieke vluchtelingen vóór de oorlog heeft vele socialistische jongeren sterk beïnvloed en hen als vanzelfsprekend naar het verzet gedreven. Wat een nog grotere rol heeft gespeeld, was de Spaanse burgeroorlog. De solidariteitscampagne's voor Spanje hebben velen samengebracht. Uit de veteranen van de Internationale Brigades ontstond de kern van de Gewapende Partizanen.
Het verzet is in de loop van de bezetting in een ware stroomversnelling terechtgekomen. De eerste verzetsactiviteiten hadden te maken met inlichtingen, sluikpers en de hulp aan ondergedoken geallieerde soldaten en piloten. Wel waren er toen al individuele en erg amateuristische sabotage-acties, maar het was pas na de invoering van de verplichte tewerkstelling dat het gewapend verzet voor de bezetter en de collaboratie echt hinderlijk begon te worden.
Dat er vergissingen en ontsporingen plaats gehad hebben, is een feit. Dit was ook onvermijdelijk, vooral in de chaotische periode kort vóór de bevrijding. Het ging hier evenwel om omstandigheden die door de bezetter en de collaboratie in het leven geroepen en bevorderd waren.