[V]
soms is het alsof overal meren zijn - en een tocht over hun stille watervlak duurt dagenlang - die in het maanlicht slapen. en een echo is zó ver. misschien is god de echo. er is geen beven van waterplanten zoals op de vijvers in de parken van de stad. alleen het stille buigen van de oneindigheid over het water. en dan ver de krans van steden: parels op fluwelen kussens, verlichte kanoos, en elk licht heeft zijn spiegelbeeld. zó zoekt god zijn spiegelbeeld op aarde.