Brieven uit de oorlogsjaren aan Theun de Vries
(1968)–Simon Vestdijk– Auteursrechtelijk beschermd55Doorn 17-5-'43 Beste Theun, Dank voor je laatste brief. Hier gaat alles goed, - naar omstandigheden dan, wat mij betreft. Opgeknapt ben ik nog, lang niet; maar de toestand is eigenlijk hoogst dragelijk, wanneer emotioneele en andere schokken me niet al te zeer bedreigen. Nu is het in deze tijd wel niet zoo gemakkelijk om deze schokken op een afstand te houden; maar ik sluit me maar zooveel mogelijk af, wat niet erg heroïsch is, maar als tijdelijke maatregel geen kwaad kan. Om zooveel mogelijk in een andere sfeer te leven lees ik zelfs bij voorkeur ouderwetsche lectuur! Na de Scarlet Letter (dat ik toch heel goed vond) Le père Goriot, en op het oogenblik Bleak House, waarbij ik ook weer eens je Dickensessay uit V.[ox] H.[umana] heb opgeslagen. Het bevalt mij uitstekend, ondanks de breedvoerigheid en andere notoire gebreken. Telkens en telkens weer documenteert deze knaap zich als een eerste rangs romancier, en het is, als je zelf van het ‘vak’ bent, spannend na te gaan, wanneer en hoe en waarom hem dit lukt of niet lukt. Copperfield en dit zijn toch wel de beste, hè? Ik heb hier nog meer van hem, maar na Bleak House zal ik er voorlopig wel niet toe komen dit experiment te herhalen. En, om van Dickens op Thackeray over te stappen: ik heb Henry Esmond voor je! ! Ik kocht het indertijd, tegelijk met een (bekorte) uitgaaf van Van. Fair, en je kunt het van me krijgen, present-cadeau, - als ik het onverhoopt soms eens zou willen lezen, kan ik het altijd van je leenen. Schrijf me maar eens of ik het je sturen zal, of hier voor je zal bewaren; het laatste is misschien veiliger? Voor Thackeray moet ik nog gewonnen worden, zoo ook voor Tolstoï, maar het is altijd prettig te weten, dat er nog iets te veroveren overblijft. Mijn appreciatie voor onze (onmiddellijke) lite- | |
[pagina 72]
| |
raire voorouders beweegt zich in elk geval in een stijgende lijn. Gevolg van het klimmen der jaren? Het is wel grappig, dat ik naar aanleiding van Faust II aan Henkels, mijn geestelijke vriend uit Gestel, ongeveer hetzelfde schreef als wat jij erover opmerkt, speciaal wat betreft de humor en de lichtheid. Ik las het overigens niet met gehéel onverdeeld genoegen. IV en V (tot aan de slotscène, of even daarvoor al, waar Mephisto door de liefde besmet gaat worden) vond ik vrij vervelend, en ook minder geïnspireerd wat de poëzie zelf betreft. Vooral II en III zijn echter voortreffelijk, hier onderschrijf ik je oordeel volkomen! En I is belangrijk om de ‘Mütter’ en dergelijke fragmenten; de rest bevalt mij minder goed; in dat gedonderjaag om en bij de keizer voel ik een gedwongenheid, die ook in G.[oethe]'s leven niet ontbrak in zijn verhouding tot de wereldlijke machten. Faust II vind ik ongelijker dan I, maar in de hoogtepunten inderdaad beter, - belangrijker, ‘hooger’, - hoewel er natuurlijk een en ander van de spontaneïteit verloren is gegaan. Verder is het epische element natuurlijk veel zwakker. Ik heb enkele aanteekeningen gemaakt, misschien bruikbaar voor een klein opstelletje, later, in het kader van mijn duodecimo-stukjes, dus dat jouw essayGa naar voetnoot111 ganschelijk niet in de wielen rijden zal; verdere studie zal ik er ook niet van maken; en ik verheug me alvast op je uiteenzettingen over iets dat stellig de moeite waard is om weer eens belicht te worden. Of je de slotscène heelemaal als ‘poésie pure’ mag opvatten, betwijfel ik. D.w.z. ‘mag’ natuurlijk; maar zin en beteekenis is hier toch ruimschoots aanwezig; alleen is de poëtische vervoering zoo groot, dat je aan die zin niet meer bewust denkt, te meer, omdat de Christelijke symboliek, die voor G. een vrij willekeurig middel was, hier de zaak eenigszins vervaagt. Maar een vrij exact aantoonbare gedachtengang blijft toch aanwezig, - of anders fantastische beschrijvingen van zichtbaarheden, die óok vrij goed te volgen zijn. Ik ben nog steeds bezig uitgeleende boeken op te sporen; hetgeen veel hoofdbreken meebrengt, daar mijn geheugen me volkomen in de steek laat. Vandaar dat ik maar in het wilde weg bij iedereen informeer! Ik weet bijna zeker, dat jij Cakes and Ale van Somerset Maugham niet van me geleend hebt; beschouw deze opmerking dus uitsluitend als een uiting van radeloosheid! Mocht je het inderdaad niet hebben, nooit gehad hebben, en niet eens gehad wíllen hebben, schrijf hier dan s.v.p. niet over. Uit je wetend en meelevend zwijgen maak ik dan op, dat ik andere heden belagen moet! Dit is het dan weer voor vandaag. Laat nog eens wat hooren, houd je goed, werk plezierig en blijf voorzichtig! Met hartelijke groeten, ook van Ans, je Simon. |
|